2072
St. Nicolai Broederschap te Arnhem 1
Inleiding
laatste wijziging 23-01-2021
1.697 beschreven archiefstukken
112 gedigitaliseerd
totaal 5.303 bestanden
Inventaris
2. Beheer der financiën en goederen
2.1. Stukken van algemene aard
102 Register bevattende afschriften, voornamelijk van akten betreffende renten, eigendomsoverdrachten en schulden, over de periode 1336-1422. Opgemaakt in de 15e eeuw, 1336-1422; opgemaakt in de 15e eeuw. 1 band
N.B. Zie reg.nos. 2-6, 10, 13-20, 22-32, 35-42, 45-48, 50-57, 59-60, 63-69, 71, 73, 75, 77-78, 80, 82-92, 94-96, 98-109, 111, 115, 120, 124-125, 127, 129, 133-134, 136-140, 143-144, 146, 148-149, 151-156, 159, 161, 163-164.
Deze band - reeds voor Nijhoff's inventarisatie (1866/1867) op onbekende wijze van het archief van de Broederschap afgedwaald en daarin in juni 1963, na aankoop via het Amsterdamse antiquariaat Hertzberger & Co, weer teruggekeerd - omvat 39 perkamenten bladen en heeft grotendeels het karakter van een cartularium, Nochtans is, hier zowel als ten aanzien van de inv.nos. 103-106, gekozen voor de ruimere (zij het evenmin geheel bevredigende) term "register", omdat ook elementen van een "legger" of "blaffaard" zijn te onderkennen.
Voorin (folio 1-6) bevindt zich een staat van vervaldata van diverse renten, pachten en tijnsen ("Dit sijn die tijnse ende reynten des gadeshuys des goeden Sunte Nycolaus tot Arnhem dat ghetimmert ende ghesticht wert in 't jaer ons heren (sic!) dusent driehondert een end vijftich") en vervolgens (folio 6 verso) de tekst van de eed van de Broederschap. i
N.B. Zie reg.nos. 2-6, 10, 13-20, 22-32, 35-42, 45-48, 50-57, 59-60, 63-69, 71, 73, 75, 77-78, 80, 82-92, 94-96, 98-109, 111, 115, 120, 124-125, 127, 129, 133-134, 136-140, 143-144, 146, 148-149, 151-156, 159, 161, 163-164.
Deze band - reeds voor Nijhoff's inventarisatie (1866/1867) op onbekende wijze van het archief van de Broederschap afgedwaald en daarin in juni 1963, na aankoop via het Amsterdamse antiquariaat Hertzberger & Co, weer teruggekeerd - omvat 39 perkamenten bladen en heeft grotendeels het karakter van een cartularium, Nochtans is, hier zowel als ten aanzien van de inv.nos. 103-106, gekozen voor de ruimere (zij het evenmin geheel bevredigende) term "register", omdat ook elementen van een "legger" of "blaffaard" zijn te onderkennen.
Voorin (folio 1-6) bevindt zich een staat van vervaldata van diverse renten, pachten en tijnsen ("Dit sijn die tijnse ende reynten des gadeshuys des goeden Sunte Nycolaus tot Arnhem dat ghetimmert ende ghesticht wert in 't jaer ons heren (sic!) dusent driehondert een end vijftich") en vervolgens (folio 6 verso) de tekst van de eed van de Broederschap. i
71 Aernt van den Gruuthuus Goedertszoen en Jacob Bierwisch Johanssoen, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Sander Peperman en Jutte, zijn vrouw, hebben overgedragen aan Kersten Kivit en Gheryt Schoelre, ten behoeve van de Broederschap, een schepenakte, bezegeld door de Arnhemse schepenen Wijnant Ridder en Herman van Cleve, waarin sprake is van een rente van 28 schellingen 's jaars
2072 St. Nicolai Broederschap te Arnhem 1
Inventaris
2. Beheer der financiën en goederen
2.1. Stukken van algemene aard
102 Register bevattende afschriften, voornamelijk van akten betreffende renten, eigendomsoverdrachten en schulden, over de periode 1336-1422. Opgemaakt in de 15e eeuw, 1336-1422; opgemaakt in de 15e eeuw. 1 band
N.B. Zie reg.nos. 2-6, 10, 13-20, 22-32, 35-42, 45-48, 50-57, 59-60, 63-69, 71, 73, 75, 77-78, 80, 82-92, 94-96, 98-109, 111, 115, 120, 124-125, 127, 129, 133-134, 136-140, 143-144, 146, 148-149, 151-156, 159, 161, 163-164.
Deze band - reeds voor Nijhoff's inventarisatie (1866/1867) op onbekende wijze van het archief van de Broederschap afgedwaald en daarin in juni 1963, na aankoop via het Amsterdamse antiquariaat Hertzberger & Co, weer teruggekeerd - omvat 39 perkamenten bladen en heeft grotendeels het karakter van een cartularium, Nochtans is, hier zowel als ten aanzien van de inv.nos. 103-106, gekozen voor de ruimere (zij het evenmin geheel bevredigende) term "register", omdat ook elementen van een "legger" of "blaffaard" zijn te onderkennen.
Voorin (folio 1-6) bevindt zich een staat van vervaldata van diverse renten, pachten en tijnsen ("Dit sijn die tijnse ende reynten des gadeshuys des goeden Sunte Nycolaus tot Arnhem dat ghetimmert ende ghesticht wert in 't jaer ons heren (sic!) dusent driehondert een end vijftich") en vervolgens (folio 6 verso) de tekst van de eed van de Broederschap.
N.B. Zie reg.nos. 2-6, 10, 13-20, 22-32, 35-42, 45-48, 50-57, 59-60, 63-69, 71, 73, 75, 77-78, 80, 82-92, 94-96, 98-109, 111, 115, 120, 124-125, 127, 129, 133-134, 136-140, 143-144, 146, 148-149, 151-156, 159, 161, 163-164.
Deze band - reeds voor Nijhoff's inventarisatie (1866/1867) op onbekende wijze van het archief van de Broederschap afgedwaald en daarin in juni 1963, na aankoop via het Amsterdamse antiquariaat Hertzberger & Co, weer teruggekeerd - omvat 39 perkamenten bladen en heeft grotendeels het karakter van een cartularium, Nochtans is, hier zowel als ten aanzien van de inv.nos. 103-106, gekozen voor de ruimere (zij het evenmin geheel bevredigende) term "register", omdat ook elementen van een "legger" of "blaffaard" zijn te onderkennen.
Voorin (folio 1-6) bevindt zich een staat van vervaldata van diverse renten, pachten en tijnsen ("Dit sijn die tijnse ende reynten des gadeshuys des goeden Sunte Nycolaus tot Arnhem dat ghetimmert ende ghesticht wert in 't jaer ons heren (sic!) dusent driehondert een end vijftich") en vervolgens (folio 6 verso) de tekst van de eed van de Broederschap.
71
Aernt van den Gruuthuus Goedertszoen en Jacob Bierwisch Johanssoen, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Sander Peperman en Jutte, zijn vrouw, hebben overgedragen aan Kersten Kivit en Gheryt Schoelre, ten behoeve van de Broederschap, een schepenakte, bezegeld door de Arnhemse schepenen Wijnant Ridder en Herman van Cleve, waarin sprake is van een rente van 28 schellingen 's jaars
Datering:
1392 oktober 18 [op Sunte Lucasdaghe]
NB:
Afschrift in inv.no. 102, folio 18.
Eronder: "Dat sij kundich ende te weten den ghemeynen gesellen des guede [sic] Sunter Claes dat vorwarde sijn ende bescheiden alsoelange als men gebrueken mach de halve scaer die gheslaghen is op Gheertrude huus soe langhe en sal men gheen ghelt van Gheertrude baten".
Eronder: "Dat sij kundich ende te weten den ghemeynen gesellen des guede [sic] Sunter Claes dat vorwarde sijn ende bescheiden alsoelange als men gebrueken mach de halve scaer die gheslaghen is op Gheertrude huus soe langhe en sal men gheen ghelt van Gheertrude baten".
Toegangsnummer:
2072 St. Nicolai Broederschap te Arnhem 1
laatste wijziging 18-07-2012
laatste wijziging 23-01-2021
1.697 beschreven archiefstukken
112 gedigitaliseerd
totaal 5.303 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 23-01-2021
1.697 beschreven archiefstukken
112 gedigitaliseerd
totaal 5.303 bestanden