1707
Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inleiding
2 De Gelderse Landdagen en hun recessen ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Bataafse Republiek
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
a. Deze landdag komt voor in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 316 r. 390 r. (scan 611-759); in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3 (scan 575-650); 0003 Kwartier van Nijmegen, inv. nr. 613; 0005 Kwartier van Zutphen, inv. nr. 1385.
b. De exemplaren van de Rekenkamer, van het Kwartier van Nijmegen en van het Kwartier van Zutphen bevatten naast het reces verscheidene bijlagen; deze ontbreken in het exemplaar van de stad Arnhem. 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4750, Bijlagen tot de Landdags- en Kwartiersrecessen, en inv. nr. 4826, Brieven, ingekomen bij, en minuten van brieven, uitgegaan van de Landschap en van het Kwartier van Veluwe, bevatten een groot aantal bijlagen en correspondentie die betrekking hebben op de landdag van maart 1593.
c. (waarschuwing dateringen veteri-novo)
b. De exemplaren van de Rekenkamer, van het Kwartier van Nijmegen en van het Kwartier van Zutphen bevatten naast het reces verscheidene bijlagen; deze ontbreken in het exemplaar van de stad Arnhem. 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4750, Bijlagen tot de Landdags- en Kwartiersrecessen, en inv. nr. 4826, Brieven, ingekomen bij, en minuten van brieven, uitgegaan van de Landschap en van het Kwartier van Veluwe, bevatten een groot aantal bijlagen en correspondentie die betrekking hebben op de landdag van maart 1593.
c. (waarschuwing dateringen veteri-novo)
d. Evenals in 1592 werden "gedeputierden" ofwel "gecommittierden ad causas" benoemd. In 1592 hadden dezen enkel nog tot taak kleinere zaken en particuliere rekesten af te handelen; zie de regesten 030 (1592) en 050 (1592). Soortgelijke commissies zijn trouwens al vanaf tenminste 1581 actief, maar zonder speciale benaming, zie bijvoorbeeld de regesten 055 (1581) en 056 (1581). Hier, in 1593, zien we voor het eerst "Gedeputeerden ad causas" die onder deze benamning, naast de kleinere zaken en rekesten, ook de uiteindelijke besluitvorming op de Landdag in klein comité voor hun rekening nemen, zoals later vast gebruik werd. Zie 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 328 r. apostille (scan 635), zie de de Inleiding, paragraaf 2.3.2., en zie de regesten 021 (1593) en 024 (1593).
e. Mettertijd werd het tevens usance dat dit klein comité onder leiding van de directeuren stond, doorgaans de hoogste ambtenaren binnen hun respectieve kwartier. Deze directeuren zijn hier nog niet geheel herkenbaar als leiders van de "Gedeputeerden ad causas", maar wel valt op dat twee van hen, zowel 'directeur' als lid van de "Gedeputeerden ad causas", ook hier al de hoogste kwartierlijke ambtenaren zijn, namelijk de burggraaf van Nijmegen en de landdrost van Zutphen; zie de regesten 005 (1593) en 021 (1593) en de Inleiding, paragraaf 2.3.2.
e. Mettertijd werd het tevens usance dat dit klein comité onder leiding van de directeuren stond, doorgaans de hoogste ambtenaren binnen hun respectieve kwartier. Deze directeuren zijn hier nog niet geheel herkenbaar als leiders van de "Gedeputeerden ad causas", maar wel valt op dat twee van hen, zowel 'directeur' als lid van de "Gedeputeerden ad causas", ook hier al de hoogste kwartierlijke ambtenaren zijn, namelijk de burggraaf van Nijmegen en de landdrost van Zutphen; zie de regesten 005 (1593) en 021 (1593) en de Inleiding, paragraaf 2.3.2.
27 maart
135 De afgezanten van prins Maurits herhalen, bij monde van dr. Henrick van Brienen de Jonge, hun verzoek om financiële steun voor het Oranjehuis. De Landdag laat hen weten dat een eventuele verpanding van Mariënweerd problematisch zou zijn, maar dat Gelderland graag samen met de overige gewesten steun wil verlenen. Doen de andere gewesten niets, dan zal Gelderland in de Staten-Generaal voorstellen het Oranjehuis het gebruik toe te staan van éénvierde tot éénderde part van de brandschattingen, met daar bovenop een verhoging van twee stuivers per opgebrachte gulden, zoals eerder al besloten. Zie Nota bene.
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
27 maart
135
De afgezanten van prins Maurits herhalen, bij monde van dr. Henrick van Brienen de Jonge, hun verzoek om financiële steun voor het Oranjehuis. De Landdag laat hen weten dat een eventuele verpanding van Mariënweerd problematisch zou zijn, maar dat Gelderland graag samen met de overige gewesten steun wil verlenen. Doen de andere gewesten niets, dan zal Gelderland in de Staten-Generaal voorstellen het Oranjehuis het gebruik toe te staan van éénvierde tot éénderde part van de brandschattingen, met daar bovenop een verhoging van twee stuivers per opgebrachte gulden, zoals eerder al besloten. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 27
Notabene:
a. "...versuick der Affgesanten van[den] sterffhuijse van Nassau etc...": het verzoek van prins Maurits om financiële steun aan het Huis Oranje-Nassau, indachtig de verdiensten van Maurtis' vader Willem van Oranje, in 1584 vermoord. De eerste veldtochten onder Willem van Oranje tegen het Spaanse gezag hadden het Oranjehuis veel geld gekost; zie ook de regesten 003 (1593), 023 (1593), 059 (1593), 076 (1593) en 126 (1593).
b. Voor het eerdere besluit over de brandschattingen, zie regest 126 (1593). Voor de moeilijkheden omtrent verpanding van Mariënweerd, zie regest 076 (1593). Zie ook regest 038 (1593) over de geconfiskeerde geestelijke goederen.
c. De Landdag wijst de afgezanten van Maurits er op dat men doende is een commissie tot onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen op te richten, maar dat dit onderzoek niet gereed zal komen vóór de eerstvolgende landdag, zodat hieromtrent voorlopig niets met zekerheid te zeggen is.
d. De Landdag tekent aan dat dit besluit achteraf enigszins is uitgebreid en gewijzigd, en ook in deze gewijzigde vorm schriftelijk aan de gezanten is medegedeeld en bij de geregistreerde landdagsstukken opgenomen.
e. "...door den Raetzheer Brienen...": dit is dr. Hendrick van Brienen Woltersz. (de Jonge), die van 08-03-1593 tot zijn dood op 11-02-1620 rekenmeester in de Gelderse Rekenkamer en derhalve qualitate quo ook raadsheer was, en vóór 5 november 1583 vertegenwoordiger en raadsheer van bannerheer (en stadhouder) Willem IV graaf van den Bergh; niet te verwarren met de ervaren bestuurder Henrick van Brienen de Oude (geboren ca. 1540 en eveneens in 1620 overleden), net als Van Brienen Woltersz. landdagscomparant voor de Ridderschap van Veluwe; en ook niet te verwarren met Henrick van Brienen heer tot Byssel, kapitein in het Staatse leger, eveneens herhaaldelijk landdagscomparant, en eveneens lid van de Ridderschap van Veluwe vanaf 1586 tot zijn dood in 1603.
b. Voor het eerdere besluit over de brandschattingen, zie regest 126 (1593). Voor de moeilijkheden omtrent verpanding van Mariënweerd, zie regest 076 (1593). Zie ook regest 038 (1593) over de geconfiskeerde geestelijke goederen.
c. De Landdag wijst de afgezanten van Maurits er op dat men doende is een commissie tot onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen op te richten, maar dat dit onderzoek niet gereed zal komen vóór de eerstvolgende landdag, zodat hieromtrent voorlopig niets met zekerheid te zeggen is.
d. De Landdag tekent aan dat dit besluit achteraf enigszins is uitgebreid en gewijzigd, en ook in deze gewijzigde vorm schriftelijk aan de gezanten is medegedeeld en bij de geregistreerde landdagsstukken opgenomen.
e. "...door den Raetzheer Brienen...": dit is dr. Hendrick van Brienen Woltersz. (de Jonge), die van 08-03-1593 tot zijn dood op 11-02-1620 rekenmeester in de Gelderse Rekenkamer en derhalve qualitate quo ook raadsheer was, en vóór 5 november 1583 vertegenwoordiger en raadsheer van bannerheer (en stadhouder) Willem IV graaf van den Bergh; niet te verwarren met de ervaren bestuurder Henrick van Brienen de Oude (geboren ca. 1540 en eveneens in 1620 overleden), net als Van Brienen Woltersz. landdagscomparant voor de Ridderschap van Veluwe; en ook niet te verwarren met Henrick van Brienen heer tot Byssel, kapitein in het Staatse leger, eveneens herhaaldelijk landdagscomparant, en eveneens lid van de Ridderschap van Veluwe vanaf 1586 tot zijn dood in 1603.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
365 r. - 366 r. (scan 709-711)
laatste wijziging 16-12-2022
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden