Uw zoekacties: Brieven uit en aan het Hof

Brieven uit en aan het Hof

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden.

Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer.

Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden.

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen.

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien.

0124-665 Brieven uit en aan het Hof

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inventaris

3124 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 6, 7, 13 en 15 januari l.l.
Nos. 1014, 1015, 1022, 1024 v.d. Br. v.e.a.d. St. over het verpanden van domeinen op de Veluwe tot onderhoud der Garnizoenen. De 7 Duitsche vendelen hebben zich niet, gelijk hun bevolen was, naar het graafschap Berg begeven, maar zijn naar Deventer en Kampen getrokken. Van de door het Hof genoemde personen acht hij Claes Pieck het geschiktst voor kapitein te Arnhem; hij had hem reeds geschreven bij hem te komen, maar heeft, hoorende, dat te zijnen huize de pest heerscht, tegenbevel gezonden

3125 Missive van den stadhouder aan het Hof. Overmorgen hoopt hij te Arnhem te komen

3126 Placaat van Requesens, waarbij alle verkeer met de vijanden verboden wordt.
Verg. Br. v.e.a.d. St. No. 1063

3126 * Van Requesens aan het Hof, begeleidend eenen brief uit Keulen over eene questie van uitvoer van levensmiddelen met 2 bijlagen; met bevel om daarin te handelen volgens het vroegere bevel. Met apostille d.d. 24 juli.
Hierbij de brief van Keulen

3127 Missive van wege den koning aan het Hof begeleidende een request van het klooster Groot Boerle (ten Grooten Buurlo), met verzoek om advies daarop.(Zie brief van 27 october 1574). Zie antwoord van 16 november 1575

3128 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof begeleidende het placaat op de reductie van renten, zoo erf- als lijfrente bezet en gehypothequeerd op de stad Antwerpen, met last van publicatie. Zie van Loon, Geld. Plac. boek I, 675

3129 a Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 26 september l.l. (No. 1092. van de Br. v.e.a.d. Stadh.). Hij heeft aan Anderlecht gelast in het graafschap Berg een stuk wild voor de Arnhemsche Minoriten te laten schieten. Voorts over een request van die van Zutphen over geldelijke aangelegenheden

3129 b Request van die van Zutphen aan het Hof over de leeningen ten behoeve der soldaten en de middelen om daarin te verzien. Zie Br. m.h.kw.v. Zutphen No. 5046

3130 a Missive van Ridderschap en steden van het kwartier van Roermond aan het Hof begeleidende copie van een request door hen aan Requesens en den stadhouder gepresenteerd, met verzoek om hun zaak te bevorderen

3130 b Request van de Staten van het Overkwartier aan den stadhouder. Zij wenschen ontheven te blijven van leeningen ten behoeve der soldaten en verzoeken, dat de garnizoenen te Roermond, Gelder en Erkelentz tegen den a.s. winter verminderd mogen worden. Voorts klagen zij over invallen van de vijanden uit Bommel in het platte land van hun kwartier

3130 c Request van de Staten van het Overkwartier van Requesens van gelijke strekking als het bovenstaande

3131 a Missive van Requesens aan het Hof met last om terstond te laten opteekenen en beslag leggen op de goederen van de personen, wier namen op bijgaande lijst voorkomen.
(Zie brief van 6 september 1574). Zie brief van 10 februari 1576

3131 b De lijst van namen, waarvan in bovenstaande brief sprake is.
Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7772

3132 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 17 october l.l. No. 1094 v.d. Br. v.e.a.d. Stadhouder. Over klachten van Zutphen en Roermond over faules der soldaten. Hij kan er niets anders aan doen, dan er over schrijven aan Requesens, en dit heeft hij reeds meermalen gedaan. In afwachting van het geld is er niet anders aan te doen, dan dat men voortgaat met het opbrengen van leeningen. Zie Br. m.h.Kw. v. Zutphen No. 5057

3133 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 9 november l.l. (No. 1100 v.d. Br. v.e.a.d. stadh.). Zoodra hij te Arnhem is, zal hij de zaak van het opbrengen van 2000 gl. door het Klooster Isendoren en van het zich verzamelen van de afgevaardigden der kwartieren uit zich zelf, ampel met het Hof bespreken.
Zie br. v.e.a.d. Stadh. No. 1100. Zie Br. m.h.Kw. v. Zutphen No. 5088

3134 Missive van het Hof aan den secreten raad in antwoord op die van 13 augustus l.l. houdende gunstig advies op het request van het klooster Groot Boirloe betreffende den verkoop van land

3135 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat, waarbij het verhuizen van schippers en bootsgezellen naar andere landen en provincien verboden wordt. Zie van Loon, Geld. Plac. boek I. 683. Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7748

3136 Missive van wege den koning aan het Hof begeleidende het request van Ernst Mom, met verzoek om advies daarop . Zie brief van 4 juli 1576. Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7753

3137 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, met last om de placaten tegen te houden van correspondentie met de vijanden en rebellen opnieuw te publiceeren, aangezien het blijkt, dat vele personen er zich niet aan houden

3138 Missive van het Hof aan Requesens, waarbij het in overweging geeft de pretensien (op geconfisqueerde goederen), geexhibeerd na den door het placaat daartoe vastgestelden tijd, toch te onderzoeken, daar het te laat exhibeeren in vele gevallen buiten de schuld der partijen was. (Zie brief van 29 october 1574)

3139 Missive van Requesens aan het Hof in antwoord op die van 20 december 1575 (niet aanwezig), waarin het Hof bezwaren had geopperd, tegen het placaat, waarbij verklaard wordt, dat die van Amsterdam niet arrestabel zullen zijn voor schulden door de Staten van Holland gecontracteerd. (Zie van Loon, Geld. Plac. boek I. 681). Schr. geeft te kennen, dat het placaat gehandhaafd moet worden zonder evenwel te willen retracteeren, wat tot dusver is strijd daarmede gedaan is

3140 Missive van het Hof aan de Heeren van Financien, begeleidende en ondersteunende een request van den deurwaarder der Kanselary Arend Barcken om vermeerdering van gage

3141 a Missive van het Hof aan den raad des Konings, met verzoek om den rentmeester der geconfisqueerde heerlijkheden Pannerden, Millingen en Bijlandt te gelasten aan het kapittel van Emmerich een thijns van 130 goudgl. vervallen 1 november l.l. te betalen, hetgeen door gen. rentmeester op grond van brieven van Requesens en den raad geweigerd was. Het Hof wijst op de nadelige gevolgen, die een herhaalde weigering voor Z.M. zou kunnen hebben op grond van de voorwaarden van dezen thijns

3141 b Request van het kapittel van Emmerich over de weigering van betaling door den rentmeester van Pannerden enz. (Zie boven)

3141 c Verbaal van den raadsheer Leonard Stolbergen betr. zijn onderhandeling met de afgevaardigden van het Kappitel van Emmerich

3142 Missive van Requesens aan het Hof. Hij heeft nog steeds niet gehoord, of zijn per brief van 12 october 1575 (Zie aldaar) gegeven last is uitgevoerd. Is het nog niet geschied, dan moet men het onverwijld doen

3143 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat op de loterijen, met last van publicatie.
Zie van Loon, Geld. Plac. boek I, 684. Zie Br. m.h.kw. v. Nijm. No. 7784

3144 Missive van het Hof aan der raad des Konings, in antwoord op die van 28 januari (niet aanwezig). Advies op het request van Anna van den Berg, betreffende restitutie van het haar toekomende gedeelte van de geconfisqueerde goederen van den graaf van den Berg. Het Hof acht zich niet bevoegd een definitief advies te geven, daar het niet bekend is met de stappen door suppl. en haar broeder voor dezen gedaan. Zij hebben in ieder geval niet medegewerkt om de liquidatie tot stand te doen komen. Het Hof geeft in overweging haar voor den tijd van 2 jaren de goederen om Elburg toe te wijzen.
(Verg. brief van 7 december 1570)

3144 * Request van de Gedeputeerde der Staten aan het Hof, behelzende 8 punten, waarop zij recommandatie aan de regeering te Brussel verzoeken.
Zie brief van 1 augustus 1576

3145 Missive van Arnold Sasbout aan het Hof, in antwoord op die van 7 en 9 maart l.l. (niet aanwezig). Daar Requesens gestorven en nog geen opvolger benoemd is, kan er voor het oogenblik nog geen benoeming van een Kanselier voor Gelderland plaats hebben. De Secrete raad heeft de zaak van Henrick van Isendoren c.s., contra die van Gend en Plettenburg terstond ter hand genomen.
Zie brief van 16 april 1576

3146 Missive van den Raad van State aan het Hof, begeleidende requesten van sollicitanten naar de betrekking van raadsheer in het Hof van Gelderland (vac. Pannekoeck), met verzoek om advies

3147 Missive van Bapt. Berty aan Amelis van Amstel van Mijnden ter aanbeveling van Jacques Gramaye voor de vacante raadsheersplaats

3148 Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende het request van die van het Karthuizer Klooster buiten Arnhem (Monnikhuizen), met verzoek om advies daarop.
Zie antwoord van 22 mei 1576 No. 3163

3149 Missive van Berloymont aan het Hof met verzoek om ook Frederick van Voorst, Waldgraaf van het Rijk van Nijmegen op de voordracht voor raadsheer te plaatsen. Tegen het waarnemen van beide betrekkingen is geen bezwaar

3150 a Missive van het Hof van Utrecht aan dat van Gelderland begeleidende een brief van den raad des Konings voor het Hof van Gelderland bestemd, maar bij vergissing naar Utrecht gezonden. De brief behelsde een request van Evert van Voort tegen den rentmeester der geconfisqueerde Culemborchsche goederen

3150 b Missive van Adriaen van Maurick, rentmeester der Culemborchsche goederen in Nederbetuwe aan het Hof over het request van E. van Voort. (Zie boven)

3151 Missive van den Raad van State aan het Hof om overal gebeden te laten doen voor de keuze van een goeden landvoogd dezer landen en voor hen die middelerwijl met de leiding der zaken belast zijn.
Zie brief van 17 april 1576. Zie Br. v.e.a.d.St. No. 1125 en m.h.Kw. v. Nijm. No. 7822

3152 Missive van den Raad van State aan het Hof begeleidende het request van Jacob Zoes, sollicitant voor de betrekking van raadsheer, met vezoek om advies daarop

3153 Missive van het Hof aan den secreten raad over de questie der executie op leengoederen van Sander Bentinck (Procedure te Engelanderholt; zie brief van 12 november 1574). Het Hof zet zeer uitvoerig de oorzaken der tegenwoordige moeilijkheden uiteen, gelegen in de "Schricking of opdinging" van het gericht door de tegenpartij, omdat zij geen executie van het te haren gunste gewezen vonnis erlangde. Het Hof slaat als expedient voor, dat Z.M. eenige Commissarissen benoeme om met eenigen uit de ridderschap van Veluwe, door het Hof daartoe aan te wijzen, te onderzoeken, welke der guestieuse goederen leen- en welke allodiale goederen zijn, om daarna tot liquidatie der questieuse sententie over te gaan, zonder echter eenige uitspraak te doen. Deze zou aan Z.M. verblijven. In ieder geval moet er spoedig iets gedaan worden, daar anders alle justitie op de Veluwe blijft stilstaan.
Zie brief van 8 februari 1578

3154 Missive van Arnold Sasbout aan het Hof. Z.M. heeft tot Kanselier van Gelderland benoemd den Kanselier van Overijssel en in diens plaats den Momboir Johan Urdt

3155 Missive van het Hof aan den Raad van State; waarin het zijn ingenomenheid te kennen geeft met het besluit des Konings om den Raad van State met de leiding der zaken in deze landen te belasten en de verzekering geeft van zijn bereidwilligheid om te gehoorzamen en mede te werken. (Zie brief van 5 april l.l.)

3156 Missive van het Hof aan den stadhouder. Men heeft, van verschillende zijden vernomen, dat zich in de voogdij van Gelder ruiters en Knechten verzamelen en aldaar loopplaatsen hebben. Zie brief van 21 april 1576 No. 3157.
Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7825

3157 Missive van het Hof aan den Stadhouder, begeleidende eenig nader bericht aangaande de krijgstoerustingen der vijanden (Zie brief van 20 april l.l.). Ook aan den Raad van State is er over geschreven (Zie No. 3159). Te Arnhem worden voorzorgsmaatregelen genomen. Ook andere steden aan de rivieren zijn gewaarschuwd

3158 Missive van den Raad van State aan de Stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat op de buit en prisen ter zee, met last van publicatie.
Zie br. m.h.Kw. v. Nijm. No. 7843

3159 Missive van het Hof aan den Raad van State, behelzende verschillende berichten aangaande krijgstoerustingen en bewegingen der vijanden in Duitschland.
(Zie brief No. 3157)

3160 Missive van den Raad van State aan den stadhouder en het Hof, begeleidende requesten van Jacques Gramaye, Johan de Voocht van Cronenborch, Peter Maliart en Peter Verreycken, sollicitanten voor de vacante raadsheersplaats met verzoek om advies daarop.
Zie brief van 30 april 1576

3161 Missive van den stadhouder aan het Hof, begeleidende den brief van den Raad van State d.d. 24 april. Bij zijn komst te Arnhem zal hij de zaak met het Hof bespreken

3162 Missive van den stadhouder aan het Hof, met verzoek om de twee voor het Hof hangende processen tusschen den graaf van Buren en Herman van de Pol in materie van spolium betreffende goederen en aanwas te Ochten, af te doen

3163 Missive van het Hof en de rekenkamer aan den secreten raad, in antwoord op die van 28 maart l.l. No. 3148, houdende gunstig advies op het request van Monnikhuizen betreffende een ruiling van goed, behoudens eenige restrictien

3163 * Missive van den Raad van State aan den stadhouder en het Hof begeleidende het placaat op den regel en de orde, die de lichte ruiterij van Z.M. moet onderhouden, met last van publicatie. Zie br. m.h.Kw. v. Nijm. No. 7864

3164 Missive van den stadhouder aan de Heeren van Financien (?). Hij zegt voortdurend lastig gevallen te worden door verschillende ambachtslieden te Arnhem, den Commissaris Peter van Zoutelande en den cipier der St. Janspoort om betaling van het hun toekomende. De landrentmeester weigert betaling op grond van een verbod der rekenkamer.
Schr. verzoekt, dat hierin voorzien worde

3165 Missive van het Hof aan den Raad van State, met verzoek om een richter van Nijmegen te hernoemen i.p.v. Johan van Boedtbergen, die overleden is.
Zie br. m.h. kw. v. Nijm. No. 7856

3166 Bevelschrift van het Hof aan alle Oversten, Officieren enz. om toonderen dezes, ingezetenen van het Kerspel Brummen, behulpzaam te zijn tot het terug erlangen van ettelijke wagens en paarden door de Tuggersche soldaten medegenomen en niet terug gezonden

3167 a Missive van het Hof aan den Secreten raad, houdende gunstig advies op een request van Johan Kern alias Vronhoven, secretaris in het ambt Montfort, om van de drie banken van Montfort, Linne en Bergen één te maken

3167 b Request van Johan Kern aan het Hof om zijn verzoek aangaande de vereeniging der 3 bonken in behandeling te nemen

3167 c Schrijven van het Hof aan Wilhelm van Merwick, drost van Montfort, om de ridderschap en de voornaamste personen uit de betrokken dorpen te hooren op het verzoek van Joh. Kern

3167 d Herbert van Wusteraede, schepen te Echt, verklaart de vereeniging der drie banken van Montfort, Linne en Bergen wenschelijk te achten

3167 e Schrijven van Joh. Kern aan Willem van Gendt, daartoe door het Hof gecommitteerd, om de vereeniging der drie banken te willen bevorderen

3168 Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende een request van Ernst Mom en copie van een compromis van dezen met zijn oudsten broeder Johan Mom, met verzoek om advies daarop. (Zie brief van 18 januari l.l.). Zie antwoord van 24 october 1576

3169 Missive van den Raad van State aan het Hof, begeleidende een supplicatie met stukken van Henrick van Isendoren gen. van Bloys c.s. en den momboir, met last om te ontbieden den richter van Veluwezoom en hem te bevelen zich te regelen naar de voorgaande bevelen hem te dezer zake gegeven en uitspraak te doen op de klacht van supplianten over een te groot aantal beesten dan die van Gendt en Plettenborch op het land in questie gedreven.
Zie verder brief van 31 januari 1577

3170 Missive van het Hof aan den Raad van State Men wijst op de onvermijdelijke gevaren, waaraan de steden van de zijde der garizoenen zullen blootstaan, wanneer, gelijk den gedeputeerden der landschap geaccordeerd is, de leeningen ophouden zonder dat er op andere wijze in de behoefte der soldaten wordt voorzien. Voorts verzoekt men mededeeling van al het aan de gedeputeerden ingewilligde, ten einde zich daarnaar te kunnen richten.
(Zie brief van 8 januari 1574 en No. 3144*)

0124-665 Brieven uit en aan het Hof

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

3170

Missive van het Hof aan den Raad van State Men wijst op de onvermijdelijke gevaren, waaraan de steden van de zijde der garizoenen zullen blootstaan, wanneer, gelijk den gedeputeerden der landschap geaccordeerd is, de leeningen ophouden zonder dat er op andere wijze in de behoefte der soldaten wordt voorzien. Voorts verzoekt men mededeeling van al het aan de gedeputeerden ingewilligde, ten einde zich daarnaar te kunnen richten.
(Zie brief van 8 januari 1574 en No. 3144*)

1576 augustus 1

0124 Hof van Gelre en Zutphen

665

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen