N.B. De inventaris van gelichte stukken van 1597 is getekend door P. Verstegen als secretaris van Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen van het Kwartier van Arnhem; de inventaris van gelichte stukken van 1598 is afgegeven door Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen van de Landschap Gelre en Zutphen; de inventaris van 1606 betreft stukken aangaande de abdij van Mariënweerd, gelicht door Arndt de Raedt, Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen. De Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen uit de Landschap, voor wie Pieter Verstegen eveneens als secretaris optrad, hebben gefungeerd krachtens landdagsbesluit van 15 maart 1598 op een door het Hof vastgestelde commissie en instructie van 11 augustus d.a.v. Binnen het jaar werden de heren van hun taak ontheven. De door hen gebruikte stukken en vele andere in het "Register" van 1596 vermelde bescheiden zijn overgegaan in handen van andere autoriteiten, toen het Hof en de Gelderse Rekenkamer zich terugtrokken uit de dagelijkse bemoeienis met de administratie der geestelijke goederen ten gunste van Kwartierlijke en plaatselijke instanties. Voor een gedeelte verkregen door aanwinst in 1955. i
N.B. De inventaris van gelichte stukken van 1597 is getekend door P. Verstegen als secretaris van Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen van het Kwartier van Arnhem; de inventaris van gelichte stukken van 1598 is afgegeven door Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen van de Landschap Gelre en Zutphen; de inventaris van 1606 betreft stukken aangaande de abdij van Mariënweerd, gelicht door Arndt de Raedt, Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen. De Gedeputeerden tot de staat der geestelijke goederen uit de Landschap, voor wie Pieter Verstegen eveneens als secretaris optrad, hebben gefungeerd krachtens landdagsbesluit van 15 maart 1598 op een door het Hof vastgestelde commissie en instructie van 11 augustus d.a.v. Binnen het jaar werden de heren van hun taak ontheven. De door hen gebruikte stukken en vele andere in het "Register" van 1596 vermelde bescheiden zijn overgegaan in handen van andere autoriteiten, toen het Hof en de Gelderse Rekenkamer zich terugtrokken uit de dagelijkse bemoeienis met de administratie der geestelijke goederen ten gunste van Kwartierlijke en plaatselijke instanties. Voor een gedeelte verkregen door aanwinst in 1955.