236 Eerbare besunder goede vriend: Ons heeft te kennen gegeven Ghiele van Triest, onze ingezeten burgerse, woe dat zij verkocht heeft ene, genaamd Derick Duymken, haar erve en goed, dat zij liggende heeft in alle"bevynde" in de ambte van Overbetuwe in het kerspel van Elst, dat Sander Janss nu ter tijd bewoont, en dat nu naderhand gekomen is Johan Henrickss, echte man van Giele voorzegd, en zou Derick Duymken gezegd hebben dat het goed, dat hij alzo van Gielen, zijn huisvrouw, gekocht had, hem toebehoorde en dat hij de koop van geen waarde hield; dat hij des goeds niet gebruikte dede hij dat daar en boven en zou hem niet te willen wezen; als wij dit alles verstaan hebben; Zo, goede vriend, begeren wij U goedlijk te weten dat Johan Henrickss voorzegd heden op dinsdag in onze raadhuis geweest is en heeft voor schepenen Sander Tengnagell en Jan van Mekeren bekend en overgegeven dat overmits de vrienden een vriendelijk maaggescheid tussen hem en zijn huisvrouw bededingd is, waar hem onder andere toegescheiden is zekere penningen, waarmede hij van alle erve en goed van Giele, zijn huisvrouw, erfelijk en eeuwelijk gescheiden zal wezen, alles naar vermogen der maaggescheidsbrieven, daarvan gemaakt, en voor dezelve schepenen Sander Tengnagell en Johan van Mekeren bekende Johan Henrickss voorzegd dat hem zulk gescheid, overmits de vrienden bededingd, geheel en al voltagen, opgelegd en betaald is de leste pennink met de eerste, alles naar vermogen der maaggescheidsbrieven voorzegd en bekende mede dat hij en zijn erven aan alle erve en goed van Giele, zijn huisvrouw, reed en onreed, niet uitgescheiden, onterfd en geen aanspraak, recht noch toezeggen meer te maken noch te behouden in geenrewijs; begeren hierom "degen" vriendelijk alzo te willen voegen dat Giele van Triest,

203 In nomine Dm. amen: heb ik Mente van Name mijn testament gemaakt met bedachte wil, oorlof en raad en in tegenwoordigheid van mijn man dat hij mij beloofd heeft in tegenwoordigheid van Meester Evert, mijn biechtvader, en de getuigen, die hierna geschreven, alzo uit te richten en te betalen als hierna beschreven staat, want het mijn uiterste wil zonder wederzeggen van mijn vrienden of enige intochtelijke argelist; - Item "tho" den eersten mijn moederkerk 1 currentgl.; - Item Sente Peter, mijn nabuur, 2 current gl.; - Item de broeders van de Observanten een half malder weits; - Item mijn pastoor een halve gl.; - Item Meester Evert, mijn biechtvader, 1 enkele gl.; - Item de koster een halve gl.; - Item Sente Annen mijn beste gordel en beste pater noster; - Item Sente Crispinus 1 current gl.; - Item Sente Katherynengasthuis 1 current gl.; - Item tot Sente Johan begeer ik mijn groeve en daar zal mijn man geven 2 "tarcysen" van 1 gl.; - Item zal men spinden op mijn maanstond 1 malder weits; - Item Sente Nyclaess aan de Rijnpoort besette ik eens een halve gl.; - Item Lambert, mijn knecht, 1 current gl.; - Item Mente, mijn nicht, die aan de Broick woont, geef ik mijn rode rok en 3 current gl.; - Item Agatha, mijn nicht, zal hebben mijn grauwe tabbert en 3 hoorns gl.; - Item Gerdekenss of Geertruyt Cuperss geef ik mijn groene rok met 2 nieuwe rode mouwen met zilveren haken; - Item mijn mans zuster "tho Husell" geef ik mijn lange "hoecke"; - Item mijns mans broeders wijf geef ik mijn beste "kovell"; - Item voorts zo bekenne ik hier openbaar en geef met deze gezonde harte, bedachte moede en machtige leden dat ik kon gaan, want ik wil Arnt, mijn man, alzulk deel en erftaal en helft als ik heb en mij behoort aan het huis, waarin wij wonen, want hij dat met zijn zure arbeid gewonnen heeft, waarmede hij dat gekocht heeft en niet van mij of de mijnen gekregen heeft en ook om verdienst wille hij mij gedaan heeft en na mijn dood doen wil,

823 Voorts mede heeft Luyte van der Plancken bij dezelve eed getuigd en gezegd dat haar wittig en kondig is dat zal. heer Henrick Scheyffert gekomen is tot Hermen Wychmanss voorzegd en begeerde van hem dat hij hem wilde geven 5 of 6 enkele gl. in afkorting van hetgeen hij hem schuldig zou worden op Pasen toekomende van zulke schild als hij jaarlijks had uit het Nyehuyss; want hij zijn bedevaart reizen wilde; zo heeft Hermen heer Henrick voorzegd ten zelven maal gegeven 5 gouden Rijnse gl. en de zesde gl. werd ten zelven tijden verdronken in bijwezen van Henrick Leydecker; NB: genoemd als getuigenis aangaande Johan Kaick tegen Styne Otter;

822 Voor schepenen Jacop Ridder en Johan Gruyter is gekomen Luyte van der Plancken met recht gebaad om een getuig der waarheid te geven en heeft getuigd en gezegd dat haar wittig en kondig en een tijd van jaren geleden is dat zal. Hermen Wychmanss, wilner echte man van Luyte voorzegd, afgekocht heeft één, geheten Willem van Schayick, huis en hofstede, geheten dat Nye huyss, gelegen aan de Oort, op zekere condities en voorwaarden, die zij met de ander overkwamen; beheltlick doch in allen heer Henrick Scheyffert, priester, zulke 11 oude schilden als hij uit het voorgemelde Nyenhuyss jaarlijks geldende had, en woe dat daarna Willem van Schayick van den leven ter dood gekomen is en zo heeft Henrick Leyendecker Janss daarna in der echtschap gekregen de nagelaten weduwe van zal. Willem voorzegd en zo heeft Henrick Leyendecker ten zelven tijden Hermen Wychmanss daartoe gebracht dat hij van de 11 schilden 2 schilden heeft moeten lossen naar vermogen van zegel en brief, daarvan wezende, alzo dat uit het voormelde Nyenhuyss niet meer bleef gaan dan 9 oude schilden, welke 9 oude schilden Styne Otter een lange tijd van jaren bezeten en van de voorzegde Luyte duckmaal ontvangen en deze aan haar betaald heeft als een rechte erfgenaam van de nagelaten goederen van zal. heer Henrick voorzegd, want Styne voorzegd van dezelve naar recht en gewoonte der stad Arnhem een voorvank gedaan had; deze voormelde getuig[enis] heeft Luyte van der Plancken met opgerichte vingers gestaafs eeds lijflijk Gode ten heiligen gezworen aldus woe voorzegd geschied te wezen;