Onder andere gebaseerd op een proces-verbaal van de Gemeentepolitie Arnhem (in verband met de zaak Zelger) en op verklaringen van Dr. Schneider (1948) en Van Asselt (koopman, Apeldoornseweg 66; 1949), en op verklaringen van G.J. Veenstra (in het dossier Hollaar), Matser, Vuursteen en Hartland (1946, rapport Rijksrecherche Arnhem)