201 Johan Moliser, schatbeurder, kwiteert juffer Margareta van der Beck, kelnerse van Clarenwater voor 92 carolusguldens omdat Henrich Verheiden, cameraar van het kapittel van Deventer beloofd heeft de schatting van Clarenwater te zullen betalen; zoals blijkt uit de brief van de hand van de schout van Hattem, die zij overlegt

200 De jufferen beklagen zich 1. dat ze nu voor 148 daalder worden aangeslagen, terwijl ze naar oud gebruik in de gewone schatting voor 116 carolusgulden bezwaard waren toen ze nog al hun beesten en have hadden; 2. dat die 16 paarden en 18 ruiters ten laste van de boeren moeten komen, zoals dat ook elders gebeurt; 3. dat Hattem 24 paarden had, Wezep, Hattemerbroek en Voskuil samen 12 paarden en dat ze een andere verdeling voorstellen met een opsomming van de bewoners in drie categorieën van draagkracht: a. die met ploeg te velde gaan, b. de katers en c. de renteniersen

199 Gerryt then Holt, schout van Epe, in deze zaak plaatsvervanger van Henrick Bentynck, landdrost van Veluwe, oorkondt dat Gerryt Janss Claerenbeeck namens Gerryt Janss, rentmeester van Clarenwater, getuigt dat 16 paarden en 18 man van Clarenwater op het conventsgoed te Epe genaamd Clarebeeck, gekomen zijn om die te onderhouden.
Getuigen: Gerryt Roleffs en Gerryt Wolters

198 Missive van Albert Blanckebyll aan de lieve vriendin, de kelnerse van Clarenwater: de burgemeester doet het verzoek om morgen voor de middag, zoals ook aan Gerrith Janss gevraagd is, de resterende schatpenningen van de ruiterkosten te komen betalen, namelijk 1.116 carolusguldens en 3 stuivers