17 Lambert van Ruyven en vrouwe Ewouda Harteveld e.l. verklaren kracht dezes opgenomen en uit dien hoofde oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan de heer F.G. van Rhede tot den Parkelaer een kapitale summa van 4500 gl. [enz.], tot speciaal hypotheek of verband voor welk kapitaal comparanten stellen hunlieder houtbepoting of plantsoen, zo opgaande bomen en akkermaalshout, vanouds genaamd de Loopbergen, zo en als zulks is liggende zuidwaarts aan Groot Mariendael, noordwaarts de Lichtenbeek en westwaarts de Amsterdamse weg; [enz.];

18 De procureur Isaac Nijhoff in naam van J.F. Diemer en Maria Magdalena Zaepff e.l., te kennen gevende dat door dezelve e.l. op 12-07-1794 is opgericht een huwelijksvoorwaarde, bij welk onder andere is bedongen dat bij ieder exemplaar van dezelve zou worden geseponeerd [!] een lijst van zodanige effecten als uit kracht van dezelve zouden worden geaffecteerd, en dat mede ingevolge beding bij dezelve huwelijksvoorwaarde gemaakt, een exemplaar daarvan na registrature in het testamentenboek alhier ter secretarie is geseponeerd [!], [---] zo exhibeert comparant alnu mede een zodane lijst met verzoek dat dezelve ter secretarie bij de originele huwelijksvoorwaarde moge worden geseponeerd [!] en bewaard;

19 Theodorus ter Hoeven pro se en als weduwnaar en getuchtigde boedelhouder van wijlen Maria van Ysseldijk, zoveel nodig of dienstig met consent en als gemachtigde van zijn zoons en schoondochters, Gerrit Jan ter Hoeven en Anna Susanna Helena Deijkerhof e.l. en Johannes ter Hoeven en Anna Elisabeth Busing e.l. luid actens van consent en volmacht, op 17-12-1795 voor schepenen van de ambachte van Kralingen en op 23 deszelves maands voor schepen der stad Rotterdam resp. gepasseerd, verklaart uit een pure liberaliteit en met intentie dat hezelve ofwel de waarde van dien ter somme van 6250 gl. naderhand bij verdeling van de boedel van dezelve zal worden toe- en aangerekend, te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan zijn zoon Theodorus Roeland ter Hoeven en aan zijn dochter Anna Margaretha ter Hoeven tezamen een huis en erve, staande binnen deze stad op den Kleinen Oort, mitsgaders een tuin op een waardje binnen dezelve stad, zo en als een en ander tot nu toen door comparant en zijn overleden vrouw bezeten en gebruikt is, op conditie als voorgemeld dat hetzelve of de waarde van dien ter somme van 6250 gl. eens naderhand bij de verdeling van de ouderlijke boedel wederom zal worden ingebracht; [enz.];

20 De heer W.H. de Vries en vrouwe Henrietta Jacoba Tulleken e.l. verklaren wegens op heden door hen ter leen ontvangen penningen deugdelijk schuldig te zijn aan de heer Mr F. van Meurs een kapitale somme van 1000 gl. [enz.], tot verzekering van welk kapitaal en interessen comparanten verklaren te verbinden derzelver personen, erfgenamen en goederen in het generaal en tot speciaal onderpand te stellen hun huis en erve met de stalling daar annex, in de St. Wolburgstraat dezer stad staande, benevens derzelver tuin met het tuinhuis buiten de Velperpoort aan de Velpscheweg op de Steenstraat gelegen, zoals een en ander bij magescheid op 22-03-1793 voor de somma van 7300 gl. aan hen, comparanten, is toegedeeld;