Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Heren en graven van Culemborg

0370 Heren en graven van Culemborg

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0370   Heren en graven van Culemborg
Inleiding
01. Auteursrechten en andere rechten
02. Openbaarheid en citeren
03. De Heeren en Graven van Culemborg
04. Verwante geslachten
05. Het goederenbezit in het algemeen
06. De vorming en organisatie van het graafschap Culemborg
07. De leenkamer
08. De geestelijke stichtingen in het graafschap Culemborg
09. De andere bezittingen in Gelderland
10. Bezittingen elders
11. Het archief
12. Aanpassingen in de oorspronkelijke versie van de inventaris
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.034 gedigitaliseerd
totaal 575.148 bestanden
Inventaris
1. Het archief van de Heeren en Graven van Culemborg
2. De archieven van geestelijke stichtingen in het Graafschap Culemborg
3. Varia
4. Regesten
4.2.01. 1-100
4.2.02. 101-200
4.2.03. 201-300
4.2.04. 301-400
4.2.05. 401-500
4.2.06. 501-600
4.2.07. 601-700
4.2.08. 701-800
4.2.09. 801-900
4.2.10. 901-1000
901 Hubert Doncker en Claes Claesz., schepenen in Scoenrewoerde, oorkonden, dat Willam Suueermont overdraagt aan Goessen Symansz. ten behoeve van den heer van Culenborch 4 morgen land op Overheycoep.
902 Neude van Spiic, richter te Culenborch, Gerit Ceser, Lambert van der Weteringe, Alaert van Yngen en Willam Zuermont Willamsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Heinrick Dierc Woutersz. belooft aan heer Gunter die Keymp, priester, ten behoeve van het kapittel van St. Barbara aldaar, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit een huis en hofstad.
903 Jacob, hertogin in Beyeren, gravin van Henegouwen, Hollant etc., geeft aan de geërfden van Culenburch en van Vyanen toestemming om den Zerick in het land van Arkel weder voor waterafvoer te gebruiken.
904 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent, na opdracht door Aernt Bloemert op 26 Juni, Mechteld, dochter van Neude van Spiick, met 6 morgen land in het land van Culenborch in de Avontuer, afkomstig van wijlen Johan Bloemert, broeder van Aernt.
905 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent, na opdracht respectievelijk door Beernt die Wilde en Aernt Bloemert, Mechteld, dochter van Neude van Spiick, met 10 morgen in het land van Culenborch op de Rolle, en met 6 morgen aldaar in de Avontuer, van welke 10 morgen Mechtelt, weduwe van Hubert van Malderick, den lijftocht bezit.
906 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, en Johan, heer tot Culenborch, ter Lecke en ten Weerde, verklaren een verbond aangegaan te hebben voor 12 jaar.
907 Sweder, bisschop van Utrecht, verklaart, met toestemming van de 5 kapittels, te Arnhem resideerende, van zijn broeder heer Johan, heer tot Culenborch etc., geleend te hebben een som van 4046 guldens, op onderpand van het huis ter Eembruggen en het maarschalkambt van Amersfoirt en Eemlant.
908 Johan, heer to Culenborch etc., zijn vrouw Aliit van Goeterswiick en zijn oudste zoon Gerit erkennen verkocht te hebben aan prior en convent van het St. Barbara-huis van de Carthuiser-orde te Collen een rente van 100 schilden 's jaars, gaande uit de tienden te Mouderick, onder borgtocht van de stad Culenborg.
909 Johan, heer tot Culenborch etc., zijn vrouw Aleyt van Gutterswiick en zijn zoon Gerit beloven, binnen 1 jaar de bewilliging te verkrijgen van den hertog van Gelre op de verpanding, vermeld in de acte van 1430 Juli 24, reg. no. 908.
910 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, erkent verkocht te hebben aan heer Johan, heer tot Culenborch etc., een watergang van Redinchem door de Weydtssche steeg in de Meer en verder naar zijn Huis op de Huest.
911 Roprecht, jonghertog zo Guylge etc., erkent schuldig te zijn aan zijn raad heer Werker, heer zo Palant en Breydebent, 6000 rijnsche guldens, en verpandt hem daarvoor zijn ¾ deel van de stad Lynche bij de Ruere.
912 Heinric Borre van Ecke erkent verkocht te hebben aan het kapittel van St. Barbara te Culenborch al zijn rechten op de helft van de tienden te Eck, behoorende tot de pastoorsprebende aldaar.
913 Neude van Spiic, richter te Culenborg, Wouter van Overriin, Johan Philipsz., Alaert van Yngen en Gosen van Tiel, schepenen aldaar, oorkonden, dat Heinric Coevoet Jansz. overdraagt aan Heinric Diert Hermansz. 1½ morgen land op Zogewiick.
914 Johan Slabbart van Kyntswylre de jonge erkent schuldig te zijn aan Wilhem van Morcke een som van 100 rijnsche guldens.
915 Sigismund, Roomsch koning etc., beleent Ditrich von Prunchorst met de heerlijkheden Patenburch en Anholt, hem aanbestorven door doode van zijn vader.
916 Burgemeesters en raad van Duysborgh erkennen overeengekomen te zijn met heer Johan, heer to Culenborch etc., wat er op den tol te Embric betaald zal worden.
917 Neude van Spiic, richter te Culenborch, Gerit Ceser, Johan Philipsz., Alaert van Yngen en Willem Zuermont Willamsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Jacob Puelwiick, overdraagt aan Robbert JacobSZ. de helft van 4 ½ morgen land op Zogewiick.
918 Broeder Claes, prior van het convent der Kruisbroeders te Asperen, geeft vidimus van 9 leenbrieven van 1385 Juli 31, 1389 Juni 19, 1408 November 29, 1408 November 29, 1419 October n, 1409 Juli 23, 1419 October n, 1408 December 22 en 1421 Maart 13. Reg. no. 315, 329, 499, 500, 696, 519, 695, 502 en 719.
919 Wilhelm Koyrenmudder, burger te Coelne, erkent, dat Wernher van Palant en diens schout Geirhart hun aandeel in den borgtocht voor zijn compagnon Johan Pefgin, te Bachem voldaan hebben.
919a Hubert die Wolff erkent Van Johan van Bueren, heer tot Ewiick, ontvangen te hebben diens aandeel in een schuld van 1200 fransche schilden, door Arnolt, hertog van Gelre. c.s. aangegaan.
920 Johan, heer to Culenborch etc., beleent, na opdracht door heer Hubrecht van Culenborch, heer to Mere, diens bastaardzoon Johan van MERE met diens broeders en zusters, verwekt bij Beel Gosensdr., met den Doernyck c.a. onder Mouderick.
921 Gheryt, heer van Oy, beleent, na opdracht door Johan van Groesbeke, heer tot Hoemen, Malden en Beke, Goessen van Lyenden met een rente van 100 vlaamsche guldens 's jaars.
922 Willem, heer to Bueren en Bosinckhem, erkent schuldig te zijn aan heer Johan, heer to Culenborch, ter Leck en ten Weerde, een som van 2900 rijnsche guldens, waarvoor hij tot onderpand stelt een deel van de heerlijkheid Bosinckhem aan de Culenborchsche zijde.
923 Rodolph van Diepholt, postulaat te Utrecht, namens het Sticht, en de steden Utrecht en Amersfoirde sluiten, door bemiddeling van heer Willam, heer tot Bueren en Buesinchem, een verdrag met heer Johan, heer tot Culenborch, ther Leck en ten Weerde, en de stad Culenborch.
924 Sweder, bisschop to Utrecht, beleent heer Johan van Ghymmenich, ridder, met de tienden in de Mersche, te Hirten en te Heelsem in Veluwe, hem aanbestorven van zijn moeder Johan van Lyenden.
925 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, en de stad Bueren verklaren een verdrag aangegaan te hebben met heer Johan, heer tot Culenborch etc., in het bijzonder over de rechtspraak.
926 Heinrich van Wulven, knaap, erkent verkocht te hebben aan heer Johan, heer tot Culenborch etc., 4 morgen land bij het huis Vredesteyn, leenroerig aan den abt van Marienweerde.
927 Neude van Spiick, richter te Culenborg, Johan Philipsz., Gosen van Tiel, Alaert van Yngen en Willam Zuermont Willamsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Otto van Dalim overdraagt aan Heinric Diert Hermansz. ¼ deel van 6 morgen land op Zogewiick.
928 Wouter van Loenresloet en Noyde van Spiick, namens heer Johan, heer to Culenborgh etc., en Engelbert van Broickheze en Henrich Dye Valcke, namens Johan, zoon tot Homoit en Wyssche, maken de voorwaarden voor een huwelijk tusschen Arnd, oudste dochter van partij ter eenre met partij ter andere.
929 Sweder van Culenborch, bisschop te Utrecht, beleent Johan van Culenborch met het land van der Leck, met tienden, visscherijen etc.
930 Johan, zoon tot Homoyt en Wyssche, erkent ontvangen te hebben van heer Johan, heer te Culenborch etc., 1000 rijnsche guldens in afkorting op den bruidschat van diens dochter Arnd.
931 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, erkent verkocht te hebben aan Neude van Spiick een tiend in Buesinchem, leenroerig aan Bueren, genaamd de Voircoopsche tiend.
932 Willem, heer tot Bueren en Buesinchem, beleent Neude van Spiick met den Voircoipschen tiend bij Buesinchem.
933 Johan Uten Weerd Gherytsz., tynsmeester, en tynsgenooten oorkonden, dat Gheryt van Eck Dirxsz. en zijn vrouw Agnese overdragen aan Evert Uten Weerd Gherytsz., ten behoeve van den heer van Culenborch, een hofstad met 14 hont land in Wykermaet.
934 Jan Uten Weerde Gherytsz., tynsmeester, en tynsgenooten oorkonden, dat Gheryt Henrixsz. en zijn vrouw Korstine overdragen aan Evert Uten Weerde Geritsz, ten behoeve van den heer van Culenborch, een akker land, groot 1 morgen, in Wykermaet.
935 Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Jacob Willamsz., Ghiisbert Jansz. met zijn vrouw Engel, en Jacob Koenraitsz. met zijn vrouw Aleyt, overdragen aan Dirck van Bueren een hofstad met 4 morgen land op den Spiick onder Buerenmalsen, bewoond door Otto van der Stegen.
936 Neude van Spiic, richter te Culenborg, Wouter van Overriin, Jan Philipsz., Alairt van Ynghen en Willem Zurmont Willemsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Willem Zurmont overdraagt aan Peter van Yngen, ten behoeve der zusters van het O.L. Vrouwenhuis van de St. Franciscus' orde van penitentie te Culenborg, 4 morgen land op Lanxmervelt.
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.10. 901-1000
936
Neude van Spiic, richter te Culenborg, Wouter van Overriin, Jan Philipsz., Alairt van Ynghen en Willem Zurmont Willemsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Willem Zurmont overdraagt aan Peter van Yngen, ten behoeve der zusters van het O.L. Vrouwenhuis van de St. Franciscus' orde van penitentie te Culenborg, 4 morgen land op Lanxmervelt.
Datering:
1432 December 28 [op Alrekynderendach geheiten Innocentes martires]
NB:
Oorspr. (Inv. no. 8015), met de zegels van de oorkonders, waarvan de laatste twee zwaar geschonden.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
laatste wijziging 23-12-2010
937 Peter van Yngen, richter te Culenborg, en Gerit Ceser, Wouter van Overriin, Lambert van der Weteringe en Alaert van Yngen, schepenen aldaar, oorkonden, dat Lambert Jansz. belooft aan heer Gunter die Keymp, priester, ten behoeve van het college van St. Barbara te Culenborg, een rente van ½ schild 's jaars, gaande uit een huis en hofstad.
938 Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Aleyt van Ingen Alaertsdr. overdraagt aan Wouter van Dichteren de helft van een hofsiede met 3 morgen land onder Buerenmalsen over den Koedam.
939 Eernst van Ewiick Gerytsz., dijkgraaf, en Jan van Tyel Macharisz., Ghiisbert Paeuwe, Jan die Vlyeger Coenensz. en Geryt Damensz., heemraden op den Leckdijk onder Buesinchem, oorkonden, dat in de dijkschouw Riquiin van Beesde Riquiinsz. een stuk dijk, dat behoort bij verschillende perceelen land onder Buesinchem, overbrengt op 3 ½ morgen land op Assche, door hem gekocht van Lubbert Keye.
940 Philips, hertog van Boergoengen etc., gelast aan zijn tresorier en generaal-gouverneur van zijn financiën, aan zijn "zuster" Jacob, hertogin in Beyeren, zooveel uit te betalen als de renten van de stad en het slot Leyderdamme, met het land van der Leede en van Scoonderwoerde, welke door den heer van Egmond in pand worden gehouden, en welke renten haar bij het verdrag zijn toegezegd, bedragen.
940a Phillips, hertog van Boirgondien etc., beslist in de geschillen, ontstaan na den dood van den heer van Voorst en van Asperen, tusschen Vrederic van Rechteren namens zijn vrouw en heer Jan van LangeraEck namens zijn dochter, dat zijn raden en kamerlingen heer Roeland van Uutkercke, heer van Meestert en Heemsrode, en heer Huge van Lannoy, heer van Santis, een uitspraak zullen doen.
941 Lodewiick de Wale, burger te Utrecht, erkent in pacht ontvangen te hebben van den deken en het kapittel van Oudmunster te Utrecht de helft van de tienden onder Gaspaerde en Goetberdinge en de helft van een tiend te Everdingen.
942 Arnolt, hertog van Gelre etc., belooft een hoofdheer te zijn van zijn raad Johan van Bueren, heer tot Ewiick, die om zijnentwille vijand is geworden van den hertog van den Berge, het land van Gulich en heer Werner van Palant.
943 Arnoldt, hertog van Gelre, belooft steun en schadeloosstelling
944 Sweder, bisschop toe Utrecht, beleent, na opdracht door Jan van Culenborch, zijn ncve Hubert van Culenborg, bastaard, met zijn goederen in de Alblasserwaard, nl. Strevelant, Leckerlant, Blaskensgrave, Brantwiick en Gibelant, met de ambachtsheerlijke rechten, met tienden, tyns, veren, visscherijen en vogelarijen.
945 Johan, heer tot Culenborch etc., beleent, op verzoek van zijn broeder bisschop Sweder van Utricht, zijn natuurlijken zoon Hubert, van Culenborgh met alle goederen, die zijn neve Johan van Culenborch bezat, en die deze aan Sweder overgedragen heeft.
946 Wilijem, heer to Buren en Bosynckhem, geeft kwijtschelding aan heer Johan, heer to Culenborch etc., van de belofte, welke heer Hubert, heer to Culenborch, aan zijn (WillemS) vader Giisbrecht betreffende een leengoed gedaan heeft.
947 Aernt Mercelisz., richter te Culenborg, Lambert van der Weteringe, Gerit Ceser, Alaert van Yngen en Willem Zuermont, schepenen aldaar, oorkonden, dat Bartout van Tiel Geritsz., Jan die Zwert en Barbare Geritsdr. van Beesde overdragen aan Heinric Diert Hermansz. 1½ morgen land op Zogewiick.
948 Arnolt, hertog van Gelre etc., beleent, na opdracht door Balthasar van Bueren, heer Johan, heer tot Culenborch etc., met het huis ten Vredensteyne met de hofstede en 5 geweren land.
949 Arnolt, hertog van Gelre etc., beleent, na opdracht door heer Willem van Bueren, heer Johan, heer van Culenborch etc., met een deel van de heerlijkheid Boesinchem.
950 Jacob, heer van Gaesbeke, Apcoude, Putte en Strien, erfmaarschalk van Henegouwen, verklaart aan Henric van Mauderick een rente van 8 ganzen 's jaars, gaande uit zijn veerstad te Wyel, gegeven te hebben.
951 Arnolt, hertog van Gelre etc., geeft zijn goedkeuring aan de verpanding, vermeld in den brief van 1430 Juli 24, reg. no. 908.
952 Notaris Johannes Zuermont instrumenteert, dat Swederus, bisschop van Traiectum, zijn testament maakt.
953 Elyaes van Ameronghen, knaap, beleent Ghisebrecht van Nyenrode met 3 morgen land bij zijn huis te Amerongen.
954 Jacob Jansz., richter te Amerongen namens den domproost heer Jacob van Ziirck, en Jan van Wnc Haessensz., richter te Amerongen namens jonker Jacob, heer tot Gaesbeec etc., oorkonden, dat Euaes van Amerongen overdraagt aan Ghysebert van Nywenrode 11 morgen land te Amerongen in den Spiic.
955 Werner Vamme Dreissche, Heinrich van Betgenhusen, knapen, en Arnolt van Rymelsberch, kanunnik te Kerpen, geven vidimus van den brief van 1416 November 4 (reg. no. 631).
956 Johan van Hoesteden en zijn vrouw Mettelgyn verklaren overeengekomen te zijn met Werner van Palant, dat deze hun land gend. de HoeltzhEcke, en zij zijn land, groot 7½ morgen, aan de Bachemerstraat, hebben zullen voor 12 jaar.
957 Neude van Spiick, richter te Culenborch, Hubert van Culenborch, bastaard, Gerit Cezar, Johan Philipsz. en Willem Zurmond, schepenen aldaar, oorkonden, dat heer Johan, heer to Culenborch, afstand doet van zijn rechten op de nalatenschap van zijn broeder heer Sweder, bisschop van Utrecht.
958 Neude van Spiic, richter te Culenborg, Hubert van Culenborg, bastaard, Wouter van Overriin, Gerit Ceser en Johan Philipsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat de jonkers Peter en Gerit van Culenborg, gebroeders, van al hun rechten op het land van der Lecke, hun aanbestorven van hun broeder Sweder, bisschop van Utrecht, afstand doen.
959 Johan, heer to Culenborch en ter Leck, beleent zijn bastaardzoon Hubert van Culenborch met het land van der Leck in Alblasserwert.
960 Eernst van Ewiick Gerytsz., richter te Buesinchem, oorkondt, dat Heynric van Voern en zijn moeder Margriet overdragen aan Aernt Reynersz. hun rechten op 3½ morgen land onder Buesinchem in de Aftercopen.
961 Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Goetscalck Willamsz. en zijn vrouw Fye, en Gheertruyt, Aleyt, Weyndelmoet en Mergriet Hubertsdrs. overdragen aan Wouter Lambertsz. 2 morgen 24 roeden land onder Buerenmalsen, geheeten Over die Voer.
962 Henrich, abt van St. Marienweerd, geeft vidimus van den brief van 1414 October 8 (reg. no. 588).
963 Johan van Arkel, heer tot Hokelem, erkent schuldig te zijn aan heer Johan van Gymmenich, heer tot Visschel, 200 rijnsche guldens, en stelt tot onderpand daarvoor een gedeelte van zijn slot van Hokelem, nl. de oude zaal, met den kleinen toren en het gebruik van bruggen, poorten en dgl.
964 Willem, heer to Bueren en Bosynckhem, verklaart, dat hij, ten verzoeke van heer Johan, heer to Culenborch, afstand doet van zijn rechtsvordering tegen den abt van St. Marienweerde, en dat hij de onderzaten van Culenborch niet verder schatten zal dan bepaald zal worden door Johan, heer to Broickhusen, Weerdenberg etc., en heer Sweder Kobbynck, commandeur te Tyele.
965 Arnolt, hertog van Gelre etc., belooft aan heer Johan, heer tot Culenborgh, zich te zullen houden aan hun te Boemel ontworpen verdrag, vergunt hem de lossing van het ambt van Nederbetuwe en de verplaatsing van den tol te Embrick naar Loebede.
966 Arnolt, hertog van Gelre etc., beleent heer Johan, heer tot Culenborch, Leck etc., met de heerlijkheid Boesinchem.
967 Roedolph, bisschop tot Utrecht, beleent heer Johan van Ghymmknych, heer tot Vysschel, ridder, met de Rott-tienden in de Merssche, de tienden te Hyrten en te Heelsom in Velouwen, hem aanbestorven van zijn moeder Johanna van Lienden, wie ze aanbestorven waren van haar broeder Deric van Lienden.
968 Willam van Hoekelem, abt van St. Paul te Utrecht, beleent heer Johan van Gymmenich, heer tot Vysschel, ridder, met den Olden Weerdt bij de Nye Lede, hem aanbestorven van zijn moeder Johanna van Lyenden, die het leen geërfd had van haar broeder jonker Derick van Lyenden.
969 Johan van Arkel, heer tot Hokelem, en Johan van Ghemenich, heer tot Visschel, verklaren elkander bijstand beloofd te hebben tegen jonker Walraven van Moerse wegens het huis ter Lehe en de heerlijkheid Lyenden, die deze heeft ingenomen.
970 Phillips, hertog van Bourgoingen etc., graaf van Hollant etc., beleent, na opdracht door Geryt van Culenberch, bastaard, Ghiisbrecht van Nïenroden met het huis te Amerongen c.a.
971 Neude van Spiick, richter te Culenborg, Wouter van Overriin, Johan Philipsz., Alaert van Yngen en Reyner Eernstz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Heymeric van Vulcoep, Aliit, weduwe van Dirck Man, en Mergriet en Aleit, dochters van Dirck Man, overdragen aan Dirc en Mergriete, kinderen van Aernt Coppier, hun aandeel in een halve hoeve land op Wolfslant, hun aanbestorven van Aernt Coppier, hetwelk bij kinderloozen dood van Dirc en Mergrieta aan de verkoopers zal terugkeeren.
972 De heilige algemeene Synode te Basilia beveelt aan den aartsbisschop van Colonia, den proost van St. Salvator en den deken van St. Jan te Traiectum, om het kapittel van Culenborch in het bezit van zijn goederen te handhaven en met geen tollen of schattingen te bezwaren.
973 Besillis van Hoittorp, zoon van wijlen heer Herman van Hotttorp, ridder, erkent overgedragen te hebben aan heer Werner, heer zo Pallant en Breydenbent, het slot en de heerlijkheid Kyntzwylre, zooals zijn oom, heer Johan van Kyntzwylre, ridder, deze bezeten had.
974 Coyntzgyn, zoon van wijlen Johan Koetz, burger te Coelne, en zijn vrouw Duyrgyn, verklaren, dat jonker Werner van Pallant hun betaald heeft hetgeen deze aan Johan schuldig was.
975 Adoulph, hertog zu Guylge etc., beleent, na opdracht door Baselis van Hoittorp, heer Wernher, heer zo Palant en Breydenbeynt, met het slot Kyntzwylre.
976 Wilhem van Buschfelt, ridder, Engelbrecht van OirsbEck, heer zo Oylbrucge, Johan van Pallant, Johan van Rynszheym, Heinrich van Goyrstorp, Johan van LoyrsbEck, Johan van Gymmenich en Johan van Pallant de jonge doen als scheidslieden uitspraak in de geschillen tusschen Johan van Hoisteden en Werner van Pallant over hun heerlijkheden en goederen te Vrechen en te Baichem.
977 Doulph, hertog zo Guyliche etc., beleent, tevens namens heer Wilhem van Loen, heer zo Guylche, graaf zo Blanckenheym, Baselis van Hoittrop met het slot Kintzwylre, en daarna, na opdracht door dezen, heer Wernher, heer zo Palant en Breydenbeynt.
978 Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Dirck van Bueren en zijn vrouw jonkvrouwe Hubert van Malsen overdragen aan Ghiisbert Barwoutsz. den brief van 1432 December 25 (reg. no. 935), waar deze doorgestoken is.
979 Daniel van Everdingen, richter in de kerspelen Everdingen en Zidervelt, Wyllem van der Meent, Jan die Meyer en Jan Dircsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Roelof Hermansz. opdraagt aan Gerit Aerntsz. ten behoeve van heer Jan, heer tot Culenborch, 7 morgen land op Lange Bolgery.
980 Henkyn Joeps van Bacheym legt een verklaring af over hetgeen jonker Gerart van Hembergh gezegd had over een onderneming met zijn broeder Arnoult van Hembergh tegen Werner van Pallant.
981 Johannes Offerman en Peter van Zynssem, "lantlude" van het gericht te Vrechen, oorkonden, dat Peter Scholer, wonende te Bacheym, verklaart, dat de hof van heer Costiin Vamme Horne te Bachheym jaarlijks 2 malder uien en 50 eieren op het hooge huis te Bacheym moet betalen.
982 Heinrich, abt van St. Marienweerde, geeft vidimus van den brief van 1433 Juni 12 (reg. no. 944).
983 HenricH, abt van St. Marienwerde, geeft vidimus van den brief van 1422 Augustus 24 (reg. no. 756).
984 Adriaen van Bueren, bastaard, verklaart kwijtschelding te geven aan jonker Johan van Bueren, heer to Ewick, van zijn gevangenschap en "nederlage" voor Bueren.
985 Arnolt, hertog van Gelre etc., belooft zijn raad Johan van Buren, heer tot Ewick, schadeloos te zullen houden wegens een borgtocht tegenover heer Willem van Buren.
986 Johannes Offerman te Vrechen, Henkyn Oem de oude, Coengyn Gruysser en de andere leenmannen van het huis te Over-Bacheym verklaren, dat het tynsboek van Bacheym, dat jonker Werner van Pallant bezit, een goed en oud tynsboek is, en hetzelfde tynsboek is, dat wijlen jonker Arnoult Thoyns van Bacheym en zijn vrouw Metze gebruikt hebben.
987 Henkyn Stabeyn, Henkyn Oem de jonge en Henkyn Pesgyn, gezworenen van den hof te Bacheym, gend. de Abdye, verklaren, dat op den hof van heer Costin Vamme Horne te Bacheym, thans bezeten door jonker Johan van Hofsteden en de vrouwe van Hemberg, gezworenen moeten zijn.
988 Heer Diderich, aartsbisschop van Colne, en heer Werner van Pallant, heer zo Breydenbeen.de, ridder, met zijn zoons Johannes den oudsten en Werner, gaan, door tusschenkomst van Adolph, hertog zo Culge etc., een compromis aan betreffende de behandeling van hun geschillen.
989 Jan van Arckel, heer tot Hoekelom, belooft aan heer Jan, heer tot Culenborch etc., dat hij de 5000 rijnsche guldens, die deze aan zijn dochter Beerte ten huwelijk heeft medegegeven, binnen 1½ jaar in goederen, waarvan zij den lijftocht zal krijgen, zal beleggen.
990 Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Goesen van Tiel en zijn vrouw Korstiin overdragen aan Wolter van der Weyden ten behoeve van Ghiisbert van HerdenbroEck 8½ morgen land, in verschillende perceelen gelegen.
991 De heer van Culenborch en Johan, heer to Homoit, gaan een overeenkomst aan, waarbij eerstgenoemde belooft aan den heer van Homoit 1000 guldens te zullen betalen, en hem voor de rest van diens vordering den tol te Embrick verpandt.
992 Johan, Gerart en Wilhem van Goer, gebroeders, en Arnolt en Wynmar van Kintzwylre, gebroeders, oorkonden, dat zij van hun rechten op het slot Kintzwylre, waarvan zij de overdracht door Baeselis van Hoittorp aan heer Wernher, heer zo Palant en Breydenbeynt, betwist hadden, afstand doen ten behoeve van laatstgenoemden.
992a Arnolt, hertog van Gelre etc., verpandt voor geleende gelden aan zijn raad Derick van Bronchorst, heer tot Batenborch en Anholt, het slot Oyen.
993 Johan, heer tot Culenborch etc., beleent heer Zweer van der Weteringe, priester, kanunnik te Geervliet, met en belooft hem te handhaven in het bezit van den tiend Wolfslant en 6 morgen land op Parus, waarvoor deze hem in handen gesteld heeft het leengoed de Ruuschen-hoeve onder Hagensteyn, dat hij verpand heeft aan Jacob Heerkens te Wyanen.
994 Sweder van der Weteringe, priester, kanunnik te Gheervliet, erkent, dat heer Johan, heer tot Culenborch etc., den tiend met 6 morgen land op Parus, die deze aan hem in leen uitgegeven heeft, binnen 6 jaar zal mogen lossen, mits deze hem daarvoor de Ruysschen hoeve onder Hagesteyn in leen geeft.
995 Johan, heer tot Culenburch etc., beleent heer Sweer van der Weteringhe, priester, kanunnik van Geervliet, met den tiend Wolfslant en 6 morgen land op Pariis.
996 Roelant van der Eem, richter te Eck en Mauderic namens heer Johan, heer to Culenborch, oorkondt, dat Gheryt van Eck en zijn vrouw Agnese, Lamphol en Johan van Eck Deukensz. overdragen aan Johan Uten Weerd Gherytsz. ten behoeve van genoemden heer van Culenborch de helft van 12 morgen land onder Eck.
997 Johan, heer tot Homoit en Wyssche, erkent ontvangen te hebben van Johan Uytten Warde namens den heer van Culenborch 1000 rijnsche guldens.
998 Neude van Spiic, richter te Culenborch, Willem Zuermont, Reyner Eernstsz., Ywiin Hack van Overriin en Jan van Spiic, schepenen aldaar, oorkonden, dat Heymeric van Vulcoep overdraagt aan Willem Coppier Dircxz., ten behoeve van Dirc Aernt Coppiersz. en Mergriet Aernt Coppiersdr., al zijn rechten op een halve hoeve land op Priis.
999 (Arnold, ) hertog van Gelre etc., geeft aan Johan van Bueren, heer tot Ewiick, kwijtschelding van diens rekening van het ambt van Maze en Wale.
1000 Johan van Oye, heer tot Ubbergen, ambtman van het land van Bueren en Buesinchem, oorkondt, dat Jan Jacobsz. overdraagt aan Volquiin Hackert, ten behoeve van Wouter van Dichteren en Aleyd Alaertsdr. van Ingen, 8½ hont lands onder Buerenmalsen, geheeten Over die Voir.
4.2.11. 1001-1100
4.2.12. 1101-1200a
4.2.13. 1201-1300
4.2.14. 1301-1400
4.2.15. 1401-1500
4.2.16. 1501-1600
4.2.17. 1601-1700
4.2.18. 1701-1800
4.2.19. 1801-1900
4.2.20. 1901-2000
4.2.21. 2001-2100
4.2.22. 2101-2200
4.2.23. 2201-2300
4.2.24. 2301-2400
4.2.25. 2401-2500
4.2.26. 2501-2600
4.2.27. 2601-2700
4.2.28. 2701-2804
4.2.29. S1-S100
4.2.30. S101-S131
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.034 gedigitaliseerd
totaal 575.148 bestanden

Kenmerken

Datering:
1241-1810
Auteur:
A.P. van Schilfgaarde, K.J.W. Peeneman, W.F.M. Ahoud
Categorie:
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.034 gedigitaliseerd
totaal 575.148 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)