2003_414 -
900 Catharina van Aerssen, weduwe van Gijsbert Has zal., potentiavit Henrick Has, licentiaat, filium, en Johan Luijb om uit haar naam te volvoeren alzulke procedure als door haar man zal. voor de gerichte van Doesburg is aangeheven tegen Peter Bock als momber der onmundige kinderen, door Jenneken van Vuirden nagelaten, wegens een zekere tiend, gaande uit het goed ten Berge [enz.];
laatste wijziging 10-09-2014
2003_414 -
899 Derrick Janssen en Claudia, zijn vrouw, sub et re Henrick Munter en Merryken, zijn vrouw, huis en hofstad, staande in de Krommen ellenboge, huis en hofstad van de weduwe Ernst Stoffels ab una en Bartholt de Voerman ab altera [enz.];
laatste wijziging 10-09-2014
2003_414 -
898 Johan Janssen Boeckendrucker en Merry Janssen, zijn huisvrouw, hebben opgedragen en met hun vrije wil vertegen Johan van de Poill en Iffken van Riennen, zijn huisvrouw, 100 Carolus gl. jaarlijks uit hun huis en hofstad, staande in de Turfstraat tussen huis en hofstad van de erfgenamen van Roedolp van Dyverden op de ene zijde en huis en hofstad van Aernt Stevens op de andere zijde, en voorts uit alle andere hunne gerede en ongerede goederen, die zij, e.l., in de stad, schependom, in Veluwe of Veluwezoon hebben of namaals krijgen mogen, te betalen op dag Catherine 1618 eerstaan en zo voorts en te lossen in 2 termijnen van telkens 800 gl. [enz.]; waarop zij beloofden huis en hofstad en de voorzegde 100 gl. jaarlijsk te wachten en te waren jaar en dag [enz.]; [in margine: 11-04-1639: Is hiervan de gecancelleerde schepenbrief ter kamer getoond met de quitantie, in dorso door Grietie Six ondertekend, van dat de erfgenamen van zal. Jan Janss boeckvercoper deze rente, nl. 1600 gl., en dan nog 188 gl. verschenen interest aan haar afgelost en betaald hebben, en daarom deze acte alhier gecasseerd];
laatste wijziging 10-09-2014
2003_414 -
897 Wij, Egbert van Wetten en Joest van Reyde, schepenen der stad van Arnhem, doen kond en tuigen met deze open brief dat wij verzocht zijn te komen ten huize van Anne van Briennen, weduwe Verbeeck, alwaar voor ons verschenen zijn Jacob Anckeler, zwak van lichaam, nochtans gezond van verstand, en Margaritha Verbeeck en hebben zijluiden in presentie van beider zijds vrienden verklaard met hun goede voorbedachte berade en der vrienden raad zich begeven te hebben in den echten staat volgende de huwelijksvoorwaarden, daarvan op 04-10-1617 opgericht en ten beiden zijden met opgevolgde trouw ondertekend, waarop ook gevolgd zijn de 3 zevendaagse kerkengeboden, in mening om de solemnisatie in het openbaar in de kerk te doen, dan alzo het God beliefd heeft hem, Anckeler, nu over de 14 dagen met een ziekte thuis te zoeken [enz.], zo hebben zij, comparanten, voor ons, schepenen, verklaard en verklaren mits dezen dat zij de ander houden voor echteluiden zonder gescheiden te kunnen worden dan door God en de dood en hebben beloofd en verklaard de een de ander te trouwen [enz.];
laatste wijziging 10-09-2014