4828 Missive van het hof aan Johan van Groesbeeck, heer van Groesbeeck, Heumen, Malden en Beek. Naar aanleiding van het hierbij gaande request van Willem van de Grint wordt hem opgedragen Goessen Vaeck te gelasten binnen 3 weken te dupliceeren.
(Zie brief van 24 mei No. 4789).
Zie brief van 21 augustus 1564 No. 5081

5754 Missive van het Hof aan graaf Willem van den Berg. Naar aanleiding van de benoeming van Frederick Uthenham tot ambtman van Bilandt en Pannerden en de door den graaf uitgesproken hoop, dat deze geen overlast moge lijden, omdat hij uit Utrecht verbannen is, geeft het Hof te kennen, dat de Geunieerden afgesproken hebben, dat niemand, die uit een der gewesten verbannen is, in een ander zal toegelaten worden, en zegt, dat te Utrecht onderzoek zal worden gedaan naar de redenen van zijn verbanning.
Zie Br. v.e.a.h. Hof No. 3880

1415a Missive van den Stadhouder aan Matheus van Hoesden, Gherit Peterssen, Henrick Morinck, Engelken Daemen, Cornelis Bauwentsz, en de erfgenamen van Ghisbert van Gendt, met last om de signaten en protocollen, zoo van de buitenbanken als van de stad te restitueeren aan B. S. en R. van Zalt-Bommel, die ze in het archief zullen deponeeren

1356a Missive van B. S. en R. van Zalt-Bommel in antwoord op die sub. No. 1324. Hierbij gaan de antwoorden van Henrick Morinck, Egen Wolterss q.q., Goris de Bruyn en Neell Rincx op het request van Jacob Roeloffsz