N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Zie ook onder rubriek Natuurschoon inv. nr. 8480.
Vrijstellingen per gemeente, 1952-1979.
N.B. Met foto's en tekeningen. Stukken betreffende vrijstellingen zijn in principe vernietigbaar, maar deze vrijstellingen worden bewaard vanwege het cultuurhistorische belang van de foto's en tekeningen.
Elst, 1953-1979.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.
N.B. Het bodempeil wordt gewijzigd door onder andere ontgronding. Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd. De bodem wordt dan door afgraving ontdaan van een grondstoflaag zoals klei, veen, zand of grind.
N.B. In 1954 is de Verordening op de ontgrondingen in Gelderland in werking getreden. Op grond van deze verordening was, behoudens uitzonderingen, een vergunning van GS vereist voor ontgronden. Onder ontgronden wordt verstaan het verrichten, anders dan ten behoeve van vervening, van werkzaamheden, ten gevolge waarvan een terrein dan wel de bodem van een water wordt verlaagd, alsmede het als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde toelaten, dat zulke werkzaamheden worden verricht.
In de onderstaande beschrijvingen dient voor elke “Sectie” gelezen te worden “Kadastrale gemeente”. Als de kadastrale gemeente niet gelijk is aan de burgerlijke gemeente, dan wordt de naam van de kadastrale gemeente vermeld voor de “Sectie”.
Na de vermelding van de sectie volgt het perceelnummer. Daarna de eigenaar en de ontgronder. Ten slotte is opgenomen een administratief volgnummer van de betreffende ontgronding, nodig voor de administratieve toegankelijkheid.