Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Geluid

Geluid

beacon
39  opnames
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
18.01 Interview met de heer I. over de periode 1940-1950 op boerderij
Titel:
Interview met de heer I. over de periode 1940-1950 op boerderij
Beschrijving:
De heer I. (1941) vertelt met name over de periode 1940 – 1950 (oral history). Zijn eerste herinneringen dateren van 17 september 1944, toen een paar duizend parachutisten op de boerderij landden.
Thema’s die aan de orde komen:
Oorlog. Het gezin werd geëvacueerd naar Bennekom en later Scherpenzeel. Om te voorkomen dat producten van het land (verplicht) werden afgegeven aan de Duitsers, mochten mensen uit de omgeving voedsel van het land halen. Geëvacueerde patiënten en medewerkers van de psychiatrische instelling Wolfheze maakten daar gebruik van.
Boerderij. Mestvee. Zaairogge. Het graan werd meestal verkocht, het stro ging naar kleine varkensboeren in de omgeving. De consumptieaardappelen die geteeld werden, werden geruild voor twee maal zoveel voeraardappelen bestemd voor het vee. Vanaf 1960 gingen de aardappelen naar de fabriek. Op het land veel konijnen en ander wild.
Hout en graswegen. Tussen de akkers groeiden rijen bomen (productiesingels) die eikenhakhout opleverden. Bakkers in de omgeving gebruikten dit hout voor het stoken van de ovens en er werden berkenbezems van gemaakt. Tussen de akkers werden grasstroken gezaaid, als wegen voor de paarden en later voor de trekkers.
Personeel. Er werd veel met personeel gewerkt; 7 à 10 vast en verder veel seizoenswerkers, die bijna niets kostten, die vaak ook bij de papierfabriek Van Gelder in Renkum werkten. Vaklieden bouwden de hooibergen (hooimieten) op het erf. De heer I. hielp evenals zijn 5 broers en 2 zussen mee op de boerderij. Zorg voor het mestvee was een vaste taak.
Eigen gebruik. Er was een moestuin, met aparte tuinman, met groenten en verschillende soorten bessen. Tot 1955 slachtte een slager jaarlijks een varken. Moeder verwerkte het vlees, deels door te wecken. Een deel werd weggeven, o.a. aan de dominee. Eén koe werd voor eigen gebruik gemolken.

Datering:
28-02-2012
Interviewer:
Jeanne van poppel
Auteursrechthebbende:
Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
14.01 Interview mevrouw Van Staveren - de Jongh
Titel:
Interview mevrouw Van Staveren - de Jongh
Beschrijving:
Leven en werken op kasteel Neerijnen, Neerijnen.Mevrouw Van Staveren-de Jongh (1929) was van 1949 tot 1954 samen met haar zus kamermeisje bij de barones Van Pallandt op kasteel Neerijnen. Ze werkte al bij de tuinman op het kasteel toen de barones haar als kamermeisje vroeg. Ze vertelt over het leven op het kasteel (oral history).
Thema’s die aan de orde komen:
Het kasteel. Grote rijkdom. Veel pracht en praal. De barones (weduwe) verbleef samen met de Engelse gouvernante van de gehandicapte dochter in de koninklijk ingerichte vertrekken op de begane grond, ‘boven’ genoemd. Souterrain en keuken, domein van het personeel, was ‘beneden’. Het personeel voor dag en nacht sliep op de armoedig ingerichte zolder. De sfeer op het kasteel was zakelijk, saai, nooit muziek. Er was een ruime staf personeel. De barones en haar dochter hoefden niets zelf te doen. De kamenierster had het meest persoonlijke contact met de adellijke familie.
Het werk. Mevr. Van Staveren en haar zus waren alleen overdag op het kasteel. Hun werkdag begon om zeven uur en om half zes mochten ze naar huis. Ze hadden alleen op zondag vrij, op zaterdag mochten ze om vier naar huis en kregen dan een envelop met loon mee. Elke dag moesten de kamers volgens strikte regels gedaan worden.
Verhoudingen. Grote tegenstelling tussen ‘boven’ en ‘beneden’. De barones at in de eetkamer met prachtig servies van porselein, zilver bestek, vingerkommetjes. Tijdens de maaltijd mocht alleen de huisknecht, na een belletje beneden, er binnen komen. Het personeel at beneden en kreeg voordelig eten. Wel eend en duif dat door de boswachter zelf geschoten werd. Het personeel at ’s morgens om negen uur brood. Op maandag kregen ze voor een hele week roomboter en jam in een schaaltje met hun naam erop. Daar moesten ze zuinig mee doen. Misschien was het personeel toen onderdanig, maar dat werd niet zo gevoeld, het was in die tijd gewoon zo.
Mevrouw Van Staverden heeft er veel geleerd, ze leerde er manieren.
Datering:
29-12-2011
Interviewer:
Tilly Kuus - Liefkens
Auteursrechthebbende:
Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
20.01 Interview de heer J.
Titel:
Interview de heer J.
Beschrijving:
Werken op landgoed. De heer J. (1925) werkte als jongeman op landgoed. Vader was er pachtboer. Er hoorden veel boerderijen bij het landgoed en er lag overal land. De heer J. vertelt over het werk vroeger op het landgoed (oral history).
Thema’s die aan de orde komen:
Oorlog. In 1945 bevond het landgoed zich in de vuurlinie tussen Canadezen en Duitsers. Evacuatie naar een oom; samen met buren ook melkkoeien mee en een paar paarden. De baron bleef op het landgoed; is verlinkt en begin ’45 gefusilleerd.
Hengstendepot en stoeterij. Was bekend. In de goede tijd zeker 80 paarden op stal. Vooraanstaande mensen werden uitgenodigd voor een grote parade. De paarden werden gemonsterd.
Vee. Droogstaande koeien (krijgen geen kalveren meer) voor de vleesproductie, voor de handel. Soms ook een koe voor eigen slacht. Er moest dan 60 – 80 pond rundvet ‘in hangen’: reuzel, in grote potten de kelder in. ’s Winters veel koeien op stal, voor de mest, voor de zware kleigrond.
Paarden. Paarden werden gedekt maar moesten ook de zware kleigrond ploegen. De paarden mochten niet geforceerd. De veulentjes ‘moesten blijven zitten’.
Grote groententuin. Voor de keuken van het kasteel.
Graan. Werd op het huis zelf gemalen met een ‘roswerk’. Paarden liepen buiten en dreven de molenstenen in de molen aan.
Personeel. Er was veel werk; 20 tot 25 mensen personeel. Meneer I. had hart voor de zaak en zorgde goed voor de mensen: ze kregen aardappelen, brandhout en ze mochten er een koe laten lopen. Paardenknechten voor het voeren en water geven van de paarden. Tussen de schapen en de koeien sliepen een paar jongens om op tijd te kunnen melken. Eveneens bij de paarden als bewaking ’s nachts. Ook schilders en timmerlieden in vaste dienst. ’s Winters werden grote eiken gezaagd voor wagenhout.

Datering:
18-10-2011
Interviewer:
Willem van Ommeren
Auteursrechthebbende:
-Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
Ga naar dit stuk:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Inventaris
Geluid
21.01 Interview met Marie-Emma barones van Dorth tot Medler - de Weichs de Wenne
Titel:
Interview met Marie-Emma barones van Dorth tot Medler - de Weichs de Wenne
Beschrijving:
Wonen op landgoed 't Zelle. Marie-Emma barones de Weichs de Wenne (1923) trouwde in 1947 met Zeno baron van Dordt tot Medler. Ze kwam in Huis ’t Zelle op het landgoed ’t Zelle te wonen. Ze vertelt over die tijd (oral history).
Thema’s die aan de orde komen:
Eerste onthaal. Het nieuwe paar werd opgewacht door familie en personeel. Van de omringende huizen en kastelen kwam een enorm boeket bloemen. De naburige buitens onderhielden vriendschapsbanden met elkaar.
Huis ’t Zelle. In WO II was het huis erg uitgewoond. Na de oorlog was het provisorisch ingericht; er was geen comfort. Na de dood van zijn vader begon haar man met opknappen. Door de hoge successieheffing was er weinig geld. De renovatie heeft 25 jaar geduurd.
Personeel. In de begintijd was er nog veel personeel. In huis deden twee meisjes de huishouding. Buiten hielpen pachters als er in het bedrijf werk te doen was. Verder waren er een tuinman, een paardenknecht en een jachtopziener vast in dienst, later ook twee bosarbeiders.
Inkomsten. Het landgoed is 360 ha. groot met bossen, akkerbouw- en veeteeltgronden. In 1948 en 1949 kocht de baron een tractor en een zelfbinder waarmee hij zichzelf en de machines verhuurde om bij de boeren te oogsten. Vanaf begin jaren ’50 kwamen er vakantiehuisjes.
Huishouden. De meisjes deden het huishouden. De was ging nog met de hand. Toen in de jaren ’60 de lonen hoger werden is de barones in huis overgestapt op daghulpen en later is ze ook zelf gaan koken.
Activiteiten. De jacht was heel belangrijk om een goed evenwicht en variatie in de natuur te behouden. Verder werden familie en vrienden uitgenodigd voor diners. De families van de ‘upper ten’ kende elkaar allemaal. De ingrediënten kwamen uit het bos en de moestuin. De tuinman bediende, met witte handschoenen vanwege zijn tuinhanden.
Datering:
07-06-2011
Interviewer:
Marja Wassenberg
Auteursrechthebbende:
Gelders Archief
Uitleg auteursrechten:
Dit werk is vanwege auteursrechten alleen zichtbaar in de studiezaal van het Gelders Archief. Disclaimer
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal