0314
Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inleiding
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
19 Wilbrand, bisschop van Utrecht, verklaart, dat toen de priester Franco op de plaats nu Bethlehem genoemd met verlof der kerspellieden van Duttinchem een kapel had gebouwd, de markgenooten, onder welke Henrik graaf van Gelre en zijn zoon Otto, Wolter van Keppel, Huboldus van Bernham, Bernardus en Sueterus van Wisch gebroeders, Everard van Hese, Bernard van Elthen, Rudercus en Arnoldus van Gernere een gedeelte hunner mark daar omstreeks gelegen aan de H. Maagd hadden gegeven, dat daarna bisschop Balderik die kapel had gewijd en dat later na het overlijden van Franco en zijne opvolger Wilhelmus eerste proost der genoemde kerk, Richardis weduwe van graaf Otto de gift bevestigt had, der markgenooten onder welke Gerard graaf van Gelre, Wolter van Keppel en zijn zoon Theodericus Sueterus van Wisch als voogd zijner broeders Albert en Werner van Duttinchem, toen die weder een deel der mark aan de kerk hadden afgestaan en bevestigt den vrijdom door zijne voorgangers aan de plaats in de genoemde bepalingen gelegen, verrekend, haar aan het regtsgebied der kapelkerk en van den plebaan van Doetinchem onttrekkende. Onder de getuigen is nobilis Giselbertus de Bronchorst, na 1231 augustus 20 (Anno dominice incarnationis MCCXXXI, pontificatus nostri anno III).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5. i
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5. i
0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
19
Wilbrand, bisschop van Utrecht, verklaart, dat toen de priester Franco op de plaats nu Bethlehem genoemd met verlof der kerspellieden van Duttinchem een kapel had gebouwd, de markgenooten, onder welke Henrik graaf van Gelre en zijn zoon Otto, Wolter van Keppel, Huboldus van Bernham, Bernardus en Sueterus van Wisch gebroeders, Everard van Hese, Bernard van Elthen, Rudercus en Arnoldus van Gernere een gedeelte hunner mark daar omstreeks gelegen aan de H. Maagd hadden gegeven, dat daarna bisschop Balderik die kapel had gewijd en dat later na het overlijden van Franco en zijne opvolger Wilhelmus eerste proost der genoemde kerk, Richardis weduwe van graaf Otto de gift bevestigt had, der markgenooten onder welke Gerard graaf van Gelre, Wolter van Keppel en zijn zoon Theodericus Sueterus van Wisch als voogd zijner broeders Albert en Werner van Duttinchem, toen die weder een deel der mark aan de kerk hadden afgestaan en bevestigt den vrijdom door zijne voorgangers aan de plaats in de genoemde bepalingen gelegen, verrekend, haar aan het regtsgebied der kapelkerk en van den plebaan van Doetinchem onttrekkende. Onder de getuigen is nobilis Giselbertus de Bronchorst, na 1231 augustus 20 (Anno dominice incarnationis MCCXXXI, pontificatus nostri anno III).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5.
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5.
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden
Kenmerken
Datering:
1200-1611
Auteur:
I.A. Nijhof, J.J.S. Sloet, P.J.J. Moors, K.J.W. Peeneman
Categorie:
laatste wijziging 29-09-2021
2.020 beschreven archiefstukken
253 gedigitaliseerd
totaal 9.934 bestanden