2000
Oud archief Arnhem
Inleiding
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.468 gedigitaliseerd
totaal 324.187 bestanden
Inventaris
1. Stad Arnhem
1.10. Handel en verkeer
1.10.3. Stukken betreffende de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen, genaamd De Grift
N.B. Reeds in 1310 vergunde koning HENDRIK aan graaf REINALD VAN GELRE om door de Betuwe tusschen Arnhem en Nijmegen een dijk of weg aan te leggen met een bevaarbaar kanaal daarlangs, waarbij tevens het recht tot tolheffen werd gegeven.
Van de vergunning van koning HENDRIK schijnt toen geen gebruik te zijn gemaakt; evenmin kwam een vaart tot stand naar aanleiding van de verordening, welke hertog KAREL VAN GELRE in Augustus van het jaar 1534 maakte. Opnieuw kwam de aangelegenheid ter sprake, toen koning PHILIPS VAN SPANJE aar den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMMAYE in 1580 een octrooi verleende, om op eigen kosten een kanaal tusschen beide steden te graven. In 1601 werd het plan weder opgevat, nu door de magistraten der steden Arnhem en Nijmegen, en in 1607 werd een overeenkomst met betrekking tot den aanleg gesloten.
Het als gevolg hiervan aangelegde kanaal verzandde vrij spoedig en heeft niet zeer lang aan het doel beantwoord In het jaar 1741 nam de Geldersche Rekenkamer het onderhoud van den zoogenaamden Griftdijk, die de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen vormde, van deze beide steden over, inclusief den op dien weg geheven tol.
Vergelijk ook de noot bij Inv. no. 588.
N.B. Reeds in 1310 vergunde koning HENDRIK aan graaf REINALD VAN GELRE om door de Betuwe tusschen Arnhem en Nijmegen een dijk of weg aan te leggen met een bevaarbaar kanaal daarlangs, waarbij tevens het recht tot tolheffen werd gegeven.
Van de vergunning van koning HENDRIK schijnt toen geen gebruik te zijn gemaakt; evenmin kwam een vaart tot stand naar aanleiding van de verordening, welke hertog KAREL VAN GELRE in Augustus van het jaar 1534 maakte. Opnieuw kwam de aangelegenheid ter sprake, toen koning PHILIPS VAN SPANJE aar den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMMAYE in 1580 een octrooi verleende, om op eigen kosten een kanaal tusschen beide steden te graven. In 1601 werd het plan weder opgevat, nu door de magistraten der steden Arnhem en Nijmegen, en in 1607 werd een overeenkomst met betrekking tot den aanleg gesloten.
Het als gevolg hiervan aangelegde kanaal verzandde vrij spoedig en heeft niet zeer lang aan het doel beantwoord In het jaar 1741 nam de Geldersche Rekenkamer het onderhoud van den zoogenaamden Griftdijk, die de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen vormde, van deze beide steden over, inclusief den op dien weg geheven tol.
Vergelijk ook de noot bij Inv. no. 588.
2000 Oud archief Arnhem
Inventaris
1. Stad Arnhem
1.10. Handel en verkeer
1.10.3.
Stukken betreffende de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen, genaamd De Grift
N.B. Reeds in 1310 vergunde koning HENDRIK aan graaf REINALD VAN GELRE om door de Betuwe tusschen Arnhem en Nijmegen een dijk of weg aan te leggen met een bevaarbaar kanaal daarlangs, waarbij tevens het recht tot tolheffen werd gegeven.
Van de vergunning van koning HENDRIK schijnt toen geen gebruik te zijn gemaakt; evenmin kwam een vaart tot stand naar aanleiding van de verordening, welke hertog KAREL VAN GELRE in Augustus van het jaar 1534 maakte. Opnieuw kwam de aangelegenheid ter sprake, toen koning PHILIPS VAN SPANJE aar den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMMAYE in 1580 een octrooi verleende, om op eigen kosten een kanaal tusschen beide steden te graven. In 1601 werd het plan weder opgevat, nu door de magistraten der steden Arnhem en Nijmegen, en in 1607 werd een overeenkomst met betrekking tot den aanleg gesloten.
Het als gevolg hiervan aangelegde kanaal verzandde vrij spoedig en heeft niet zeer lang aan het doel beantwoord In het jaar 1741 nam de Geldersche Rekenkamer het onderhoud van den zoogenaamden Griftdijk, die de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen vormde, van deze beide steden over, inclusief den op dien weg geheven tol.
Vergelijk ook de noot bij Inv. no. 588.
N.B. Reeds in 1310 vergunde koning HENDRIK aan graaf REINALD VAN GELRE om door de Betuwe tusschen Arnhem en Nijmegen een dijk of weg aan te leggen met een bevaarbaar kanaal daarlangs, waarbij tevens het recht tot tolheffen werd gegeven.
Van de vergunning van koning HENDRIK schijnt toen geen gebruik te zijn gemaakt; evenmin kwam een vaart tot stand naar aanleiding van de verordening, welke hertog KAREL VAN GELRE in Augustus van het jaar 1534 maakte. Opnieuw kwam de aangelegenheid ter sprake, toen koning PHILIPS VAN SPANJE aar den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMMAYE in 1580 een octrooi verleende, om op eigen kosten een kanaal tusschen beide steden te graven. In 1601 werd het plan weder opgevat, nu door de magistraten der steden Arnhem en Nijmegen, en in 1607 werd een overeenkomst met betrekking tot den aanleg gesloten.
Het als gevolg hiervan aangelegde kanaal verzandde vrij spoedig en heeft niet zeer lang aan het doel beantwoord In het jaar 1741 nam de Geldersche Rekenkamer het onderhoud van den zoogenaamden Griftdijk, die de verbinding tusschen Arnhem en Nijmegen vormde, van deze beide steden over, inclusief den op dien weg geheven tol.
Vergelijk ook de noot bij Inv. no. 588.
laatste wijziging 16-02-2024
31 gedigitaliseerd
totaal 5.005 bestanden
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.468 gedigitaliseerd
totaal 324.187 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.468 gedigitaliseerd
totaal 324.187 bestanden