5 De procureur Isaac Nijhoff in kwaliteit van gemachtigde van Bartinus van Geer pro se en als weduwnaar en boedelhouder van wijlen Amelia Grotenhuis luid volmacht, op 26-05-1792 voor Dr F.N. Suurmond, scholtis des ambts Rhede [enz.], en gerichtsluiden E. Mol en Willem Wilbrink gepasseerd, mitsgaders in kwaliteit van gemachtigde van Jan Derksen en Margaretha Leuners e.l. en van Oswald Christoffel Oester en M.A.S. Leuners e.l., [---] de vrouwen in kwaliteit van enige erfgenamen van wijlen Amelia Frederica Grotenhuis, in leven huisvrouw van Bartinus van Geer vnd., op 01-08-1792 voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem gepasseerd, [enz.], verklaart dat zijn principalen vnd. verkocht hebben en dat hij, comparant, q.q. overzulks bij dezen cedeert, transporteert en in volle en vrije eigendom overgeeft aan Matthaeus van Raaij en Maria Hoevenaar e.l. een huis en erve, staande binnen de stad Arnhem in de Bakkerstraat tussen de erven van wijlen de heer van Heeckeren tot Enghuisen en de Juffrouwen Herx, thans door de kapitein von Pfaffenrath in huur bewoond [enz.], alles ingevolge condities van verkoping d.d. 31-08-1792 en 14-09-1792, en bekent voorts van de volle kooppenningen ter somme van 2470 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn; [enz.];

6 Mr J.P de Néree en A.J. Houck, executeurs-testamentair in de boedel en nalatenschap van wijlen Juffrouw Aleida Philippina Lippert verklaren ingevolge condities van publieke verkoping, van 25-07-1792 verkocht te hebben en dienvolgens alnu te cederen, te transporteren en op te dragen aan de heer Wilem Anne baron van Spaen, beschreven in de Ridderschap des kwartiers van Veluwe, [etc.] een huis en erve, in de Koningstraat gelegen, met het daar achteraan nieuw getimmerde huis in de Zwanesteeg, zoals het eerstgemelde door de taalmeester von Radecke alnog bewoond wordt en het laatstgemelde door wijlen Mejuffrouw A. Ph. Lippert zelf tot haar overlijden toe is bewoond geweest; [enz.] en bekennen de volle kooppenningen ad 3399 gl. en 1819 gl., tezamen 5218 gl. vrij geld, ontvangen te hebben; [enz.];

7 De over- en onderhuismeesters van het Burgerweeshuis dezer stad verklaren verkocht te hebben en mits dezen te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van Roelof Andres en Maria Josina van Embden e.l. de gerechte halfscheid van een weide, waarvan de wederhelft toebehoort aan de getransporteerdens vnd., groot ca 3 morgen, het Duijvels kampken genaamd, gelegen in het Arnhemsche Broek [enz.], bekennende van de volle kooppenningen ad 801 gl. voldaan en betaald te zijn; [enz.];

8 De koopman Roeloff Andres en M.J. van Embden e.l. verklaren verkocht te hebben en dienvolgens alnu te cederen, te transporteren en in volkomen eigendom over te geven aan en ten erfelijke behoeve van de kastelein J.H. Thomas en A.H. van Ingen e.l. een weide, in het Arnhemmer Broek gelegen, het Duijvels kempke genaamd, groot ca 3 morgen [enz.], zo en in voege als deze weide op 11-08-1792 door de erfgenamen wijlen Hendrik van der Sleesen en Neuleken Verlé, in leven e.l., voor de ene halfscheid en op 25-02-1793 door de over- en onderhuismeesters van het Burgerweeshuis dezer stad voor de wederhelft aan tranportanten is getransporteerd [enz.], bekennende comparanten van de bedongen kooppenningen ter somme van 1750 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn; [enz.];