Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Waterschap De Gecombineerde Stoombemaling van de Zelderdsche Wetering

1922 Waterschap De Gecombineerde Stoombemaling van de Zelderdsche Wetering

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
4. Bestuur en ambtenaren
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
1922 Waterschap De Gecombineerde Stoombemaling van de Zelderdsche Wetering
Inleiding
6.
Uitvoering van de taak
De taak van het bestuur beperkte zich tot de zorg voor de daarstelling, het onderhoud en de bediening van het stoomgemaal en de direct daarbij behorende gebouwen en werken. Daarnaast had het toezicht op de gehele ring van het waterschap en op alle daarbinnen gelegen werken *  . In tegenstelling tot de regeling in De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee had het bestuur dus wel een recht van schouw over de waterleidingen in de inliggende waterschappen. Afgesproken werd dat elk bestuurslid in zijn eigen waterschap toezicht op de waterleidingen zou houden. Als er iets niet in orde was, zou hij dat berichten aan de voorzitter, die dan een schouw zou bepalen *  . Op deze wijze werd de schouw dus niet effectief gevoerd, zodat in 1909 de toenmalige voorzitter voorstelde om de weteringen die onder toezicht stonden van de respectieve waterschapsbesturen, onder het toezicht van De Gecombineerde Stoombemaling te brengen. Hiervan kwam niets, evenmin als van een nieuwe poging van de voorzitter in 1918 om dit te bereiken *  .
Het onderhoud in natura van de hoofdwatergangen, welke dienden om het water naar het stoomgemaal te leiden, en van de daarin of daarover gelegen werken, bleef ten laste van hen die daartoe al verplicht waren of door wie die werken ten behoeve van de stoombemaling waren aangelegd. Zo bleef het onderhoud van de nieuw gegraven verbindingswatergang tussen de Slaagse- en Zeldertse weteringen ten laste van de waterschappen De Slaag en Overzeldert.
Het gemaal, waarvan de bouw werd aanbesteed op 13 mei 1883 door schout en heemraden van De Slaag, was een stoomschepradgemaal met een nuttig vermogen in water van ca 30 pk. De kosten van het gebouw met de machinistenwoning en kolenbergplaats bedroegen fl. 16.700,--. Aannemer was C. van Soest te Mijdrecht. De stoommachine werd geleverd door de firma H. Bollinckx te Brussel voor fl. 12.500,-- *  . De kosten werden gedekt door het aangaan van een geldlening van fl. 30.000,-- tegen een rente van 4½%. In januari 1884 kon het gemaal in werking worden gesteld. De Neerzeldertse wetering werd in datzelfde jaar uitgediept op kosten van Neerzeldert. De Gecombineerde Stoombemaling verleende hiervoor een bijdrage *  .
Op voorstel van de voorzitter besloten de ingelanden in 1885 tot overname in beheer en onderhoud van de Neerzeldertse sluis van het waterschap Neerzeldert en tot verandering van de sluis in een stenen brug (in 1886), omdat de doorlaatopening te klein was en de sluis geen waterkerende functie meer had *  . De leidijken hadden door de werking van het gemaal te lijden. Herstellingen waren regelmatig nodig. Daarom onderzocht men in 1889 in financiële gevolgen in geval men ze met keien zou beleggen *  . In 1893 werd de noordelijke leidijk verzwaard in verband met de verhoging van de Slaagse dijk *  .
Twee jaar later werden met subsidie van het hoogheemraadschap de houten schoeiingen aan de binnenzijde van de leidijken aan beide zijden over een lengte van 12 m vervangen door stenen op paalwerk *  .
Kort daarop werd het waterschap door een ramp getroffen, want bij de stormvloed van 5-7 december 1895 werd een deel van het stoomgemaal met de sluis, de zuidelijke leidijk, de machinistenwoning en de brug weggeslagen. Er viel op die plaats een gat van 60 m lengte en 11 m beneden N.A.P. diepte. Alle polders onder Hoogland, Bunschoten en Nijkerk werden overstroomd *  . Gezien het feit dat er nog een schuld van fl. 19.000,-- bestond, was het bestuur van mening, dat zonder subsidie de kosten van herbouw van het gemaal te hoog zouden zijn. Toch werd hiertoe besloten, nadat het hoogheemraadschap een subsidie van fl. 10.000,-- had toegezegd. Opnieuw werd een geldlening van fl. 32.000,-- aangegaan tegen 3½% rente. De omslag werd niet verhoogd *  .
Het stoomgemaal kon niet op dezelfde plaats herbouwd worden. Nadat ir E.F. van Dissel hierover rapport had uitgebracht, werd besloten het gemaal ca 80 meter landinwaarts te zetten, buitendijks in het water. De dijk zou daarna aan weerszijden aan de gevel aansluiten. Het werd opnieuw een stoomschepradgemaal met een nuttig vermogen in water van ca 30 pk. De woning voor de machinist werd niet herbouwd *  . Dat werd in 1903 door zijn opvolger zelf gedaan, waarvoor hem een verhoging van de jaarwedde werd toegekend *  .
In 1907 moest de ketel van het stoomgemaal worden vervangen. De opdracht voor levering werd verstrekt aan de Utrechtsche Machinefabriek, kosten fl. 4.278,--. De nieuwe ketel kreeg een stoomdruk van 7 atmosfeer *  . Op voorstel van de dijkgraaf A.J. Looxma van Welderen baron Rengers werd begin 1926 een onderzoek ingesteld naar vervanging van de stoommachine door een elektrisch gemaal. Het voorstel om hiertoe over te gaan werd aangenomen door de vergadering van stemgerechtigde ingelanden op 7 mei 1926. De kosten werden geheel gedragen door het hoogheemraadschap.
Daarmee en met de waterschappen De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee en De Haar werd een overeenkomst gesloten voor gemeenschappelijke exploitatie van de gemalen te Spakenburg, De Haar en Zeldert. Op kosten van het hoogheemraadschap werd in 1928 de Polwetering aangelegd voor afvoer van water uit de Overzeldertsewetering naar de Eerste Zeldertse wetering. Tevens werden duikers gelegd door de Werfdijk van Neerzeldert, zodat De Hond mede waterlozing kreeg naar de Eerste- en Tweede Zeldertse weteringen *  .
Na 1900 groeide het inzicht dat de ontwatering in de Eemlandse lage landen onvoldoende was. Er werd meer aandacht besteed aan de weteringen. In 1912 werd de Neerzeldertse wetering op kosten van de Gecombineerde Stoombemaling uitgediept, waarbij de diepte op 1.70 m beneden N.A.P. werd gebracht. Aan de inliggende waterschappen werd vanaf 1913 een jaarlijkse uitkering gedaan voor het op diepte houden van hun weteringen *  . In 1923 besloot het bestuur het aanbod van het hoogheemraadschap aan te nemen, dat subsidie zou worden verleend voor verbetering van de watergangen op voorwaarde dat het water in de polders gedurende drie winters op zodanig peil gehouden zou worden als nodig was voor de landerijen. Tot dan toe was het geen gebruik in de wintermaanden te malen.
Op verzoek van dijkgraaf en hoogheemraden bracht het rijksbureau voor de ontwatering op 9 januari 1924 een rapport uit over de aan te brengen verbeteringen. Hierdoor zou het mogelijk worden het peil in de polders te houden op 75 cm beneden N.A.P. Om dit peil te bereiken moest verscheidene jaren geregeld gemalen worden, zodat de verbetering van de weteringen ook geleidelijk kon worden uitgevoerd. In het voorjaar van 1924 werd begonnen met de verbetering van de Zeldertse- en de Eerste wetering in Neerzeldert en van de Slaagse wetering vanaf de stenen brug onder de straatweg (de Martjesbrug) tot aan de Zeldertse wetering *  .
De feitelijke eenwording van de waterhuishouding in het hele gebied werd gevolgd door de bestuurlijke eenwording, waarbij alle waterschappen onder Hoogland en Bunschoten per 1 januari 1929 opgingen in het waterschap Beoosten de Eem.
7. Het archief
8. Bijlagen
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1884-1928
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal