2003_405 -
1 Jutta, nagelaten weduwe zal. Henrick Tamelingh, cum tutore Gerrith Thamelingh, verklaart schuldig te zijn Johan Raederingh, burger te Emmerick, de somme van 225 daler, herkomende van alzodanige verkochte ossen als zal. Henrick Thamelingh en Johan Raederingh voorzegd verkocht hebben aan Aelbergh Tolwerborgh en Robberth Sadelmaker, bedragende de gehele somme van 450 daler, waarvan gemelde Johan ook competeerde de gerechte helft, dan door gemelde zal. Taemelingh opgebeurd en ontvangen, welke voorzegde 225 daler zij, weduwe, voorzegd beloofd heeft en belooft mits dezen te betalen alhier binnen Arnhem nu toekomende Pasen, et si defectus verwillekeurende de leste ruiming, voorts in en aanhering van haar gerede en ongerede goederen [enz.];
laatste wijziging 10-02-2017
2003_405 -
2 Comparuerunt Aeltgen Schelbergh van Cranenburgh, Reijner Arndts en Laurents Henricxen Mulner met recht gebadet ter instantie van Aelberth van Rosenbergh om een kondschap der waarheid te geven en hun wetenschap te zeggen wat zij, deponenten, Emondt de Haess op zijn doodbedde hebben horen zeggen en wat voor een testament hij gemaakt heeft? en hebben getuigen gedeposeerd als volg: - eerstelijk Aeltgen voorzegd, oud omtrent 70 jaren, tuigt gehoord te hebben dat hij, Emondt, op zijn sterfbed met goede verstand gesproken heeft, zeggende: "All wat hier gereet is sall hebben mijn huijsfr. Aeltgen van Baer und naer oiren erven"; voorts wat onder lande van Gulick is (zo hij een Gulicker was) dat zou daar blijven; hiermede haar kondschap sluitende; affirmat bij solemnele eed; - Reijner Arndt[s] , oud omtrent 36 jaren, deponeert als Aeltgen voorzegd, daarbij tuigende dat Emondt zei: hij had nog eenhalve broeder; of die hier kwam die zal hier laten wat hier is en beerven hetgeen in de lande van Gulick is; juravit ut supra; - Laurents Henricx, oud omtrent 30 jaren, tuigt en zegt, achter in de hof staande aan de deur, nu ongeveerdlijk 7 weken geleden, gehoord te hebben de woorden als deponenten boven getuigd hebben; sub juramento als boven;
laatste wijziging 10-02-2017
2003_405 -
3 Comparuerunt Johan van Zandten en Wilhelm Schram et dixerunt sub juramento civitati prestito dat Brandt Janssen van eerlijke ouders, met name Johan Abells en Frerick Brandtsen, gewezen e.l. van goede naam en faam, geprocreerd en van echtebedde gekomen, ook dat hij, Brandt, tot nog toe zich niet anders dan wie een vroom gezel gedragen;
laatste wijziging 10-02-2017
2003_405 -
laatste wijziging 10-02-2017