Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Brieven uit en aan het Hof

Brieven uit en aan het Hof

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0124-665   Brieven uit en aan het Hof
Inventaris
3124 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 6, 7, 13 en 15 januari l.l.
Nos. 1014, 1015, 1022, 1024 v.d. Br. v.e.a.d. St. over het verpanden van domeinen op de Veluwe tot onderhoud der Garnizoenen. De 7 Duitsche vendelen hebben zich niet, gelijk hun bevolen was, naar het graafschap Berg begeven, maar zijn naar Deventer en Kampen getrokken. Van de door het Hof genoemde personen acht hij Claes Pieck het geschiktst voor kapitein te Arnhem; hij had hem reeds geschreven bij hem te komen, maar heeft, hoorende, dat te zijnen huize de pest heerscht, tegenbevel gezonden
3125 Missive van den stadhouder aan het Hof. Overmorgen hoopt hij te Arnhem te komen
3126 Placaat van Requesens, waarbij alle verkeer met de vijanden verboden wordt.
Verg. Br. v.e.a.d. St. No. 1063
3126 * Van Requesens aan het Hof, begeleidend eenen brief uit Keulen over eene questie van uitvoer van levensmiddelen met 2 bijlagen; met bevel om daarin te handelen volgens het vroegere bevel. Met apostille d.d. 24 juli.
Hierbij de brief van Keulen
3127 Missive van wege den koning aan het Hof begeleidende een request van het klooster Groot Boerle (ten Grooten Buurlo), met verzoek om advies daarop.(Zie brief van 27 october 1574). Zie antwoord van 16 november 1575
3128 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof begeleidende het placaat op de reductie van renten, zoo erf- als lijfrente bezet en gehypothequeerd op de stad Antwerpen, met last van publicatie. Zie van Loon, Geld. Plac. boek I, 675
3129 a Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 26 september l.l. (No. 1092. van de Br. v.e.a.d. Stadh.). Hij heeft aan Anderlecht gelast in het graafschap Berg een stuk wild voor de Arnhemsche Minoriten te laten schieten. Voorts over een request van die van Zutphen over geldelijke aangelegenheden
3129 b Request van die van Zutphen aan het Hof over de leeningen ten behoeve der soldaten en de middelen om daarin te verzien. Zie Br. m.h.kw.v. Zutphen No. 5046
3130 a Missive van Ridderschap en steden van het kwartier van Roermond aan het Hof begeleidende copie van een request door hen aan Requesens en den stadhouder gepresenteerd, met verzoek om hun zaak te bevorderen
3130 b Request van de Staten van het Overkwartier aan den stadhouder. Zij wenschen ontheven te blijven van leeningen ten behoeve der soldaten en verzoeken, dat de garnizoenen te Roermond, Gelder en Erkelentz tegen den a.s. winter verminderd mogen worden. Voorts klagen zij over invallen van de vijanden uit Bommel in het platte land van hun kwartier
3130 c Request van de Staten van het Overkwartier van Requesens van gelijke strekking als het bovenstaande
3131 a Missive van Requesens aan het Hof met last om terstond te laten opteekenen en beslag leggen op de goederen van de personen, wier namen op bijgaande lijst voorkomen.
(Zie brief van 6 september 1574). Zie brief van 10 februari 1576
3131 b De lijst van namen, waarvan in bovenstaande brief sprake is.
Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7772
3132 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 17 october l.l. No. 1094 v.d. Br. v.e.a.d. Stadhouder. Over klachten van Zutphen en Roermond over faules der soldaten. Hij kan er niets anders aan doen, dan er over schrijven aan Requesens, en dit heeft hij reeds meermalen gedaan. In afwachting van het geld is er niet anders aan te doen, dan dat men voortgaat met het opbrengen van leeningen. Zie Br. m.h.Kw. v. Zutphen No. 5057
3133 Missive van den stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 9 november l.l. (No. 1100 v.d. Br. v.e.a.d. stadh.). Zoodra hij te Arnhem is, zal hij de zaak van het opbrengen van 2000 gl. door het Klooster Isendoren en van het zich verzamelen van de afgevaardigden der kwartieren uit zich zelf, ampel met het Hof bespreken.
Zie br. v.e.a.d. Stadh. No. 1100. Zie Br. m.h.Kw. v. Zutphen No. 5088
3134 Missive van het Hof aan den secreten raad in antwoord op die van 13 augustus l.l. houdende gunstig advies op het request van het klooster Groot Boirloe betreffende den verkoop van land
3135 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat, waarbij het verhuizen van schippers en bootsgezellen naar andere landen en provincien verboden wordt. Zie van Loon, Geld. Plac. boek I. 683. Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7748
3136 Missive van wege den koning aan het Hof begeleidende het request van Ernst Mom, met verzoek om advies daarop . Zie brief van 4 juli 1576. Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7753
3137 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, met last om de placaten tegen te houden van correspondentie met de vijanden en rebellen opnieuw te publiceeren, aangezien het blijkt, dat vele personen er zich niet aan houden
3138 Missive van het Hof aan Requesens, waarbij het in overweging geeft de pretensien (op geconfisqueerde goederen), geexhibeerd na den door het placaat daartoe vastgestelden tijd, toch te onderzoeken, daar het te laat exhibeeren in vele gevallen buiten de schuld der partijen was. (Zie brief van 29 october 1574)
3139 Missive van Requesens aan het Hof in antwoord op die van 20 december 1575 (niet aanwezig), waarin het Hof bezwaren had geopperd, tegen het placaat, waarbij verklaard wordt, dat die van Amsterdam niet arrestabel zullen zijn voor schulden door de Staten van Holland gecontracteerd. (Zie van Loon, Geld. Plac. boek I. 681). Schr. geeft te kennen, dat het placaat gehandhaafd moet worden zonder evenwel te willen retracteeren, wat tot dusver is strijd daarmede gedaan is
3140 Missive van het Hof aan de Heeren van Financien, begeleidende en ondersteunende een request van den deurwaarder der Kanselary Arend Barcken om vermeerdering van gage
3141 a Missive van het Hof aan den raad des Konings, met verzoek om den rentmeester der geconfisqueerde heerlijkheden Pannerden, Millingen en Bijlandt te gelasten aan het kapittel van Emmerich een thijns van 130 goudgl. vervallen 1 november l.l. te betalen, hetgeen door gen. rentmeester op grond van brieven van Requesens en den raad geweigerd was. Het Hof wijst op de nadelige gevolgen, die een herhaalde weigering voor Z.M. zou kunnen hebben op grond van de voorwaarden van dezen thijns
0124-665 Brieven uit en aan het Hof
3141 a
Missive van het Hof aan den raad des Konings, met verzoek om den rentmeester der geconfisqueerde heerlijkheden Pannerden, Millingen en Bijlandt te gelasten aan het kapittel van Emmerich een thijns van 130 goudgl. vervallen 1 november l.l. te betalen, hetgeen door gen. rentmeester op grond van brieven van Requesens en den raad geweigerd was. Het Hof wijst op de nadelige gevolgen, die een herhaalde weigering voor Z.M. zou kunnen hebben op grond van de voorwaarden van dezen thijns
Datering:
1576 februari 9
Toegangsnummer:
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
665

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
laatste wijziging 04-08-2011
3141 b Request van het kapittel van Emmerich over de weigering van betaling door den rentmeester van Pannerden enz. (Zie boven)
3141 c Verbaal van den raadsheer Leonard Stolbergen betr. zijn onderhandeling met de afgevaardigden van het Kappitel van Emmerich
3142 Missive van Requesens aan het Hof. Hij heeft nog steeds niet gehoord, of zijn per brief van 12 october 1575 (Zie aldaar) gegeven last is uitgevoerd. Is het nog niet geschied, dan moet men het onverwijld doen
3143 Missive van Requesens aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat op de loterijen, met last van publicatie.
Zie van Loon, Geld. Plac. boek I, 684. Zie Br. m.h.kw. v. Nijm. No. 7784
3144 Missive van het Hof aan der raad des Konings, in antwoord op die van 28 januari (niet aanwezig). Advies op het request van Anna van den Berg, betreffende restitutie van het haar toekomende gedeelte van de geconfisqueerde goederen van den graaf van den Berg. Het Hof acht zich niet bevoegd een definitief advies te geven, daar het niet bekend is met de stappen door suppl. en haar broeder voor dezen gedaan. Zij hebben in ieder geval niet medegewerkt om de liquidatie tot stand te doen komen. Het Hof geeft in overweging haar voor den tijd van 2 jaren de goederen om Elburg toe te wijzen.
(Verg. brief van 7 december 1570)
3144 * Request van de Gedeputeerde der Staten aan het Hof, behelzende 8 punten, waarop zij recommandatie aan de regeering te Brussel verzoeken.
Zie brief van 1 augustus 1576
3145 Missive van Arnold Sasbout aan het Hof, in antwoord op die van 7 en 9 maart l.l. (niet aanwezig). Daar Requesens gestorven en nog geen opvolger benoemd is, kan er voor het oogenblik nog geen benoeming van een Kanselier voor Gelderland plaats hebben. De Secrete raad heeft de zaak van Henrick van Isendoren c.s., contra die van Gend en Plettenburg terstond ter hand genomen.
Zie brief van 16 april 1576
3146 Missive van den Raad van State aan het Hof, begeleidende requesten van sollicitanten naar de betrekking van raadsheer in het Hof van Gelderland (vac. Pannekoeck), met verzoek om advies
3147 Missive van Bapt. Berty aan Amelis van Amstel van Mijnden ter aanbeveling van Jacques Gramaye voor de vacante raadsheersplaats
3148 Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende het request van die van het Karthuizer Klooster buiten Arnhem (Monnikhuizen), met verzoek om advies daarop.
Zie antwoord van 22 mei 1576 No. 3163
3149 Missive van Berloymont aan het Hof met verzoek om ook Frederick van Voorst, Waldgraaf van het Rijk van Nijmegen op de voordracht voor raadsheer te plaatsen. Tegen het waarnemen van beide betrekkingen is geen bezwaar
3150 a Missive van het Hof van Utrecht aan dat van Gelderland begeleidende een brief van den raad des Konings voor het Hof van Gelderland bestemd, maar bij vergissing naar Utrecht gezonden. De brief behelsde een request van Evert van Voort tegen den rentmeester der geconfisqueerde Culemborchsche goederen
3150 b Missive van Adriaen van Maurick, rentmeester der Culemborchsche goederen in Nederbetuwe aan het Hof over het request van E. van Voort. (Zie boven)
3151 Missive van den Raad van State aan het Hof om overal gebeden te laten doen voor de keuze van een goeden landvoogd dezer landen en voor hen die middelerwijl met de leiding der zaken belast zijn.
Zie brief van 17 april 1576. Zie Br. v.e.a.d.St. No. 1125 en m.h.Kw. v. Nijm. No. 7822
3152 Missive van den Raad van State aan het Hof begeleidende het request van Jacob Zoes, sollicitant voor de betrekking van raadsheer, met vezoek om advies daarop
3153 Missive van het Hof aan den secreten raad over de questie der executie op leengoederen van Sander Bentinck (Procedure te Engelanderholt; zie brief van 12 november 1574). Het Hof zet zeer uitvoerig de oorzaken der tegenwoordige moeilijkheden uiteen, gelegen in de "Schricking of opdinging" van het gericht door de tegenpartij, omdat zij geen executie van het te haren gunste gewezen vonnis erlangde. Het Hof slaat als expedient voor, dat Z.M. eenige Commissarissen benoeme om met eenigen uit de ridderschap van Veluwe, door het Hof daartoe aan te wijzen, te onderzoeken, welke der guestieuse goederen leen- en welke allodiale goederen zijn, om daarna tot liquidatie der questieuse sententie over te gaan, zonder echter eenige uitspraak te doen. Deze zou aan Z.M. verblijven. In ieder geval moet er spoedig iets gedaan worden, daar anders alle justitie op de Veluwe blijft stilstaan.
Zie brief van 8 februari 1578
3154 Missive van Arnold Sasbout aan het Hof. Z.M. heeft tot Kanselier van Gelderland benoemd den Kanselier van Overijssel en in diens plaats den Momboir Johan Urdt
3155 Missive van het Hof aan den Raad van State; waarin het zijn ingenomenheid te kennen geeft met het besluit des Konings om den Raad van State met de leiding der zaken in deze landen te belasten en de verzekering geeft van zijn bereidwilligheid om te gehoorzamen en mede te werken. (Zie brief van 5 april l.l.)
3156 Missive van het Hof aan den stadhouder. Men heeft, van verschillende zijden vernomen, dat zich in de voogdij van Gelder ruiters en Knechten verzamelen en aldaar loopplaatsen hebben. Zie brief van 21 april 1576 No. 3157.
Zie br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 7825
3157 Missive van het Hof aan den Stadhouder, begeleidende eenig nader bericht aangaande de krijgstoerustingen der vijanden (Zie brief van 20 april l.l.). Ook aan den Raad van State is er over geschreven (Zie No. 3159). Te Arnhem worden voorzorgsmaatregelen genomen. Ook andere steden aan de rivieren zijn gewaarschuwd
3158 Missive van den Raad van State aan de Stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat op de buit en prisen ter zee, met last van publicatie.
Zie br. m.h.Kw. v. Nijm. No. 7843
3159 Missive van het Hof aan den Raad van State, behelzende verschillende berichten aangaande krijgstoerustingen en bewegingen der vijanden in Duitschland.
(Zie brief No. 3157)
3160 Missive van den Raad van State aan den stadhouder en het Hof, begeleidende requesten van Jacques Gramaye, Johan de Voocht van Cronenborch, Peter Maliart en Peter Verreycken, sollicitanten voor de vacante raadsheersplaats met verzoek om advies daarop.
Zie brief van 30 april 1576
3161 Missive van den stadhouder aan het Hof, begeleidende den brief van den Raad van State d.d. 24 april. Bij zijn komst te Arnhem zal hij de zaak met het Hof bespreken
3162 Missive van den stadhouder aan het Hof, met verzoek om de twee voor het Hof hangende processen tusschen den graaf van Buren en Herman van de Pol in materie van spolium betreffende goederen en aanwas te Ochten, af te doen
3163 Missive van het Hof en de rekenkamer aan den secreten raad, in antwoord op die van 28 maart l.l. No. 3148, houdende gunstig advies op het request van Monnikhuizen betreffende een ruiling van goed, behoudens eenige restrictien
3163 * Missive van den Raad van State aan den stadhouder en het Hof begeleidende het placaat op den regel en de orde, die de lichte ruiterij van Z.M. moet onderhouden, met last van publicatie. Zie br. m.h.Kw. v. Nijm. No. 7864
3164 Missive van den stadhouder aan de Heeren van Financien (?). Hij zegt voortdurend lastig gevallen te worden door verschillende ambachtslieden te Arnhem, den Commissaris Peter van Zoutelande en den cipier der St. Janspoort om betaling van het hun toekomende. De landrentmeester weigert betaling op grond van een verbod der rekenkamer.
Schr. verzoekt, dat hierin voorzien worde
3165 Missive van het Hof aan den Raad van State, met verzoek om een richter van Nijmegen te hernoemen i.p.v. Johan van Boedtbergen, die overleden is.
Zie br. m.h. kw. v. Nijm. No. 7856
3166 Bevelschrift van het Hof aan alle Oversten, Officieren enz. om toonderen dezes, ingezetenen van het Kerspel Brummen, behulpzaam te zijn tot het terug erlangen van ettelijke wagens en paarden door de Tuggersche soldaten medegenomen en niet terug gezonden
3167 a Missive van het Hof aan den Secreten raad, houdende gunstig advies op een request van Johan Kern alias Vronhoven, secretaris in het ambt Montfort, om van de drie banken van Montfort, Linne en Bergen één te maken
3167 b Request van Johan Kern aan het Hof om zijn verzoek aangaande de vereeniging der 3 bonken in behandeling te nemen
3167 c Schrijven van het Hof aan Wilhelm van Merwick, drost van Montfort, om de ridderschap en de voornaamste personen uit de betrokken dorpen te hooren op het verzoek van Joh. Kern
3167 d Herbert van Wusteraede, schepen te Echt, verklaart de vereeniging der drie banken van Montfort, Linne en Bergen wenschelijk te achten
3167 e Schrijven van Joh. Kern aan Willem van Gendt, daartoe door het Hof gecommitteerd, om de vereeniging der drie banken te willen bevorderen
3168 Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende een request van Ernst Mom en copie van een compromis van dezen met zijn oudsten broeder Johan Mom, met verzoek om advies daarop. (Zie brief van 18 januari l.l.). Zie antwoord van 24 october 1576
3169 Missive van den Raad van State aan het Hof, begeleidende een supplicatie met stukken van Henrick van Isendoren gen. van Bloys c.s. en den momboir, met last om te ontbieden den richter van Veluwezoom en hem te bevelen zich te regelen naar de voorgaande bevelen hem te dezer zake gegeven en uitspraak te doen op de klacht van supplianten over een te groot aantal beesten dan die van Gendt en Plettenborch op het land in questie gedreven.
Zie verder brief van 31 januari 1577
3170 Missive van het Hof aan den Raad van State Men wijst op de onvermijdelijke gevaren, waaraan de steden van de zijde der garizoenen zullen blootstaan, wanneer, gelijk den gedeputeerden der landschap geaccordeerd is, de leeningen ophouden zonder dat er op andere wijze in de behoefte der soldaten wordt voorzien. Voorts verzoekt men mededeeling van al het aan de gedeputeerden ingewilligde, ten einde zich daarnaar te kunnen richten.
(Zie brief van 8 januari 1574 en No. 3144*)
3171 Missive van het Hof aan den Secreten raad in antwoord op die van 11 augustus l.l. (niet aanwezig), waarbij supplicatie van de Gedeputeerden der Staten met verzoek om de informatie op de zaken daarin vermeld over te zenden. Men heeft, mede met het oog op de afwezigheid van den stadhouder, over de zaak nog niet kunnen delibreeren ten behoeve van een advies, maar wenscht de raad alleen toezending der informatie, dan kan terstond hieraan worden voldaan
3172 Missive van het Hof aan den Raad van State, begeleidende en aanbevelende een supplicatie van Willem Botterman, postbewaarder te Arnhem
3173 Missive van het Hof aan den stadhouder om opheldering aangaande een brief door den Arnhemschen postbewaarder aan het Hof vertoond, afkomstig van den Heer van Billy en geadresseerd aan Monseigneur de Roda, gouverneur et Capitaine-général des tous les pays bas pour S.M. au Chasteau d'Anvers. Het Hof is zeer verbaasd over dezen titel van den Heer de Roda.
Zie antwoord in de Br. v.e.a.d.St. No. 1180
3174 Circulaire van den stadhouder aan de Steden en ambtlieden begeleidende het placaat tegen de gemutineerde Spaansche en andere soldaten (Zie van Loon, Geld. Plac. boek I, 697), met last van publicatie. Verg. Br. v.e.a.d.St. No. 1183
3175 Missive van het Hof aan den Secreten raad in antwoord op die van 4 juli l.l. Van het compromis zal niet kunnen komen, daar een der compromittenden en eenige der compromissarissen gestorven zijn en bovendien de ooms van moederzijde der minderjarige kinderen de zaak naar leen- en landrecht willen vervolgen
3176 Missive van het Hof aan den Raad van State De graaf van den Berg heeft zijn pachters te Pannerden, Millingen en Bijlandt verboden betalingen te doen van s'Konings rentmeester, die zich hierover beklaagt. Het Hof vraagt hoe hierin te handelen
3177 Missive van het Hof aan den Secreten raad, in antwoord op die van 20 augustus l.l. (niet aanwezig) houdende verzoek om advies op een request van Ernst Mom om remissie van dat hij zich begeven had buiten het schependom van Arnhem, hem als gevangenis aangewezen. Het Hof stelt het verzoek ter discretie van den raad, maar geeft in overweging de hierbijgaande stukken van den momboir en den landdrost van Berg te voegen bij het principale proces tusschen den momboir en suppliant
3178 a Circulaire van den Stadhouder aan de Schouten van Nijkerk, Putten, Ermelo, Barneveld en Ede, met last om aan den drost of aan Franchoys Haussart, gecommitteerde van den Tresorier van oorlog te zenden een duidelijke specificatie van alles, wat uit hun ambt is opgebracht ten behoeve der 3 Nederlandsche regimenten, met authentieke copie van recepissen en quitantien
3178 b Circulaire van den Stadhouder aan de steden en ambtlieden van gelijken inhoud als de bovenstaande. Zie brief van 30 april 1577
3179 Unie en Vereeniging van de Generale Staten der Nederlanden, waarbij men belooft den Roomschen godsdienst en den vrede van Gent te zullen voorstaan en behoudens de behoorlijke gehoorzaamheid aan den Koning, de Spanjaarden en hun aanhang te zullen verdrijven: alles tot herstel van rust en welvaart en het behoud van voorrechten en loffelijke gewoonten.
Daaronder staat geschreven:
Gecolationeert mette orginaele acte. Ter ordinantien van mijn voorm. Heeren der Staten Generaal ende daermede bevonden concorderende, vuytgenomen de signaturen bij mij Cornelius Weellemans.
Zie Wagenaar VII. 140
3180 Missive van het Hof aan den Raad van State, begeleidende een copie van het request der ridderschap van Bommeler- en Tielerwaard aan het Hof, houdende bezwaren tegen de commissie van Adriaan de Cock van Delwijnen als ambtman van Bommel enz.
Te Bommel gedraagt zekere Dirck Vijgh zich als ambtman
3181 Missive van het Hof aan den Raad van State, in antwoord op die van 13 januari l.l. (niet aanwezig) over een questie tusschen Jan Kaes c.s. en den momboir en de Kleefschen over het ryshout van zekere waarden onder Herwen. Men zal zorgen, dat Z.M. in zijn jurisdictie en gerechtigheid niet verkort wordt en heeft dienaangaande bevelen gegeven aan den ambtman van Overbetuwe. Het schijnt, dat de Kleefschen hierover onderhandelingen willen aanknoopen. Zie antwoord van 25 februari 1577. Zie br.m.h.Kw. v. Nijm. No. 7987
3182 Missive van het Hof aan den Secreten Raad, in antwoord op die van 5 october l.l. (niet aanwezig), waarin verzocht werd toezending der informatien met s'Hofs advies in zake de surseance der executie van het vonnis gewezen ten voordeele van die van Gent en Plettenborch contra die van Isendoren (Zie brief van 23 juli 1576).Door afwezigheid van den Stadhouder is men nog niet in staat het advies te geven
3183 Missive van het Hof aan den Raad van State Zij, die vroeger handlichting erlangd hebben op de geconfisqueerde goederen, dringen aanhoudend aan op betaling van hun achterstand. De rentmeesters der geconfisqueerde goederen, die ten gevolge der generale pacificatie ontzet zijn, verklaren geen geld te hebben om hun te voldoen. Het Hof geeft in overweging eenige personen te committeeren om de rekeningen dier rentmeesters te hooren en de pretendenten met de restanten, voorzoover die strekken, te voldoen. Voorts wenscht men te weten, waar het ontbrekende geld gevonden moet worden
3184 Paspoort van het Hof voor lakens en andere goederen voor den Stadhouder bestemd
3185 Missive van den Raad van State aan het Hof in antwoord op die van 30 januari l.l. Van weerszijden moeten commissarissen benoemd worden om het geschil over de waarden onder Herwen zoo mogelijk in der minne af te doen
3186 Missive van den Raad van State aan het Hof, begeleidende een authentiek exemplaar van het verdrag tusschen Don Juan van Oostenrijk en de Generale Staten (Eeuwig Edict), met last van publicatie. Zie Wagenaar VII 142.
Zie br. m.h.Kw. v. Nijm. No. 8012
3187 Missive van den Raad van State aan het Hof begeleidende een request van graaf Herman van Nieunaer over de heerlijkheid Weert, met verzoek om advies en denominatie van eenige adelijke personen om daaruit een Sequester te kiezen.
Zie antwoord van 22 maart 1577
3188 Missive van het Hof aan den Raad van State in antwoord op die van 9 maart l.l. Als sequesters voor huis en heerlijkheid Weert draagt het Hof voor: Willem van Merwyck, Dirck van Westrum, Johan van Wytenhorst en Johan van Stolbergen.
Zie brief van 23 maart 1577 en van 11 november 1577
3189 Missive van het Hof aan den Raad van State begeleidende het request van Gaert Kael om ingeval van sequestratie der heerlijkheid Weert, weder gesteld te worden in het schoutambt aldaar. (Zie brief van 22 maart l.l.)
3190 Paspoort van het Hof voor Conraed van Milenborch, Koopman te Namen te behoeve van talvrij vervoer van 4000 Namensche steenen voor de vestingwerken van Arnhem
3191 Missive van den Raad van State aan het Hof, met last om over te zenden alle bescheid, dienstig voor de afrekening met het Neerlandsche Krijgvolk (reqimenten van Berloymont en Megen), met name declaratie van hetgeen den soldaten geleend of verstrekt is, met de quitantien, voorts attesten der dorpen van brandschatting en compositie door de soldaten gedaan. (Zie circulaire van 21 december 1576).
Zie circulaire van 22 mei 1577
3192 Missive van het Hof aan den Secreten raad, begeleidende en aanbevelende een request van het St. Agnietenklooster te Harderwijk om eenige goederen te mogen belasten of verkoopen
3193 Missive van het Hof aan Don Juan van Oostenrijk met verzoek om interpretatie van act. co der Gentsche Pacificatie in verband met een questie tusschen Hendrick Bentinck met Seyna van Apeldoren en Dirck opte Loyen, rentmeester der geconfisqueerde goederen ter eene, en Johan van Reness ter andere zijde, over goederen te Wilp, vroeger bezeten door J. van Reness, maar later door Bentinck van den rentmeester gepacht, waaruit Reness hem zonder opzegging of waarschuwing had verdreven, zodat de pachter het land reeds bezaaid had. Ook komen er klachten in van personen die, voorzien zijnde door Z.M. van beneficien staande ter collatie van den graaf van den Berg, nu door gen. graaf daaruit gezet worden, waartoe deze, naar het Hof meent, niet bevoegd is
3194 Missive van wege den Koning aan het Hof begeleidende een request van Nijs Janssen Lenaerts, met last van provisie daarop
3195 Missive van Don Juan aan het Hof en den stadhouder met last om de Staten binnen Nijmegen te beschrijven ten einde middelen te beramen om geld te krijgen tot het afdanken van soldaten, en wel op voorsel van de Staten-Generaal.
Behoort als bijlage bij den brief van 29 mei No. 3199
3196 Circulaire van het Hof aan de Steden en Ambtlieden (en Schouten), met last om aan den Tresorier van oorlog te zenden alle bescheid en bewijs van geld door de inwoners dezer landen verstrekt aan de Welsche soldaten van het regiment van den Stadhouder, alsook alle klachten van de bevolking over deze soldaten.
(Zie brief van 30 april l.l.).
Zie brief van 17 juni 1577
3197 Circulaire van het Hof aan de Steden en Ambtlieden waarin hun wordt kennis gegeven, dat Don Juan van Oostenrijk door Z.M. tot gouverneur en Kapitein-Generaal benoemd en op 3 mei l.l. als zoodanig door de Staten-Generaal erkend en aangenomen is
3198 Missive der Staten van het kwartier van Nijmegen aan Don Juan. In januari l.l. heeft de landschap geconsenteerd voor 3 maanden 1000 paarden te onderhouden ten einde den oproeringen Spanjaarden weerstand te bieden; die tijd is nu verstreken. Bovendien wordt het platte land te gronde gericht door het groote aantal soldaten, dat zich daar bij voortduring ophoudt. Zij verzoeken dringend voorziening hierin, omdat anders het land ontvolkt zal worden en omdat dit alles in strijd is met het tractaat van Venlo.
Behoort als bijlage bij den brief van 7 juni 1577
3199 Missive van den stadhouder aan het Hof, begeleidende copie van het schrijven van Don Juan, waarin beschrijving den Staten binnen Nijmegen gelast wordt, met verzoek daaraan gevolg te geven. (Zie brief van 15 mei l.l.). Zie brief van 4 juni 1577 No. 3201
3200 Missive van het Hof aan de Steden en Ambtlieden, overbrengende het bevel van Don Juan om maatregelen te nemen tegen de handelingen der Ketters, die in den laststen tijd weder overal met groote vrijmoedigheid optreden om hun leeringen te verbreiden
3201 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Nijmegen, om te vragen, of er al dan niet bezwaar is tegen het houden van den landdog binnen Nijmegen op 1 juli a.s.
Zie brief van 29 mei l.l. No. 3199).
Zie brieven van 4 juni No. 3202 en vgg. en antwoord van 7 juni 1577
3202 Beschrijvingsbrief van den Stadhouder aan de Bannerheeren voor den landdag te Nijmgen op 1 juli a.s. te houden. (Zie brief van 4 juni No. 3201)
3203 Item aan de ridderschappen
3204 Missive van B. S. en R. van Nijmgen aan het Hof in antwoord op die van 4 juni l.l. No. 3201. Zij hebben geen bezwaar tegen het houden van den landdag binnen hunne stad. Voorts zenden zij copie van het request van het kwartier aan Don Juan met verzoek om dat te ondersteunen. (Zie No. 3198 van 29 mei l.l.).
Zie brief van 8 juni 1577 No. 3205 en van 5 juli 1577
3205 Missive van het Hof aan Don Juan ter ondersteuning van het request van het Kwartier van Nijmegen over ontheffing van Krijgslasten enz. De beslissing hierop zal zonder twijfel van invloed zijn op de resolutie der Staten.
(Zie brief van 7 juni l.l.). Verg. brief van 28 juni 1577
3206 Missive van het Hof aan den Secreten raad, begeleidende en ondersteunende een request van het convent van Oene
3207 Missive van Don Juan aan den Stadhouder en het Hof begeleidende het placaat, waarbij allen magistraten enz. gelast wordt de verificaten der gepretendeerde schulden door de soldaten gemaakt te zenden aan den tresorier van oorlog Aert Molkenman, met last van publicatie.
(Zie brief van 22 mei l.l.)
3208 Missive van Don Juan aan den Stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat op den loop en den gang der munten, met last van publicatie
3209 Missive van Don Juan aan het Hof, begeleidende het request van Ghijsbrecht van Crompvliet, om benoemd te worden tot procureur-generaal of momboir van Gelderland, met verzoek om advies daaop
3210 Missive van Don Juan aan den Stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat, waarbij gelast wordt de afgedankte soldaten, die nog niet uiteengegaan zijn, tot verlichting van het platte land te doen vertrekken, met last van publicatie. (Verg. brief van 8 juni l.l. No. 3205)
3211 Missive van het Hof aan Don Juan, begeleidende het antwoord door de Staten gegeven op de voorgestelde Kapitale quotisatie benevens een supplicatie dier Staten over een schending van het privilegie de non evocando. (Zie brief van 7 juni l.l.)
3212 Missive van het Hof aan Don Juan. Op verzoek van B. S. en R. en van die van het St. Nicolaasgilde te Nijmegen heeft het Hof bij provisie tot richter aldaar aangesteld Werner van Lennep, en verzoekt om expeditie van definitieve brieven van commissie. De benoemde had ernstige bezwaren om het ambt bij provisie te aanvaarden, maar heeft toegegeven op de belofte van het Hof, dat het hem bij den landvoogd zou aanbevelen.
Zie brief van 6 augustus No. 3213
3213 Missive van het Hof aan Arnold Sasbout, president van den Secreten Raad met verzoek om zijn best te doen, dat Werner van Lennep difinitieve commissie als richter van Nijmegen krijgt. (Zie brief van 6 augustus No. 3212)
3214 Missive van den Koning aan het Hof met verzoek en last om aan Don Juan alle medewerking en ondersteuning te verleenen
3215 a Missive van wege den Koning aan het Hof begeleidende een request van Conraedt van der Vecht, met last om den richter van Arnhem, Pilgrom van den Gruythuysz te bewegen de door suppliant verlangde surseance te accordeeren, van een proces voor het gericht van Arnhem aangeheven
3215 b Request van Conreadt van der Vecht aan den Koning
3215 c Bevelschrift van het Hof aan den leenrichter Johan van Broickhuijsen betreffende de lichting van zekere lospenningen door Conraedt v.d. Vecht
3216 Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende een request van Costen Pieck, gevangen te Arnhem, met verzoek om advies daarop. Zie antwoord van 20 december 1577
3217 Missive van Don Juan aan het Hof. Aan de Staten-Generaal, waarin hij zich beklaagt over de tegenwerking, die hij ondervindt, over het niet nakomen van het Eeuwig Edict en van de Gentsche pacificatie wat betreft het handhaven van den Katholieken Godsdienst en de gehoorzaamheid aan Z.M. Geeft men hem geen gehoor, dan zal hij gedwongen zijn van alle hem ten dienste staande middelen gebruik te maken om hierin verandering te brengen
3218 a Missive van Don Juan aan het Hof begeleidende copie van zijn schrijven aan de Staten en Steden dezer landen, tevens een gedeelte van dat schrijven releveerende
3218 b Copie-musive van Don Juan aan de Staten en Steden dezer landen. Hij geeft zijn ontevredenheid te kennen over den loop der zaken hier te lande, tevens tot rechtvaardigheid der onlangs door hem aangenomen houding. Zie brief van 17 october 1577
3219 Missive van Don Juan aan het Hof van gelijke strekking als die van 13 october l.l
3219 * Missive van het Hof aan den Secreten Raad, begeleidende en aanbevelende een supplicatie van Berndt Arentsen, burger van Doetinchem
3220 Missive van het Hof aan den Secreten Raad, waarbij kennis wordt gegeven van een interlocutoire sententie van het Hof in zake de heerlijkheid Weerd (Zie brief van 22 maart l.l.), waarbij Adolf, graaf van Nieuwenaer, als man van de weduwe van Phil. van Montmoreney tegen borgtocht, in possessie wordt gesteld van het slot, de Stad en de heerlijkheid Weert.
Zie antwoord van 19 november 1577
3221 Missive van den Secreten Raad aan het Hof, in antwoord op die van 7/11 november l.l. Men neemt de mededeeling voor kennisgeving aan
3222 De Staten-Generaal verklaren Don Juan en zijne aanhangers voor vijanden des vaderlands. Get. Cornelius Weellemans. Zie Wagenaar VII. 180. Zie brief van 19 december 1577
3223 Missive van het Hof aan den Secreten Raad en de heeren van Financien. De Steden van Gelderland beklagen zich over den dubbelen tol, die van de burgers en kooplieden gevorderd wordt, als eerst te Bommel en daarna te Nijmegen. het Hof zegt, dat deze klachten allezins gegrond zijn en verzoekt voorziening
3224 Missive van B. S. en R. van Zutphen aan het Hof. Klachten over de plunderingen van het garinzoen van Deventer op de Veluwe en in het Graafschap Zuthpen. Heden hebben zij het klooster ter Hunnepe geplunderd en den proir gevankelijk naar Deventer gevoerd.
Zie brief van 19 december 3226
3225 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Nijmegen, Zutphen, Arnhem en Roermond, begeleidende de verklaring van de Generale-Staten en het placaat des Konings ten opzichte van Don Juan van 7 december l.l. (zie aldaar) . Het Hof acht de zaak van zoo groot gewicht, dat het, te meer, daar men zonder stadhouder is, haar aan de vier hoofdsteden wil mededeelen met verzoek er van einnis te geven aan de Staten der kwartieren. Een wenscht men geen publicatie te doen. Zie brief van 22 mei 1577
3226 Missive van het Hof aan Augustijn Reych van Reychensteijn, commandant van het garnizoen van Deventer naar aanleiding van het schrijven van die van Zutphen d.d. 16 december l.l. Men verzoekt hem voortaan te beletten, dat zijne soldaten zich op de door die van Zutphen vermelde wijze te buiten gaan, en den prior van ter Hunnepe onverwijld los te laten.
Zie brief van 19 december No. 3227 en antwoord van 23 december No. 3232
3227 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Zutphen in antwoord op die van 16 december l.l. Men heeft op hun verzoek aan den bevelhebber van het garnizoen te Deventer geschreven. Meer kan men bij ontstentenis van een Stadhouder niet doen.
(Zie brief van 19 december No. 3226)
3228 Copie van het schrijven van 19 december 1577 sub No. 3226
3229 Missive van het Hof aan den Secreten Raad in antwoord op die van 20 september l.l. Casten Pieck is op verzoek van Walraven Pieck en andere bloedverwanten gevangen gezet, niet wegens den door hem beganen manslag, maar om redenen vervat in hunne suplicatie, die hierbij gaat. Wat den manslag betreft, die sedert lang verjaard is, daarvan behoeft men geen remissie te weigeren, wanneer hij van de andere feiten, waarvoor hij gevangen is gezet, ontlast is. Zie ook brief van 3 juli 1578. Zie br. m.h.kw. v. Nijm. No. 8075
3230 Missive van de Staten van het kwartier van Zutphen aan het Hof in antwoord op die van 19 december l.l. No. 3225. Zij kunnen zich den schroom van het Hof om de verklaring en het placaat te publiceeren, zeer goed verklaren, daar ten gevolge van de publicatie van verschillende placaten dikwijls moeilijkheden zijn gerezen. Alvorens echter iets te dicideeren wenscht men het gevoelen van het Hof in dezen te vernemen.
Zie brief van 23 december No. 3231
3231 Missive van de Staten van het kwartier van Nijmegen aan het Hof in antwoord op die van 19 december l.l. No. 3225. Zij gelooven, dat het Hof het wel zonder hun advies kan stellen, daar ook ten opzichte van de publicatie van andere placaaten nooit het advies der Staten gevraagd is. Zie brief van 18 april 1578
3232 Missive van Hans Augustin Reich van Reichenstein aan het Hof in antwoord op die van 19 december l.l. No. 3226. De abdij ter Hunnepe is weder ontruimd en de schuldigen zijn opgehangen
3233 a Missive van wege den Koning aan het Hof, begeleidende 2 requesten van Judith van Weeze met last van provisie daarop
3233 Requesten van Judith van Weeze om hulp tegen haar gewezen man Walraven Pieck, die haar b en c met geweld belet het inkomen haren goederen te ontvangen, terwijl het Hof uit vriendschap voor Pieck blijkbaar geen of althans weinig werk van de zaak maakt
3234 Missive van het Hof aan de Heeren van Financien, waarbij teruggezonden wordt het request der Weduwe van Gedeon van der Hoeve met advies van het Hof bij moniere van deductie
3235 Missive van het Hof aan den Secreten Raad en de Heeren van Financien, in antwoord op die van 29 november l.l. (niet aanwezig) over de executie van Schoonrebeeck. (Zie brief van 6 april 1576). Hierbij gaat een supplicatie van den Substituut-momboir over deze zaak. Het Hof verzoekt, dat de Stadhouder gecommitteerd worde om partijen voor zich te roepen en te verzoenen, of anders met de landschap te handelen, opdat deze zaak eindelijk eens worde afgedaan
3236 a Missive van het Hof aan Aartshertog Matthias, gouverneur en Kapitein-Generaal in antwoord op die van 19 februari l.l. (niet aanwezig), dat men de daarin vermelde propositie aan de Staten dezer landen te doen (betreffende het dwingen van Kerken, Steden, broederschappen ect. om hun goud, zilver en andere kostbaarheden te leenen op obligatie om in den tegenwoordigen geldnood te voorzien) niet ontvangen hebben, waardoor men het bevel van den gouverneur niet kan effectueeren
3236 b Copie van de propositie, waarvan in bovenstaande brief melding wordt gemaakt.
Zie brief van 3 maart 1578
3237 Circulaire van het Hof aan de Steden en Ambtlieden, begeleidende copie van het placaat en de verklaring der Generale Staten ten opzichte van Don Juan en zijn aanhangers, met last van publicatie. (Zie brief van 23 december 1577 No. 2331 en van 14 april 1578)
3238 Missive van Amelis van Amstel van Mynden aan het Hof in antwoord op die van 1 maart l.l. (niet aanwezig), waarin copie van 2 brieven van Aartshertog Matthias van 14 en 19 februari met verzoek om zijn advies over de propositie betr. leening van goud, zilver enz. Te Utrecht en te Wijk bij Duurstede wordt volgens die brieven gehandeld en alles geinventariseerd. Schrijvers advies is, dat men de Staten moet verschrijven om de propsitie te doen, maar vooraf bericht van de Staten-Generaal moet hebben dat Matthias als gouverneur aangenomen en erkend is. (Zie brief van 23 februari l.l.). Zie brief van 18 mei 1578.
Vgl. br. m.h. Kw. v. Nijm. No. 8065
3239 Missive van B. S, en R. van Zutphen aan het Hof, over de onmogelijkheid om van de arme ingezetenen geld te krijgen tot onderhoud der ruiters van Schenck en over andere middelen om daarin te voorzien. Zie brief van 8 april 1578. Vgl. br.m.h.kw.v.Nijm. No. 8068.
Zie br. m.h.Kw.v.Zutphen No. 5363
3240 Missive van het Hof aan Joost van Cranevelt en Johan Bentinck, rekenmeesters. Men zal aanstonds naar Doetinchem zenden, wat men tot betaling der ruiters van Schenck ontvangt (Zie brief van 6 april l.l.). Zie brief van 18 mei 1578
3241 Missive van het Hof aan de Staten binnen Nijmegen vergaderd, in antwoord op die van 12 april (niet aanwezig). Men zal aanstonds het placaat en de verklaring der Generale-Staten ten opzichte van Don Juan en de zijnen aan de Steden en ambtlieden ter publicatie zenden.
(Zie circulaire van 18 april 1578 en brief van 23 december 1577 No. 2331)
3242 a Eed door het Hof en de rekenkamer afgelegd, dat zij den inhoud der ordonnantien en nieuwe declaratie op het onderhouden der Gentsche pacificatie zullen nakomen, Z.M. en den Aartshertog Matthias zullen gehoorzamen, die van Arnhem, met raad en daad zullen bijstaan enz. enz
3242 b Eed door B. S. en R. benevens gemeene burgers van Arnhem afgelegd van verwanten inhoud. Zie circulaire van 9 mei 1580
3243 Circulaire van het Hof aan de Staten en Ambtlieden, begeleidende afdruk der ordonnantie en nieuwe declaratie van Z.M. op het onderhouden der Gentsche pacificatie, met last om te zorgen, dat die ordonnantie worde nageleefd en de daarin begrepen eed overal worde afgelegd. (Zie No. 3242)
3244 Missive van de Staten-Generaal aan Roeland de Cortewille, in antwoord op een van 15 mei l.l. waarin zij hun bevreemding uitspreken dat Gelderland de gevraagde 10.000 gl. voor de ruiters van Schenck niet verschaft heeft. Men heeft daarop Utrecht verzocht 6000 te geven en Gelderland 4000. (Zie brief van 8 april l.l.). Voorts wordt hem verzocht te zorgen, dat het zilverwerk der geestelijkheid gezonden worde. (Zie brief van 3 maart l.l.).* Eindelijk om bij de Staten van Groningen en Ommelanden en andere aan te dringen op het innen der gemeene middelen, als eenige middel om zich tegen Don Juan te kunnen verzetten.
* Zie brief van 21 mei 1578
3245 Missive van het Hof aan Matthias van Oostenrijk. Het zilverwerk enz. levert zoo weinig op, dat nauwelijks de onkosten en bodeloonen er mede goedgemaakt kunnen worden. Men vraagt nadere instructie.
Zie brief van 5 juni 1578 No. 3246 en antwoord van 15 juni 1578 No. 3250
3246 Missive van R. de Courtewille aan het Hof, met verzoek om te mogen weten of het zilverwerk gereed is om verzonden te worden, en hoeveel de waarde er van bedraagt.
(Zie brief van 21 mei l.l.). Zie antwoord van 7 juni No. 2347
3247 Missive van het Hof aan Roeland de Co(u)rtewille, commissaris, in antwoord op die van 5 juni l.l., waarin hij opgave had verzocht van de waarde van het zilverwerk in Gelderland. Het Hof antwoord hem dit niet te kunnen meedeelen, daar de orgineele rescripties der gecommitteerden aan den Aarthertog zijn gezonden met den brief van 21 mei (Zie aldaar). Men verwacht ze echter terug. Zie verder brief van 15 juni 1578
3248 Missive van Matthias aan het Hof. Om een groot leger op de been te brengen is veel geld noodig, waarom aan het Hof verzocht wordt naar Antwerpen te doen zenden, al wat overal gecollecteerd is van het dragen van zijde, gouden en zilveren lakens enz. gelijk ook in andere provincien geschiedt. Zie antwoord van 15 juni 1578 No. 3254
3149 Bevelschrift van graaf Jan van Nassau, Stadhouder en Kapitein-Generaal van Gelderland (in het begin des jaars als zoodanig door de Staten aangenomen) aan Willem Bentinck, rentmeester van het kwartier van de Veluwe, om voortaan geen betalingen te doen dan met zijn consent en dat van Gedeputeerden der landschap.
Zie brief van 18 juni 1578, waarbij deze als bijlage behoort
3250 Missive van Matthias aan het Hof, in antwoord op die van 21 mei l.l. Al bedraagt het niet veel, toch moet al het zilverwerk worden opgezonden, niet zoozeer om de waarde als om de "consequentie en de contentement van andere provincien".
Zie antwoord van 26 juni 1578 No. 3253
3251 Missive van het Hof aan Matthias in antwoord op die van 7 juni l.l. No. 3248. Voor zoover het Hof weet is een contributie ter zake van het dragen van zijde enz. nooit door de Staten geaccordeerd. Niettemin heeft men het bevel aan de 4 hoofdsteden doen toekomen. Van hun antwoord zal men mededeeling doen. Zie brief van 16 juni 1578
3252 Missive van het Hof aan de 4 hoofdsteden, met verzoek om het geld, gecollecteerd ter zake van het dragen van zijde enz., als er ten minste iets gecollecteerd is, hetgeen het Hof niet gelooft, over te maken aan den tresorier Derrick van der Baken.
(Zie brief van 15 juni l.l. No. 3251)
3253 Missive van het Hof aan Matthias in antwoord op die van 15 juni l.l. No. 3250 met verzoek om de rescriptien der gecommitteerden tot het opteekenen van goud en zilverwerk enz. terug te mogen hebben, daar men dan eerst kan overgaan tot het verzamelen der stukken. Is dit geschied, dan zal alles onverwijld aan Cartewille worden overgegeven.
Zie brief van 29 juni 1578
3254 Missive van het Hof aan graaf Jan van Nassau, over bodeloonen, kosten van onderhoud van gevangenen enz. die de landrentmeester niet kan betalen op grond van de ordonnantie van de particuliere rentmeesters om geen betalingen te doen dan met consent van Stadhouder en Staten. Dit kan, waar het dijken en derg. geldt, aanleiding geven tot gevaar.
(Zie ook het bevelschrift van 10 juni l.l.)
3254 * De minuut van bovenstaande brief. Zie brief van 26 juni 1578 No. 3255
3255 Missive van het Hof aan den stadhouder, aandringende op antwoord op die van 18 juni l.l., daar zich reeds verscheidene moeielijkheden als gevolg van de ordonnantie op het doen van betalingen hebben voorgedaan
3256 Missive van het Hof aan de Steden Arnhem en Nijmegen, met last om aan Roelant de Cortewille het verzamelde zilverwerk enz. over te geven.
(Zie brief van 26 juni l.l. No. 3253)
3257 Missive van het Hof aan het gericht van Beesdt en Renoy, begeleidende en aanbevelende een request van Margriete Gerrits, wonende te Nijmegen om vergoeding van de kosten van het onderhoud van het kind van Carsten Pieck, te Arnhem gevangen (Zie brief van 20 december 1577), wiens goederen door het gericht van B. en R. geadministreerd worden.
Zie br. m.h.kw. v. Nijm. No. 8084
3258 Missive van den stadhouder aan de bannerheeren en Steden van Gelderland, waarbij zij opgeroepen worden tot het bijwonen van den landdag binnen Arnhem op 3 september a.s
3259 Missive van den stadhouder aan de ridderschappen, waarbij zij opgeroepen worden tot bijwoning van den landdag op 3 september a.s. binnen Arnhem. (Zie brief No. 3258)
3260 Circulaire van den stadhouder aan de Steden en Ambtlieden begeleidende het placaat tegen de vrijbuiters met last van publicatie
3261 Circulaire van den stadhouder en het Hof aan de Steden en Ambtlieden, begeleidende copie van een schrijven van Matthias, waarin gelast wordt overal gebeden enz. te doen voor het tot stand komen van den vrede
3262 Missive van de Staten-Generaal aan de Steden van Gelderland, waarin wordt kennisgegeven, dat de impost van 2 stuivers per aam bier wordt gecontinueerd om ammunutie voor het leger te koopen. Commissarissen, belast met de vordering en directie van den Impost zullen gezonden worden. Zie brief van 17 september 1578
3263 Missive van Matthias aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat tegen het bedrog, dat gepleegd wordt in het heffen van den impost op het bier met last van publicatie. (Zie brief van 15 september l.l.)
3264 Missive van den Raad van State aan den stadhouder en het Hof, begeleidende exemplaren van het contract tusschen den hertog van Anjou en de Staten-Generaal, met last om het voorval te doen publiceeren. Zie brief van 1 october 1578 No. 2368
3265 Missive van de Staten-Generaal aan de Staten van Gelderland met verzoek om zoowel het geld van de generale middelen als de geleende gelden onerwijld over te zenden, daar anders zonder twijfel het leger zal verloopen. (De Staten-Generaal hadden tot dat einde overal commissarissen heen gezonden, maar van die uit Gelderland tot dusver niets vernomen)
3266 Missive van Jan van Laer toe Honloe en Johan Ripperda, gedeputeerden van ridderschap en Steden van Overijssel, aan gedeputeerden van Gelder en Zutphen, met dringend verzoek om kruit en lood naar het leger voor Deventer te zenden. De kans om de stad in handen te krijgen staat goed. Zie brief van 2 october 1578 No. 3270
3267 a Obligatie van Adolph van Goer, Jacob van Hekeren, Charlo van Gelre, en Goessen van Varick, resp. ridderschappen der kwartieren van Nijmegen, Roermond, Zutphen, en Arnhem ten behoeve van Goessen Smullink wegens eene door dezen verstrekte som geld
3267 b Acte van indemniteit door de Staten gegeven aan de 4 bovengenoemde ridders ter zake van de door hen op zich genomen verplichtingen tegenover Goessen Smullinck
3267 * Missive van Matthias aan den Stadhouder en het Hof, met last om het placaat aangaande de confiscatie van de goederen der vijanden en hun aanhangers van 6 december 1577 op nieuw te laten publiceeren en de hand te houden aan de uitvoering.
Zie br. m.h.Kw.v. Nijm. No. 8092
3268 Missive van het Hof aan de 4 hoofdsteden begeleidende copie van het contract tusschen Anjou en de Staten-Generaal (Zie brief van 22 sept l.l.) met last van publicatie.
Zie brief No. 3269 van 1 october
3269 Missive van den Raad van State aan het Hof en den stadhouder met last om het contract tusschen Anjou en de Staten-Generaal aanstonds overal te laten publiceeren.
(Zie brief No. 3268). Zie brief van 12 october 1578
3270 Missive van George van Lalaing, graaf van Ramenberg, aan de Gedeputeerden van Gelder en Zutphen, ter introductie van Johan Ripperda en Wilhelm van Dotinchem, door hem met een zending in verband met het beleg van Deventer belast.
(Zie brief van 24 september l.l.). Zie brief van 3 october 1578 No. 3274
3271 Missive van het Hof aan die van Zutphen over de betaling van het aandeel van het kwartier van Zutphen in de Meurssche penningen
3272 Missive van B. S. en R. van Elburg aan het Hof, met verzoek om restitutie van een zak brieven, zegels enz. tijdens de troebelen aan Lambert Vranckenzs en Henrick Reeffsz ontnomen, en tegenwoordig bij de Kanselary of de rekenkamer berustende, alsook van alles, wat in antwoord met de statuten en privelegien der Stad te Arnhem mocht zijn
3273 Missive van Otto van Apeltere, heer van Persingen, aan het Hof begeleidende brieven door hem van Z.H. ontvangen. In het midden der toekomende week hoopt hij te Arnhem te komen
3274 Missive van het Hof aan die van Zutphen met last om de 2 vendelen, die te Zutphen liggen, naar Deventer te zenden om de belegeraars te versterken en voorts allerlei schepen in gereedheid te houden.(Zie brief van 2 october l.l. No. 3270). Zie brief No. 3275
3275 Missive van het Hof aan Frederick van Suylen van Nyevelt, drost van Nederveluwe, met last om maandag a.s. huislieden te zenden naar de schout van hopman Hegeman bij Oene in verband met het beleg van Deventer. (Zie brief No. 3274). Zie brief van 5 october 1578
3276 Missive van het Hof aan Hendrick Bentinck, drost van Overveluwe, en B. S. en R. van Hattem, begeleidende een request van Lambert van Mistein, met last hem in zake de in request vermelde tienden goede aanwijzing te doen en administratie van justitie te laten wedervaren. Zie brief van 14 october 1578 No. 3280
3277 a Missive van Frederick van Zuyllen van Nyevelt aan het Hof in antwoord op die van 2 october l.l. No. 3275. Voor het zenden van pioniers zal hij zorgen. Hierbij gaat een bevelschrift (copie) te dier zake aan de schouten van zijn ambt. (No. 3277b).
Zie brief van 23 october 1578 No. 2385
3278 Missive van het Hof aan den Raad van State Men heeft bezwaar het verdrag tusschen Anjou en de Staten-Generaal te laten publiceren, daar gebleken is, dat de Geldersche Gedeputeerden ter vergadering der Staten-Generaal verklaard hebben geen volmacht van hun principalen te hebben om dat verdrag aan te gaan. Zoodra de landdag weer bijeen is geweest, zal men de resolutie overzenden (Zie brief van 1 october l.l. No. 3269)
3279 Missive van de ridderschap van Overveluwe aan het Hof, over het uitwisselen van den vaandrig Schoenhouwer tegen Derick Rippenbout, onderschout van Voorst
3280 Missive van Lambert van Mistein aan den stadhouder, met verzoek om de tienden in questie in sequestratie of confiscatie te stellen, totdat Lodewijk van Montfort voldoende bewijs en religua geleverd heeft. (Zie brief van 4 october l.l.)
3280 * Missive van het Hof aan den stadhouder, waarin wordt aangedrongen op zijn terugkeer in Gelderland met het oog op velerlei zaken, die voorziening vorderen, tevens begeleidende een schrijven van Schepenen en gezworenen van Viersen
3281 Missive van het Hof aan hopman Hans Stuijper, met last om te zorgen, dat zijne soldaten de inwoners van het dorp Vierssen niet langer uitplunderen en mishandelen.
Zie brief van 23 october No. 3283
3282 Missive van Matthias aan den stadhouder en het Hof, begeleidende het placaat tegen de rondzwervende soldaten en landlopers, met last van publicatie
3283 Missive van het Hof aan de drosten van Kriekenbeeck, Stralen, Gelder, en Kessel, met last om van hunne onderhoorigen 1000 daalders tegen behoorlijke quitantie te leenen om de soldaten van Stuyper af te betalen, opdat het Overkwartier van hunne baldadigheden bevrijd werde. (Zie brief van …. )
3284 Missive van het Hof aan Giesbert van Gouwenberch, hopman binnen Venlo, begeleidende de supplicatie van Wilhelm Halffmans, gevangene, met last om hem uit de hechtenis te ontslaan met restitutie der 47 daalders wagens de 2 paarden
3285 Missive van Johan Philips, vrijheer van Hohensaxen enz., aan ........ met verzoek om zooveel kruit als maar mogelijk is, benevens schuiten, pioniers en allerlei begeleidingsmateriaal naar Deventer te zenden (Zie brief van 5 october l.l.)
3286 Supplicatie van Johan Montforst van Myssen aan den stadhouder. Hij is handelaar in psalm- en andere Christelijke boeken en beklaagt zich over den Raad van Zutphen, die hem de Stad heeft doen verlaten. Hij verzoekt schadevergoeding en herstel van eer.
In margine: Der Suppliant hebbe patientie. Actum Arnhem den VI-den november 1578
3287 Missive van het Hof aan de Stad Nijmegen, met last om de op den laatsten landdag ingewilligde middelen in Nijmegen te publiceeren en in het werk te stellen en ze ook aan de ambten en heerlijkheden van het kwartier toe te zenden
3288 Missive van het Hof aan Hendrick Bentinck, drost van Overveluwe, met verzoek om wagens te requereeren tot vervoer van 1700 tolhouten voor de kanselarij gekocht en liggende in het Loenerbosch
3289 a Missive van Engelbrecht van Wischell, drost van Gelder aan het Hof. De arme huislieden kunnen geen geld meer opbrengen tot onderhoud der soldaten van hopman Swan. Blijft het geld een paar dagen uit dan begaan zij allerlei buitensporigheden. Voorts vraagt hij toezending van brandstof, munitie en proviand
3289 b Request van Schepenen, naburen en geërfden van het ambt Gelder aan den drost Engelbrecht van Wischell, houdende klachten over zware krijgslasten enz.
Zie antwoord van 22 november 1578 No. 3291
3290 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Harderwijk, met verzoek om binnen 8 dagen hunne klachten tegen Rutger van Baer, pastoor, op hun verzoek te Arnhem in hechtenis gesteld, over te zenden, daar hij anders tegen Cautie losgelaten zal moeten worden
3291 Missive van het Hof aan Engelbrecht van Wischell, drost van Gelder in antwoord op die van 17 november l.l. Daar de stadhouder afwezig is, kan men op het oogenblik niets aan de zaak doen. Men verzoekt hem te willen mededeelen op welke wijze er verbetering aan te brengen zou zijn
3292 Missive van Henrick van Steenbergen, Gisbert van Mekeren den jonge, en Herman van Twickello aan Johan Philips, vrijheer van Hohensaxen met verzoek om het overtrekken van krijgsvolk uit het graafschap Zutphen naar de Veluwe te verbieden, daar deze streek reeds genoeg geleden heeft, en de soldaten den kortsten weg naar de Betuwe, dus over Westervoort, te doen nemen. Zie brief van 27 november 1578
3293 Missive van het Hof aan B. S. en R. van Zutphen, met last om den Veluwe geen overlast aan te doen door het overzetten van de van Deventer komende soldaten, vooral in aanmerking genomen, dat zij op verzoek van Overijssel betaald moeten worden.
(Zie brief van 26 november l.l.). Zie brief van 29 november 1578
3294 Missive van het kwartier van Nijmegen aan het Hof. Men heeft vernomen, dat het krijgsvolk, dat voor Deventer gelegen heeft, naar de Betuwe wil trekken, om daar op betaling te wachten. Dit volk is aangenomen zonder voorkennis van het Kwartier; bovendien heeft het Kwartier bewilligd in de contributie voor het beleg van Deventer. Men protesteert daarom tegen het verblijf dier soldaten in de Betuwe. Zie brief van 27 november l.l. en van 1 december 1578
3295 Missive van het Kwartier van Nijmegen aan het Hof, in antwoord op die van 20 november (niet aanwezig). Men bevreemdt zich, dat de soldaten die door het Kwartier van Nijmegen vooral van geld, proviand enz. voorzien zijn en bovenal tot bescherming van de Veluwe aangenomen zijn, nu i.p.v. afgedankt te worden, naar de Betuwe gezonden worden. Men verzoekt nogmaals hen uit de Betuwe te houden en af te danken, tenzij andere kwartieren hen wenschen te houden, die er dan ook voor zorgen moeten.
(Zie brief van 29 november l.l.). Zie antwoord van 2 december 1578
3296 Missive van het Hof aan het Kwartier van Nijmegen in antwoord op die van 1 december l.l. Het afdanken van soldaten in de zaak van den Stadhouder en de Staten. Op de vergadering van 5 december a.s. zal de zaak besproken worden. Verg. brief van 5 december 1578 No. 3301
3297 Missive van het Hof aan den stadhouder. Daar men vernomen heeft, dat hij op 28 november van Gorinchem naar Antwerpen vertrokken is en zelfs van plan is naar Gent te gaan, vreest men, dat hij den landdag op 9 december niet zal kunnen bijwonen. Toch is dit zeer noodig om allerlei moeilijkheden te voorkomen, waarom men hem dringend verzoekt alsdan tegenwoordig te zijn
3298 Missive van het Hof aan de Vrouwe van Well en mutatis mutandis aan Schout en Schepenen der heerlijkheid Afferden. Met last om bij manier van leening 100 daalders voor het garnizoen van Wachtendonck op te brengen. Tevens uitnodiging tot bijwoning van den landdag te Arnhem, waar het onderhoud der soldaten en de terugbetaling der geleende gelden besproken zullen worden. Zie No. 3299
3299 Missive van het Hof aan Conraedt van Steenwick, hopman te Wachtendonck. Op zijn verzoek is het ambt Kriekenbeeck aangeschreven om 300 gl. te leenen voor de soldaten, de heerlijkheid Arssen 150 gl., de heerlijkheid Well 150 gl. en de stad Wachtendonck 50 gl. te zamen 650 gl. Hij moet zorgen, dat de soldaten niemand overlast aandoen.
(Zie brief No. 3298)
3300 Paspoort door het Hof afgegeven aan Engelbertus Fabri, Hofprediker van den stadhouder, die als predikant naar Venlo gaat vertrekken
3301 a Missive van het Hof aan de hoplieden Evert van Wageningen en Gerrit de Jonge, met last om zich onverwijld over den Rijn naar de Betuwe en van daar naar Tieler- en Bommelerwaard en het ambt van Beest en Renoy te begeven
3301 b Tegenbevel. Daar de Gedeputeerden der landschap heden samenkomen, moeten de soldaten nog eenigen tijd aan deze zijde van den Rijn blijven, om de ordonnantie der Staten af te wachten. Inmiddels moet er goede tucht heerschen.
Verg. brief van 2 december l.l. No. 3296. Zie verder brief van 7 december No. 3305
3302 Missive van den Stadhouder aan Johan Philips van Hohensaxen en het Hof. De prins heeft van verscheidene zijden vernomen, dat de vijand eerst op Maastricht en vervolgens naar Gelderland zal trekken en dat twee Geldersche Edelen bij Parma zijn geweest om te spreken over het overgeven van ettelijke Geldersche Steden aan de Spanjaarden. Men moet op zijn hoede zijn en Wachtendonck, Gelder, Venlo en Nijmegen van een grooter garnizoen voorzien. Hij van zijn kant zal bij den Prins, bij Matthias en de Staten-Generaal doen, zooveel hij kan.
Zie brief van 18 december 1578 No. 3312
3303 Missive van het Hof aan de hoofdsteden, begeleidende brieven van den stadhouder en van Matthias, houdende voorstellen voor den a.s. landdag. Het Hof wenscht, dat de gedeputeerden met volkomen volmacht zullen verschijnen
3304 Missive van het Hof aan Caerl van Lynden, ambtman van Overbetuwe, over het transport der Waalsche vendelen, die te Elten liggen, naar Nijmegen. Men onderhandelt met Kleef over het passeeren van den Rijn bij het Spui, maar voor het geval dat dit geweigerd mocht worden, zou het geraden zijn schepen in gereedheid te hebben.
Zie commissie van 7 december No. 3307
3305 Missive van het Hof aan hopman Gerrit de Jonge, met last om met zijn manschappen van Ede naar Renkum te trekken, daar de inwoners van eerstgenoemde plaats anders te zeer bezwaard worden. Ook moet hij goede tucht handhaven.
(Zie brief van 5 december l.l. No. 3301). Zie No. 3306
3306 Missive van het Hof aan de hoplieden Evert van Wageningen en Gerrit de Jonge, met last om den Rijn over naar de Nederbetuwe te trekken en goede tucht te handhaven. (Zie No. 3305)
3307 Commissie van het Hof voor Peter van Winssen om de 6 vendelen, die te Elten liggen langs den kortsten weg en tot de minste schade der bevolking over den Rijn en de Maas te voeren. Hij is gehouden van de hoplieden gijzelaars te eischen ter beveiliging der inwoners.
(Zie brief van 7 december No. 3304). Zie No. 3308
3308 Missive van het Hof aan den Hertog van Kleef. Met het oog op oneenigheden tusschen Nijmegen en Herwen en Aerdt en de Waalsche Vendelen, die te Elten liggen, waardoor hun marsch door de Betuwe minder raadzaam is, wordt verlof gevraagd om aan het Spui den Rijn over te steken en door Kleefsch gebied naar de Maas te trekken (Zie No. 3307)
3309 Missive van Diederik Anthoni, schout van Kessel, aan het Hof. Hij klaagt dat door soldaten uit Venlo en uit de Schans van Kessel huislieden uit Helden en (Maas)bree worden gevangen gehouden en dat van de officieren geen recht te krijgen is. Hij vraagt voorziening.
Zie brief van 11 december 1578
3310 Missive van het Hof aan Derck Vijgh, ambtman van Nederbetuwe, begeleidende een request van hopman Hans Stuijper. Op den landdag zal de zaak der soldaten behandeld worden; middelerwijl moeten zij in de Nederbetuwe blijven
3311 Missive van het Hof aan de hoplieden Giesbert van Gouwenberch en Luijt Ricksen, te Venlo met last om de door de soldaten gevangen genomen huislieden uit Helden en (Maas)bree terstond los te laten en te zorgen, dat in het vervolg zulke moedwil niet meer gepleegd wordt. (Zie brief van 8 december l.l.)
3312 Missive van Willem van Nassau aan zijn broeder Jan. Hij heeft vernomen, dat Parma den Keizerlijken gezant te Roermond bescheiden heeft. Waarschijnlijk heeft hij een inval in Gelderland op het oog. 8 à 10 van de vendelen, die Deventer belegerd hebben, moeten over Venlo, Stralen, Wachtendonck en Gelder verdeeld worden.
(Zie brief van 5 december l.l. No. 3302).
Zie brief van 22 december 1578 No. 3318 (3319).
Behoort waarschijnlijk als bijlage bij den brief van 23 december No. 3320
3313 Missive van Claes Pieck, Walraven Pieck, Walraven Pieck en Ghijsbert van Beesdt, aanwezende ridderschappen van het ambt van Beesdt en Renoy, aan het Hof. Zij verzoeken, dat het ambt ontlast worde van de inlegering van het vendel knechten, daar de huislieden sedert 1572 door oorlogs- en andere rampen nagenoeg geheel geruineerd zijn
3314 Missive van het Hof aan den graaf van den Berg, met verzoek om den landdrost van Zutphen Zeno van Dorth, door de landschap gecommitteerd tot het afdanken van soldaten, zijn uitblijven ten goede te houden.
Zie brief van 20 december 1578
3315 Missive van het Hof aan den burggraaf van het Rijk van Nijmegen en den ambtman van Overbetuwe, met last om voor het afdanken der Geldersche soldaten en aanmerkelijke som van de onderdanen te leenen, welk bedrag op de generale middelen gekort zal worden.
(Zie brief van 18 december l.l. No. 3314). Zie No. 3316
3316 Missive van het Hof aan Gerrit van Oye, burggraaf van het Rijk van Nijmegen, en Arndt van Bonenburch gen. van Honstein, heer van Ubbergen, met Zeno van Dorth en Fredrick van Marhulsen gecommitteerd tot het afdanken der soldaten in Tieler- en Bommelerwaard en het ambt van Beesdt en Renoy. Hun wordt verzocht zich te voegen bij de beide andere commissarissen, die reeds te Tiel zijn en van den landschrijver van Overbetuwe e.a. te vorderen de quota, waarop de Overbetuwsche e.a. dorpen gezet zijn in de 4-jarige schatting of de eenmaal ingewilligde 100.000 daalders. (Zie No. 3315).
Zie antwoord van 21 december 1578
3317 Missive van Gerhart van Oy aan het Hof in antwoord op die van 20 december l.l. No. 3316. Zooveel in zijn vermogen is, zal hij het hem opgedragene doen
3318 Missive van Gijsbrecht van Gouwenberch, Ludollijf Rijcksen en Johan van Holthuisen, hoplieden, aan het Hof. De vijand nadert met een sterk leger, voorzien van allerlei belegeringsvoertuigen en geschut. Vermeerdering van het garnizoen van Venlo is dringend noodig. Ook geven zij in overweging de soldaten uit de Schans te Kessel naar Venlo te doen komen. (Zie brief van 18 december l.l. No. 3312.)
Zie brief van 29 december 1578 No. 3330
3319 a Missive van Melchior van Swartzenberch aan den Stadhouder, begeleidende den onder No. 3319b vermelden brief. Hij heeft versterking van garnizoen aangevraagd, maar nog geen antwoord ontvangen
3319 b Missive van Jan van der Hert aan Andries Ouwerts(?) o.a. bevattende het bericht van een voorgenomen aanval van de vijanden uit Roermond op de onzen, die overal verspreid zijn, waartoe zij twee bruggen over de Maas hebben geslagen.
Zie brief van 28 december 1578 No. 3324
3320 Missive van den stadhouder aan het Hof, begeleidende extract uit een schrijven van den Prins over Parma's plannen tegen Gelderland (waarschijnlijk dat van 18 december l.l. No. 3312). Schr. geeft den raad te doen gelijk de Prins goedvindt en de bedreigde Steden van sterkere garnizoenen te voorzien.
Zie brief van 27 december 1578 No. 3322 (betreft maatregelen in het algemeen)
3321 a Missive van Engelbrecht van Wischel aan het Hof over vijandelijkheden door de soldaten uit Roermond in de voogdij van Gelder gepleegd en de bedreigingen van den commandant aldaar tegen de inwoners der voogdij, blijkende uit copie van diens schrijven aan de naburen van Nieuwkerk en Aldekerk
3321 b Het schrijven van den Commandant van Roermond (Zie boven). Wanneer voor de gevangen huislieden geen losprijs wordt betaald, dreigt hij met roof, brand enz
3322 Missive van het Hof aan de commissarissen Zeno van Dorth en van Marshulsen, begeleidende copie van een schrijven van den stadhouder (misschien dat van 23 december l.l. No. 3320), met verzoek om op den kwartiersdag, die op 28 en 29 december te Nijmegen gehouden wordt, de zaak te bespreken. Zie No. 3323
3323 Missive van het Hof aan de 4 hoofdsteden, begeleidende een schrijven van den stadhouder, met verzoek om over den inhoud te beraadslagen, bijzonder over het al of niet afdanken van het krijgsvolk en om het Hof van het resultaat der overwegingen in kennis te stellen.
(Zie No. 3322.)
3324 Missive van B. S en R. van Venlo aan den stadhouder, begeleidende 2 brieven, uit Maastricht gebracht om verder aan den stadhouder op te zenden.
De bedoelde brieven zijn hoogstwaarschijnlijk die van 23 december l.l. No's. 3319a en 3319b.
Zie brief van 30 december 1578 No. 3331 en 3332
3325 Missive van het Hof aan de ambtlieden van Nederbetuwe en Maas en Waal, met den last om de resteerende schatpenningen te zenden, om daarvan den 2 vendelen (Zie brief van 7 december 1578), die nog op de Veluwe liggen, te leenen. Blijft het geld uit, dan kan men niet beletten dat ook deze vendelen zich naar de Betuwe begeven.
Zie brief van 7 december 1578
3326 Missive van het Hof aan Johan van Aefferden, rentmeester van Gelder, met last om aan den drost van Gelder de door hem verlangde ammunitie te verstrekken.
Zie brief No. 3328
3327 Missive van het Hof aan den stadhouder. Men heeft zijn brief van 23 december aan de hoofdsteden en aan de krijgscommissarissen gezonden. Men zendt hem copie van een schrijven der hoplieden te Venlo (Zie brief van 22 december l.l.). Men hoopt, dat hij spoedig zal komen met het oog op de aanslagen der vijanden
3328 Missive van het Hof aan Engelbrecht van Wisschel, drost van Gelder. Men heeft aan den rentmeester geschreven dat hij de verlangde ammunitie verstrekken moet (Zie brief No. 3327)
3329 Missive van het Hof aan Bartolt van Gent, heer van Loenen, raadsheer, met verzoek om krachtens hem gegeven commissie zijn reis met den Kanselier naar den graaf van den Berg te bespoedigen en te berichten wanneer het hem gelegen komt op reis te gaan
3330 Missive van het Hof aan de hoplieden Gijsbrecht van Gouwenberch, Ludolff Rickens in antwoord op die van 22 december l.l. Men heeft hun brief aan den stadhouder opgezonden om diens resolutie daarop te vernemen. Zij worden aangespoord in alles hun plicht te doen
3331 Missive van het Hof aan de stad Venlo in antwoord op die van 28 december, begeleidende copie van de tijdingen uit Maastricht. Men moet ten zeerste op zijn hoede zijn, ten einde het project van den vijand te verijdelen
3332 Missive van het Hof aan de Stad Nijmegen, begeleidende copie van de uit Maastricht ontvangen tijdingen (Zie brieven van 23 december l.l. No. 3319a en 3319b) aangaande de plannen van den vijand. De grootste waakzaamheid wordt aanbevolen
laatste wijziging 04-08-2011

Kenmerken

Datering:
0 - 9999
Toegangsnummer:
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
665
laatste wijziging 04-08-2011
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)