0310
Klooster Mariëndaal bij Arnhem
Inleiding
3. Het archief
0310 Klooster Mariëndaal bij Arnhem
Inleiding
3.
Het archief
laatste wijziging 17-12-2013
Naast de in deze inventaris beschreven oorkonden is er nog een archiefstuk dat tot het klooster Mariëndaal behoord heeft: het legerboek, tegenwoordig berustend in het 0008 Staten van het Kwartier van Veluwe en hun Gedeputeerden, inv.nrs. 443-444.. De inhoudsopgave, die op een voorin toegevoegd perkamenten schutblad is opgenomen, laat zien wat er zoal in opgetekend werd: bezittingen, jaarlijkse tijnsen, erfenissen e.d.. *
Het legerboek werd in 1631 overgedragen aan Gedeputeerde Staten; of toen ook de 55 oorkonden van het archief Mariëndaal zijn overgegeven, is onduidelijk. *
Het legerboek werd in 1631 overgedragen aan Gedeputeerde Staten; of toen ook de 55 oorkonden van het archief Mariëndaal zijn overgegeven, is onduidelijk. *
De meeste van de oorkonden zijn eigendomsbewijzen. Uit de oorkonden valt af te leiden dat Mariëndaal behalve in Arnhem en omgeving ook landerijen bezat in de kerspels Elden, Elst en Heteren.
Opvallend is dat 30 oorkonden - dus meer dan de helft - betrekking hebben op het bezit van een zekere Henrick van Wanchem (ook Weenchem, Weinchem, Weenckom, Wedinchem en Wedynckham genoemd) en zijn beide echtgenotes Gerberich en Griet (Margriet, Margarete).
Na het overlijden van Henrick's eerste vrouw Gerberich in 1504 krijgt Mariëndaal via testament jaarlijks een bedrag van tien gulden toebedeeld. Jaren later blijkt Henrick dit geld nog steeds trouw te betalen (inv..nrs. 17, 35, 41, 43, 50). Tijdens zijn tweede huwelijk met Griet Versteghe (inv.nr. 20) laten de echtelieden verschillende malen hun huis in de Rijnstraat te Arnhem na aan het klooster. Waarschijnlijk is het zo gegaan dat Henrick en Griet in 1515 hun gehele bezit aan Mariëndaal hebben nagelaten, op voorwaarde dat ze er gebruik van mochten maken tijdens hun leven (inv.nr. 25). In de jaren 1519, 1524 en 1529 wordt dit opnieuw bevestigd (inv.nrs. 24, 29, 32*). In ruil voor het gebruik van het huis betalen ze aan Mariëndaal jaarlijks huur (inv..nrs. 25, 26). Op hun beurt is het klooster hun jaarlijks rogge en geld schuldig (inv.nrs. 34, 36-38, 40, 42, 44-48). Tot slot zijn er ook enkele brieven bewaard van Griet waarin ze aan de prior veertien gulden te leen vraagt (inv.nrs. 31, 32, 39) en is er een verklaring van Henrick Mostert die zegt in opdracht van Griet bepaalde goederen aan Mariëndaal geleverd te hebben, maar andere goederen dan afgesproken was (inv.nr. 49). Het verband met de andere stukken is onduidelijk.
Opvallend is dat 30 oorkonden - dus meer dan de helft - betrekking hebben op het bezit van een zekere Henrick van Wanchem (ook Weenchem, Weinchem, Weenckom, Wedinchem en Wedynckham genoemd) en zijn beide echtgenotes Gerberich en Griet (Margriet, Margarete).
Na het overlijden van Henrick's eerste vrouw Gerberich in 1504 krijgt Mariëndaal via testament jaarlijks een bedrag van tien gulden toebedeeld. Jaren later blijkt Henrick dit geld nog steeds trouw te betalen (inv..nrs. 17, 35, 41, 43, 50). Tijdens zijn tweede huwelijk met Griet Versteghe (inv.nr. 20) laten de echtelieden verschillende malen hun huis in de Rijnstraat te Arnhem na aan het klooster. Waarschijnlijk is het zo gegaan dat Henrick en Griet in 1515 hun gehele bezit aan Mariëndaal hebben nagelaten, op voorwaarde dat ze er gebruik van mochten maken tijdens hun leven (inv.nr. 25). In de jaren 1519, 1524 en 1529 wordt dit opnieuw bevestigd (inv.nrs. 24, 29, 32*). In ruil voor het gebruik van het huis betalen ze aan Mariëndaal jaarlijks huur (inv..nrs. 25, 26). Op hun beurt is het klooster hun jaarlijks rogge en geld schuldig (inv.nrs. 34, 36-38, 40, 42, 44-48). Tot slot zijn er ook enkele brieven bewaard van Griet waarin ze aan de prior veertien gulden te leen vraagt (inv.nrs. 31, 32, 39) en is er een verklaring van Henrick Mostert die zegt in opdracht van Griet bepaalde goederen aan Mariëndaal geleverd te hebben, maar andere goederen dan afgesproken was (inv.nr. 49). Het verband met de andere stukken is onduidelijk.
Vanwege de grote hoeveelheid oorkonden met betrekking tot Henrick en Griet van Wanchem en om de samenhangen tussen de verschillende oorkonden duidelijk te maken, is gekozen voor een tweedeling in de inventaris:
In het eerste deel komen de oorkonden aan bod, die strikt genomen tot het kloosterarchief behoren. Deze zijn onderverdeeld in drie categorieën:
1. Goederen
2. Schuld en vorderingen
3. Overigen
Als gedeponeerd archief zijn de oorkonden opgenomen die het klooster bereikt zullen hebben als onderdeel van de nalatenschap van Van Wanchem.
In het eerste deel komen de oorkonden aan bod, die strikt genomen tot het kloosterarchief behoren. Deze zijn onderverdeeld in drie categorieën:
1. Goederen
2. Schuld en vorderingen
3. Overigen
Als gedeponeerd archief zijn de oorkonden opgenomen die het klooster bereikt zullen hebben als onderdeel van de nalatenschap van Van Wanchem.
laatste wijziging 21-01-2021
56 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-01-2021
56 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 21-01-2021
56 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden