0417
Heerlijkheid Nederhemert 1
Inleiding
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
Inventaris
07. 1531-1550
303 Claes Buijs Henricszoon en Henric van Outheusden, schepenen in Heusden, verklaren:
1. dat hun vertoond is een memoriaalboek in de kerk te Hemert berustende, waarin het volgende staat aangetekend:
In 1479 op sinte Pontiaensavont (18 november) doen quamen die van den Bossche tot Hemert ende bornden tot Hemert en bornden dair een groot deel huijsen en die molen en een rosmolen en doe lach die hertoge van Oestenrijck ten Bos, Item des dordendaigs nae Sinte Mertijn in dat selve jair doen quamen die van den Bossche weder met haire zuyten tot Hemert en cregen dat huis tot Hemert met een denge dat zij quelliken hielden, en doe lach Steesken van Hemert op dat huijs met een deel gesellen en ginck dair af en die van den Bossche weder op en vuerden dair al den huisraet af ten Bos en des was een groot deel, en staecke dat huijs aen ende berndent vuijt en voirt dat meestedeel van Hemert en sceijnden die kerk ende cramen ende bornden oick vele hopstaecken en namen oick veele perden en koijen en bedden ende voirt al den huijsraet die tot Hemert was en des was een groot deel, want hem over zegel en brief gesciede die hem die hertoge van Oestenrijck gegeven hadde, dairomme en hadden sij nijet veele gevlucht noch wechgedaen.
2. dat heer Dirckszoon, priester en deken der collegiatekerk van Sinte Servaes te Hemert getuigd heeft, dat deze woorden geschreven zijn in het bedoelde memoriaalboek door een vroom man, genaamd Staes Dircszoon in leven dijckgrave, kerkmeester en scepen der heerlijkheid Hemert, wiens registeren en scrijftueren noch huijdendaigs gehouden wordden voir auctentijck, 1543 februari 12. 1 charter
N.B. Op perkament, met de geschonden uithangende zegels in bruin was der schepenen.
1. dat hun vertoond is een memoriaalboek in de kerk te Hemert berustende, waarin het volgende staat aangetekend:
In 1479 op sinte Pontiaensavont (18 november) doen quamen die van den Bossche tot Hemert ende bornden tot Hemert en bornden dair een groot deel huijsen en die molen en een rosmolen en doe lach die hertoge van Oestenrijck ten Bos, Item des dordendaigs nae Sinte Mertijn in dat selve jair doen quamen die van den Bossche weder met haire zuyten tot Hemert en cregen dat huis tot Hemert met een denge dat zij quelliken hielden, en doe lach Steesken van Hemert op dat huijs met een deel gesellen en ginck dair af en die van den Bossche weder op en vuerden dair al den huisraet af ten Bos en des was een groot deel, en staecke dat huijs aen ende berndent vuijt en voirt dat meestedeel van Hemert en sceijnden die kerk ende cramen ende bornden oick vele hopstaecken en namen oick veele perden en koijen en bedden ende voirt al den huijsraet die tot Hemert was en des was een groot deel, want hem over zegel en brief gesciede die hem die hertoge van Oestenrijck gegeven hadde, dairomme en hadden sij nijet veele gevlucht noch wechgedaen.
2. dat heer Dirckszoon, priester en deken der collegiatekerk van Sinte Servaes te Hemert getuigd heeft, dat deze woorden geschreven zijn in het bedoelde memoriaalboek door een vroom man, genaamd Staes Dircszoon in leven dijckgrave, kerkmeester en scepen der heerlijkheid Hemert, wiens registeren en scrijftueren noch huijdendaigs gehouden wordden voir auctentijck, 1543 februari 12. 1 charter
N.B. Op perkament, met de geschonden uithangende zegels in bruin was der schepenen.
0417 Heerlijkheid Nederhemert 1
Inventaris
07. 1531-1550
303
Claes Buijs Henricszoon en Henric van Outheusden, schepenen in Heusden, verklaren:
1. dat hun vertoond is een memoriaalboek in de kerk te Hemert berustende, waarin het volgende staat aangetekend:
In 1479 op sinte Pontiaensavont (18 november) doen quamen die van den Bossche tot Hemert ende bornden tot Hemert en bornden dair een groot deel huijsen en die molen en een rosmolen en doe lach die hertoge van Oestenrijck ten Bos, Item des dordendaigs nae Sinte Mertijn in dat selve jair doen quamen die van den Bossche weder met haire zuyten tot Hemert en cregen dat huis tot Hemert met een denge dat zij quelliken hielden, en doe lach Steesken van Hemert op dat huijs met een deel gesellen en ginck dair af en die van den Bossche weder op en vuerden dair al den huisraet af ten Bos en des was een groot deel, en staecke dat huijs aen ende berndent vuijt en voirt dat meestedeel van Hemert en sceijnden die kerk ende cramen ende bornden oick vele hopstaecken en namen oick veele perden en koijen en bedden ende voirt al den huijsraet die tot Hemert was en des was een groot deel, want hem over zegel en brief gesciede die hem die hertoge van Oestenrijck gegeven hadde, dairomme en hadden sij nijet veele gevlucht noch wechgedaen.
2. dat heer Dirckszoon, priester en deken der collegiatekerk van Sinte Servaes te Hemert getuigd heeft, dat deze woorden geschreven zijn in het bedoelde memoriaalboek door een vroom man, genaamd Staes Dircszoon in leven dijckgrave, kerkmeester en scepen der heerlijkheid Hemert, wiens registeren en scrijftueren noch huijdendaigs gehouden wordden voir auctentijck, 1543 februari 12. 1 charter
N.B. Op perkament, met de geschonden uithangende zegels in bruin was der schepenen.
1. dat hun vertoond is een memoriaalboek in de kerk te Hemert berustende, waarin het volgende staat aangetekend:
In 1479 op sinte Pontiaensavont (18 november) doen quamen die van den Bossche tot Hemert ende bornden tot Hemert en bornden dair een groot deel huijsen en die molen en een rosmolen en doe lach die hertoge van Oestenrijck ten Bos, Item des dordendaigs nae Sinte Mertijn in dat selve jair doen quamen die van den Bossche weder met haire zuyten tot Hemert en cregen dat huis tot Hemert met een denge dat zij quelliken hielden, en doe lach Steesken van Hemert op dat huijs met een deel gesellen en ginck dair af en die van den Bossche weder op en vuerden dair al den huisraet af ten Bos en des was een groot deel, en staecke dat huijs aen ende berndent vuijt en voirt dat meestedeel van Hemert en sceijnden die kerk ende cramen ende bornden oick vele hopstaecken en namen oick veele perden en koijen en bedden ende voirt al den huijsraet die tot Hemert was en des was een groot deel, want hem over zegel en brief gesciede die hem die hertoge van Oestenrijck gegeven hadde, dairomme en hadden sij nijet veele gevlucht noch wechgedaen.
2. dat heer Dirckszoon, priester en deken der collegiatekerk van Sinte Servaes te Hemert getuigd heeft, dat deze woorden geschreven zijn in het bedoelde memoriaalboek door een vroom man, genaamd Staes Dircszoon in leven dijckgrave, kerkmeester en scepen der heerlijkheid Hemert, wiens registeren en scrijftueren noch huijdendaigs gehouden wordden voir auctentijck, 1543 februari 12. 1 charter
N.B. Op perkament, met de geschonden uithangende zegels in bruin was der schepenen.
Datering:
1543 februari 12
Omvang:
1 charter
laatste wijziging 12-07-2012
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden