0314
Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inleiding
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
68 Otto, graaf van Gelre, bevestigt de kerk te Bethlehem in de vrijstelling van het betalen van keppelkoorn, ploeggeld, voogdgeld, ploegbede rumething en hospitium aan die kerk verleend door zijnen vader Gerard en zijne moeder Margareta voor hare goederen te Wichmunde, Stenre, Gernere en Brunsvelde, en geeft haar gelijke vrijstelling van keppelkoorn, ploegbede, herfstbede of rumeding en herberge voor hetgeen zij later te Selehem en te Reinre aangekocht had. Getuigen zijn nevens den proost en den kapellaan te Bethlehem, Arnoldus, Fredericus, Gerardus de Reten fratres, nobiles Theodericus de Wische, Stephanus de Santdorp, Gozewinus de Rothem, Wilhelmus de Wrden, ministeriales, 1250 (Anno ab incarnatione domini MCCL).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 712 en Cartularium (inv.nr. 976) 3 en 40?. i
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 712 en Cartularium (inv.nr. 976) 3 en 40?. i
0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
68
Otto, graaf van Gelre, bevestigt de kerk te Bethlehem in de vrijstelling van het betalen van keppelkoorn, ploeggeld, voogdgeld, ploegbede rumething en hospitium aan die kerk verleend door zijnen vader Gerard en zijne moeder Margareta voor hare goederen te Wichmunde, Stenre, Gernere en Brunsvelde, en geeft haar gelijke vrijstelling van keppelkoorn, ploegbede, herfstbede of rumeding en herberge voor hetgeen zij later te Selehem en te Reinre aangekocht had. Getuigen zijn nevens den proost en den kapellaan te Bethlehem, Arnoldus, Fredericus, Gerardus de Reten fratres, nobiles Theodericus de Wische, Stephanus de Santdorp, Gozewinus de Rothem, Wilhelmus de Wrden, ministeriales, 1250 (Anno ab incarnatione domini MCCL).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 712 en Cartularium (inv.nr. 976) 3 en 40?.
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 712 en Cartularium (inv.nr. 976) 3 en 40?.
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden
Kenmerken
Datering:
1200-1611
Auteur:
I.A. Nijhof, J.J.S. Sloet, P.J.J. Moors, K.J.W. Peeneman
Categorie:
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden