N.B. Dit rentambt is ingesteld na den aankoop van de bannerheerlijkheid en de daartoe behoorende domeinen in 1735. De hier beschreven stukken zijn ten deele afzonderlijk geïnventariseerd door NIJHOFF, die ze had gevonden in "een zwart geverfd kistje, voerende ten opschrift: Bahr en Lathum, Lymersche combinatie- schouw." Zie voorts de rapporten onder inv.nr. 279 en de inv.nrs. 4030-4090.
N.B. Kaarten horen bij de rapporten van BEYERINCK d.d. 1771 April 17 en 1776 October 5, bij dat van VAN OMMEREN d.d. 1782 Juli 9, bij de memorie d.d. 1779 April 3. Het afschrift van de "boercedul" van Baar en Latum van 1691, uitgegeven door Mr. J.J.S. baron SLOET, Geldersche markerechten II, blz. 25 vlg., is bijlage bij een brief d.d. 1743 Augustus 21.
N.B. Dit rentambt is ingesteld na den aankoop van de bannerheerlijkheid en de daartoe behoorende domeinen in 1735. De hier beschreven stukken zijn ten deele afzonderlijk geïnventariseerd door NIJHOFF, die ze had gevonden in "een zwart geverfd kistje, voerende ten opschrift: Bahr en Lathum, Lymersche combinatie- schouw." Zie voorts de rapporten onder inv.nr. 279 en de inv.nrs. 4030-4090.
N.B. Kaarten horen bij de rapporten van BEYERINCK d.d. 1771 April 17 en 1776 October 5, bij dat van VAN OMMEREN d.d. 1782 Juli 9, bij de memorie d.d. 1779 April 3. Het afschrift van de "boercedul" van Baar en Latum van 1691, uitgegeven door Mr. J.J.S. baron SLOET, Geldersche markerechten II, blz. 25 vlg., is bijlage bij een brief d.d. 1743 Augustus 21.