1707
Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inleiding
2 De Gelderse Landdagen en hun recessen ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Bataafse Republiek
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Inventaris
1585
Landdag 18 / 27 februari - 8 maart 1585 te Arnhem; aanvankelijk gepland vanaf 1 februari, maar achtereenvolgens naar 7, 18 en 27 februari verplaatst.
a. In de aanhef van de propositie is sprake van de "prolongiertten Landtdach", wat hier betekent dat deze Landdag naar een later tijdstip verschoven is. Zie 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 214 r., 222 r. - 223 v. en vooral 248 r.; en zie hieronder bij c.
b. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 216 r. staat vermeld dat de Landdag wordt geopend "alhier in die Raedtkaemer": dit is de raadszaal van het stadhuis van Arnhem. Zie ook regest 178 (1584) en vergelijk met 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, p. 361, waar expliciet sprake is van "...die Raetcamer der Stat Arnhem..." bij een landdag in februari 1591: zie Landdag 10 februari 1591, aanhef.
c. Over de beschrijving voor deze landdag en de planning en herhaalde verschuiving ervan bericht ons een open brief van de magistraat van Arnhem d.d. 14 maart 1585, opgenomen in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 248 r - 248 v. (zie ook regest 078, 1585):
Aanvankelijk door stadhouder Adolf graaf van Nieuwenaar uitgeschreven tegen 1 februari 1585, te Arnhem; wegens niet nader genoemde bezwaren verschoven naar Nijmegen, tegen 7 februari. Vanwege de onveiligheid van de wegen (door de heersende oorlogstoestand) en "andere inconvenienten" (moeilijkheden) kwamen te Nijmegen slechts enkele comparanten opdagen. Daarop verschoof de stadhouder de Landdag naar de 18de en naar Arnhem. Op 18 februari werd weliswaar kort vergaderd, maar de Landdag werd nog dezelfde dag, spoedig na aanvang, afgebroken en verschoven naar de 27ste.
Aanvankelijk door stadhouder Adolf graaf van Nieuwenaar uitgeschreven tegen 1 februari 1585, te Arnhem; wegens niet nader genoemde bezwaren verschoven naar Nijmegen, tegen 7 februari. Vanwege de onveiligheid van de wegen (door de heersende oorlogstoestand) en "andere inconvenienten" (moeilijkheden) kwamen te Nijmegen slechts enkele comparanten opdagen. Daarop verschoof de stadhouder de Landdag naar de 18de en naar Arnhem. Op 18 februari werd weliswaar kort vergaderd, maar de Landdag werd nog dezelfde dag, spoedig na aanvang, afgebroken en verschoven naar de 27ste.
d. De "andere inconveniënten": de toenemende onvrede van de grote katholieke meerderheid in Nijmegen met de Opstand en de calvinisten, deels vanwege belemmering van de Nijmeegse handel door Hollandse oorlogsschepen op de Waal en de Maas, deels om religieuze redenen, en aangewakkerd door enkele verzoenende brieven van Parma. Deze onvrede resulteerde op 6 maart 1585 in een katholieke contrarevolutie. Zie J. Kolman, pp. 47-56; M. Hageman, 'De Reductie', pp. 45-67 (zie Literatuurlijst).
e. In 0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 1384, komt dit landdagsreces van februari-maart 1585 niet voor (hiaat). Hetzelfde is van toepassing op 0012 Archief van de Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S3 (landdagsrecessen 1584-1593).
Inhoud van de voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal, in het kort in de Landdag gedaan op 18 februari 1585 en in zijn volledige versie nog gedurende diezelfde Landdag, op 27 februari, in copie overhandigd aan stadhouder Adolf van Nieuwenaar en aan de respectieve kwartieren; behorend bij de regesten 004 (1585), 005 (1585) en 009 (1585); dit is de copie van het Kwartier van Veluwe, met aantekeningen door de afgevaardigden van dit kwartier en met een afzonderlijke overeenkomst inzake de Middelen tussen de steden van Veluwe en de delegatie uit de Staten-Generaal.
a. Dit is één van de afschriften van de voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal, op het verzoek van de Landdag op 18 februari 1585 voor ieder kwartier vervaardigd: "Copilicke Instruction der here[n] G[ene]rall[e] Staten affgesandten an den Heren Stadtholder sampt Ritterschappe[n] unde Stedegesandte[n] In Gelderlandt Avergegeeven op eenen Lantdagh t'Arnhem den 27 febr. [15]85 st[ilo] v[eteri]".
b. De drie gedelegeerden: Rutger van Boetselaer (Boetseler), heer van Asperen (Raad van State en Staten-Generaal); mr. Carel (Carl) Roorda (Raad van State en Staten-Generaal); en mr. Floris Thin, landsadvocaat van het gewest Utrecht.
c. Zie voor Boetselaer het Nieuw Ned. Biogr. Woordenb. dl. 8 kol. 161-162, voor Thin het Nieuw Ned. Biogr. Woordenb. dl. 1 kol. 1495-1498. Zie voor deze delegatie ook de regesten 002, 005, 009, 016, 017, 018 (alle 1585) en verder.
d. Deze voordracht is ook opgenomen in het exemplaar Landdagsrecessen van het Kwartier van Nijmegen, 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 610, fol.
13 r. - 22 r. Het betreft hier geen origineel Nijmeegs reces, maar een afschrift van veel latere datum, namelijk uit 1614. Vermoedelijk is het reces van deze Landdag en zeker deze voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal overgeschreven van het stadsexemplaar van Arnhem of mogelijk van een inmiddels verdwenen reces van het Kwartier van Veluwe. Dit valt af te leiden uit het feit dat de apostillen bij deze voordracht betrekking hebben op de afzonderlijke overeenkomst betreffende de Middelen en andere lasten, gesloten tussen de steden van het Kwartier van Veluwe en de delegatie uit de Staten-Generaal.
Blijkens de recessen namen de afgevaardigden van het Kwartier van Nijmegen niet deel aan de besprekingen met deze delegatie, vanwege de beperkende lastgeving die zij hadden meegekregen, maar hebben zij de betreffende artikelen pas later bestudeerd (zie regest 041, 1585). Aangezien 0003 inv. nr. 610 een afschrift uit 1614 is, overgeschreven van een Arnhems of Veluws origineel, geven de apostillen hier het standpunt weer van het Kwartier van Veluwe, in het bijzonder dat van de Veluwse steden, en niet noodzakelijkerwijs het Nijmeegse standpunt.
13 r. - 22 r. Het betreft hier geen origineel Nijmeegs reces, maar een afschrift van veel latere datum, namelijk uit 1614. Vermoedelijk is het reces van deze Landdag en zeker deze voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal overgeschreven van het stadsexemplaar van Arnhem of mogelijk van een inmiddels verdwenen reces van het Kwartier van Veluwe. Dit valt af te leiden uit het feit dat de apostillen bij deze voordracht betrekking hebben op de afzonderlijke overeenkomst betreffende de Middelen en andere lasten, gesloten tussen de steden van het Kwartier van Veluwe en de delegatie uit de Staten-Generaal.
Blijkens de recessen namen de afgevaardigden van het Kwartier van Nijmegen niet deel aan de besprekingen met deze delegatie, vanwege de beperkende lastgeving die zij hadden meegekregen, maar hebben zij de betreffende artikelen pas later bestudeerd (zie regest 041, 1585). Aangezien 0003 inv. nr. 610 een afschrift uit 1614 is, overgeschreven van een Arnhems of Veluws origineel, geven de apostillen hier het standpunt weer van het Kwartier van Veluwe, in het bijzonder dat van de Veluwse steden, en niet noodzakelijkerwijs het Nijmeegse standpunt.
055 Artikel 10: Gedelegeerden zeggen dat voorts door de Verenigde Provinciën is bepaald dat de convooien en licenten op alle import en export in handen gesteld zullen worden van de Raad van State en geheven zullen worden volgens de lijst van 1 augustus 1581, de verhoging van 1 maart 1584 en de daarin aangebrachte wijziging van 10 mei 1584.
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1585
Landdag 18 / 27 februari - 8 maart 1585 te Arnhem; aanvankelijk gepland vanaf 1 februari, maar achtereenvolgens naar 7, 18 en 27 februari verplaatst.
Inhoud van de voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal, in het kort in de Landdag gedaan op 18 februari 1585 en in zijn volledige versie nog gedurende diezelfde Landdag, op 27 februari, in copie overhandigd aan stadhouder Adolf van Nieuwenaar en aan de respectieve kwartieren; behorend bij de regesten 004 (1585), 005 (1585) en 009 (1585); dit is de copie van het Kwartier van Veluwe, met aantekeningen door de afgevaardigden van dit kwartier en met een afzonderlijke overeenkomst inzake de Middelen tussen de steden van Veluwe en de delegatie uit de Staten-Generaal.
055
Artikel 10: Gedelegeerden zeggen dat voorts door de Verenigde Provinciën is bepaald dat de convooien en licenten op alle import en export in handen gesteld zullen worden van de Raad van State en geheven zullen worden volgens de lijst van 1 augustus 1581, de verhoging van 1 maart 1584 en de daarin aangebrachte wijziging van 10 mei 1584.
Datering:
1585 februari 18 / 27
Notabene:
a. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 235 r. apostille: Het Kwartier van Veluwe en i.h.b. de Veluwse steden tekenen hierbij aan dat de convooien en licenten behoren geheven te worden volgens de lijst die momenteel in Gelderland in gebruik is, en dat de daarin geheven lasten voor de kooplieden zeer gemakkelijk op te brengen zijn. [Deze aantekening is doorgehaald].
b. Onder de doorgestreepte aantekening wordt in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 235 r. apostille gesteld dat, de hoge nood in aanmerking genomen, men de convooien zal innen conform de lijst die in het vervolg in Gelderland gebruikt zal worden, mits daardoor de handel niet naar elders verdreven wordt, en dat men de beslissing over de te gebruiken lijst zal overlaten aan de Staten-Generaal.
c. Voor de convooien en licenten, zie Verklarende Woordenlijst.
d. In het exemplaar Landdagsrecessen van het Kwartier van Nijmegen, 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 610, fol. 16 r., is dezelfde apostille als onder (a) overgenomen, behalve het doorgehaalde gedeelte.
b. Onder de doorgestreepte aantekening wordt in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 235 r. apostille gesteld dat, de hoge nood in aanmerking genomen, men de convooien zal innen conform de lijst die in het vervolg in Gelderland gebruikt zal worden, mits daardoor de handel niet naar elders verdreven wordt, en dat men de beslissing over de te gebruiken lijst zal overlaten aan de Staten-Generaal.
c. Voor de convooien en licenten, zie Verklarende Woordenlijst.
d. In het exemplaar Landdagsrecessen van het Kwartier van Nijmegen, 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 610, fol. 16 r., is dezelfde apostille als onder (a) overgenomen, behalve het doorgehaalde gedeelte.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4695
Folionummer:
235 r.
laatste wijziging 17-04-2015
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden