21 De heer Mr Jan Everwijn Tulleken en vrouwe Christina Theodora Maria Velse e.l. verklaren oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan: 1e) Roelof Roelofs Viervant per resto van een handschrift in dato 20-01-1794 een somme van 800 gl. 6 stuiver; 2e) Egbert Ikman ingevolge handschrift en obligatie van 14-09-1793 400 gl.; 3e) de erfgenamen van wijlen Juffr. W. Noot, weduwe Peter Engelen, volgens obligatie van 09-06-1786 900 gl.; 4e) Evert de Veer volgens obligatie van 01-03-[niet vermeld] de somma van 2000 gl.; 5e) Juffrouw G. Wesselman, wed. boedelhouderse van wijlen M.F. Blaauw, volgens obligatie van november 1795 300 gl.; 6e) Vrouwe Geertruid Tulleken, wed. en boedelhouderse van wijlen de heer Mr Gerhard J. Bouricius, in 3 diverse obligaties, de ene door wijlen de heer Mr Gijsbert Tulleken d.d. 14-10-1783 afgegeven en door comparant voor zijn particuliere rekening overgenomen, de tweede d.d. 01-08-1789 en de derde d.d. 01-05-1794, tezamen een somme van 3100 gl.; 7e) en eindelijk de heer Jasper Ganderheiden voor zich en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen ingevolge obligatie, door wijlen de heer Jasper Schulder schuldig beleden, op dezelve gedevolveerd en door comparant voor zijn particuliere rekening opgenomen, van 2000 gl.; alle welke voorgemelde crediteuren van comparanten voor bovengemeld hunlieder deugdelijk achterwezen meerder securiteit begeerden en ook daartoe reeds peindingen naar de ordre als hiervoor is uitgedrukt zo in Arnhem onder de roeidragers als in de ambte van Renkum onder de leden der Dorpsregering en de ambtssecretaris hadden geseponeerd; Wijders bekennen comparanten nog schuldig te zijn aan: 1e) Martinus Vos ingevolge obligatie, daarvan zijnde, een somma van 1000 gl.; 2e) de erfgenamen van Mevrouw de weduwe van de heer P. van Hamel, mede ingevolge daarvan afgegeven obligatie een summa van 1000 gl.; 3e) en eindelijk de heer Cornelis Pannekoek,

22 Mr Willem Brantsen, gewezen secretaris der stad Arnhem, verklaart ingevolge koopcontract d.d. 17-02-1796 op te dragen, te cederen en in volle en vrije eigendom over te geven aan en ten behoeve van Willem Vels en Berend Vels 2 huizen naast de andere, staande binnen deze stad op den Grooten Oort, het ene op de hoek van de Varkenstraat en het andere daarnaast ter andere zijde het huis van de bakker Hellewich, verklarende comparant van de volle kooppenningen ad 3500 gl. betaald en voldaan te wezen; [enz.];

23 Mr Willem Reinier Brantsen, gewezen secretaris der stad Arnhem, verklaart ingevolge koopcontract d.d. 16-02-1796 op te dragen, te cederen en in volle en vrije eigendom over te geven aan en ten behoeve van L. van Goor en vrouw een kamer of woning, staande binnen deze stad vooraan de Varkenstraat naast het hoekhuis op den Grooten Oort aan de St. Jansplaats, verklarende comparant van de volle kooppenningen ad 725 gl. vrij geld betaald en voldaan te wezen; [enz.];

24 Martinus Vos en Hendrina Vleming, voormaals weduwe en erfgenaam ex testamento van wijlen Jan Reijers, e.l. verklaren uit kracht van verkoop te cederen en te transporteren aan hun neef Jan Reijers de looierij en seemtouwerij met al zijn kuipen en getimmer zo en in dier voege als hetzelve door hun gemelde neef Jan Reijers thans in huur gepacht is, zijnde hetzelve tussen de St. Jans- en Velperpoort alhier bij de St. Joostendoelen staande en gelegen, en bekennen van de kooppenningen ter somma van 3000 gl. vrij geld ten volle voldaan en betaald te wezen; [enz.];