Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Klooster Bethlehem bij Doetinchem

0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis van het archief en de inventarisatie
3. De huidige toegang
4. Literatuur
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
1 Dirk, bisschop van Utrecht, verklaart dat, toen de priester Franco op de plaats, nu Bethlehem genoemd, met verlof der kerspellieden van Duttincheim eene kapel had gebouwd, de markgenooten onder welke Henrik graaf van Gelre, Wouter van Keppel, Huboldus van Bernham, Ulricus en Egbertus van Brochusen gebroeders, Bernardus en Sueterus van Wisch gebroeders, Everhard van Hese, Bernardus van Elten, Jordanus van Wisch om een gedeelte hunner marken daaromtrent gelegen aan de Heilige maagd hadden gegeven dat daarna bisschop Balderik die kapel had gewijd terwijl zij vervolgens na eene brand opnieuw gewijd en in hare vrijheden bevestigd was door Albertus Livonensis episcopus en bekrachtigt de vrijdommen aan de voorschreven kerk verleend haar en hare goederen en bezittingen waarvan de namen en de ligging worden opgegeven met vermelding der personen, welke die aan het gesticht geschonken of verkocht hadden onder zijne bescherming nemende.
Presentibus Theoderico maj. ecclesie decano Gerardo Xanct. Ottone St. Bonifacii, Wolter St. Petri, Bernardo Tilense, Bertoldo Aldeselense, Engelberto Daventriense, preposites, Henrico St. Petri, Giselberto St. Johannis, Reinboldo St. Marie decanis Traj. Nicholas St. Pauli, Nicholas St. Laurentie in Osbruke, abbatibus; Woltero Spirinc, Giselberto, Egberto et Egidio fratribus de Amestelle, Alfero, Alberto et Willemo de Wlffinnen, Huberto de Busincheim, Gerardo de Hardeswic, Jacobo et Lamberto de A, Swetero de Wische, Stephano de Sulen, Wilhelmo de Malbergen, Swetero de Dinghete, Wilhelmo de Brunchurst, Hanrico de Burclo, Everardo Takun etc., 1200 (voor juli 12) (Anno dominice incarn. MCC pontificatus nostri anno II).
N.B. Gedrukt in Van Heussens Historia p II, blz. 186 van episcopat Daventri. Gebrekkig uitgegeven in Bondam, Charterboek II n. 80. Zie ook Sloet, Oorkonden, no. 395. Zie ook Oorkondenboek Utrecht 542. Beschreven in inventaris-Maris, 5. Zie ook Cartularium (inv.nr. 976) 31 en 31v. i
19 Wilbrand, bisschop van Utrecht, verklaart, dat toen de priester Franco op de plaats nu Bethlehem genoemd met verlof der kerspellieden van Duttinchem een kapel had gebouwd, de markgenooten, onder welke Henrik graaf van Gelre en zijn zoon Otto, Wolter van Keppel, Huboldus van Bernham, Bernardus en Sueterus van Wisch gebroeders, Everard van Hese, Bernard van Elthen, Rudercus en Arnoldus van Gernere een gedeelte hunner mark daar omstreeks gelegen aan de H. Maagd hadden gegeven, dat daarna bisschop Balderik die kapel had gewijd en dat later na het overlijden van Franco en zijne opvolger Wilhelmus eerste proost der genoemde kerk, Richardis weduwe van graaf Otto de gift bevestigt had, der markgenooten onder welke Gerard graaf van Gelre, Wolter van Keppel en zijn zoon Theodericus Sueterus van Wisch als voogd zijner broeders Albert en Werner van Duttinchem, toen die weder een deel der mark aan de kerk hadden afgestaan en bevestigt den vrijdom door zijne voorgangers aan de plaats in de genoemde bepalingen gelegen, verrekend, haar aan het regtsgebied der kapelkerk en van den plebaan van Doetinchem onttrekkende. Onder de getuigen is nobilis Giselbertus de Bronchorst, na 1231 augustus 20 (Anno dominice incarnationis MCCXXXI, pontificatus nostri anno III).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5.
i
0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem
Inventaris
2. Akten en brieven
N.B. Hierbij ook enkele andere soorten stukken. Het gaat hier om de door Sloet genummerde stukken, voorzover fysiek aanwezig (in ieder geval in de tijd van Sloet) en niet alleen als afschrifit in het cartularium.
2.01. 1200-1300
19
Wilbrand, bisschop van Utrecht, verklaart, dat toen de priester Franco op de plaats nu Bethlehem genoemd met verlof der kerspellieden van Duttinchem een kapel had gebouwd, de markgenooten, onder welke Henrik graaf van Gelre en zijn zoon Otto, Wolter van Keppel, Huboldus van Bernham, Bernardus en Sueterus van Wisch gebroeders, Everard van Hese, Bernard van Elthen, Rudercus en Arnoldus van Gernere een gedeelte hunner mark daar omstreeks gelegen aan de H. Maagd hadden gegeven, dat daarna bisschop Balderik die kapel had gewijd en dat later na het overlijden van Franco en zijne opvolger Wilhelmus eerste proost der genoemde kerk, Richardis weduwe van graaf Otto de gift bevestigt had, der markgenooten onder welke Gerard graaf van Gelre, Wolter van Keppel en zijn zoon Theodericus Sueterus van Wisch als voogd zijner broeders Albert en Werner van Duttinchem, toen die weder een deel der mark aan de kerk hadden afgestaan en bevestigt den vrijdom door zijne voorgangers aan de plaats in de genoemde bepalingen gelegen, verrekend, haar aan het regtsgebied der kapelkerk en van den plebaan van Doetinchem onttrekkende. Onder de getuigen is nobilis Giselbertus de Bronchorst, na 1231 augustus 20 (Anno dominice incarnationis MCCXXXI, pontificatus nostri anno III).
N.B. Zie Sloet, Oorkondenboek 547, Oorkondenboek Utrecht 818, Tadema 24 en Cartularium (inv.nr. 976) 28. Beschreven in inventaris-Maris, 5.
Datering:
na 1231 augustus 20 (Anno dominice incarnationis MCCXXXI, pontificatus nostri anno III)

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga

Kenmerken

Datering:
1200-1611
Auteur:
I.A. Nijhof, J.J.S. Sloet, P.J.J. Moors, K.J.W. Peeneman
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal