Cornelis Timmer verkoopt aan de gezamenlijke geërfden van de Eder Hooge en Loobosch, voor 270 gulden, een derde gedeelte van een vierde deel van een hoeve hout in het Eder Hooge en Loobosch.

Cornelis Timmer, jongeman, verkoopt aan Otto van de Vijsel en zijn vrouw Egbertjen Huijbers, voor 386 gulden en 5 stuivers, vijf schepel bouwland op de Geeren, gelegen op Veluwen in het ambt en dorp van Ede, oostwaarts Willem Suermondt, zuidwaarts Maas Janssen en noord- en westwaarts de weg, Brant van Raaij behoudt zijn mestrecht.

Cornelis Timmer, jongeman, verkoopt aan Brandt van Raaij en zijn vrouw Philipsjen Cornelissen van Raaij, voor 122 gulden en 10 stuivers, een halve molder bouwland gelegen op Veluwen in het ambt en dorp van Ede op de Ederbergh, genaamd het Polletjen, oostwaarts de kerk van Ede, westwaarts Aart Brouwer, zuidwaarts de weg, noordwaarts de Langeackers, Teunis Stevenssen behoudt zijn mestrecht.

Arent van Bemmel en Otto van de Vijsel, kerkmeesters van Ede, verkopen met toestemming van de graaf van Wassenaer, als overkerkmeester, aan Antonij Timmer, jongeman, voor 100 gulden, een hof gelegen op Veluwen in het ambt en dorp van Ede, oostwaarts Antonij Timmer, west- en noordwaarts Aert Brouwer en zuidwaarts de straat.