14 Arnt van Zeller, tinsrichter vanwege Margarite, gravin tho Manderscheidt en Blanckenheim, abdis van het stift Elten, oorkondt, dat Johann Velmer, gevolmachtigde van Lubbert van Remmen tho Reyde en diens vrouw, aan Johan Everwijn Gerritzen en diens vrouw Hilleken van Lenngel overgedragen heeft een goed in het kerspel Beeck in de buurschap Lobrich gelegen

13 Peter de Monte, stadhouder van Andries van Anderlecht, landdrost en superintendent van het land van den Bergh, oorkondt, dat Lubbert van Remen zu Reyde en zijn vrouw aan Johan Everwijn Geridtsz. een halve bouwhof in het kerspel Beeck overgedragen hebben, benevens een weide in de Byfangk, een weide te Groten Aisswin, vele kleine percelen land onder Groten Aisswin, een stuk veldland upten Neckum bij Bergh gelegen, 3 kleine stukken veldland bij den Bosch int Loe en in den Ahem gelegen, en 1½ slag hout in Beckermerckte

12 Johan van Schrick, stadhouder van Andris van Anderlecht, landdrost van het land van den Bergh, oorkondt, dat Adam Splinter en zijn vrouw Alitt Louwermans aan Derick Paphöff en diens vrouw Beill een weidemaat land, die Isselhorst genaamd, in de buurschap Spolbergh in het land van den Bergh gelegen, overgedragen hebben

11 Lambert opt Loit en Johan Everwijn, schepenen then Berghe, oorkonden dat Goissen Kroppe erkent, dat Henricus van Broenen afgekocht heeft de jaarrente van twee maten rogge uit het goed to Doirfurst, in het kerspel Gendringen in de buurschap Voirst gelegen