10 Godert van Presinchave oorkondt als leenheer, met bij ontstentenis van eigen leenmannen, Engelbert van Brienen, Sander Tenghenegel en Engelbert van Aller, mannen van den hertog van Gelre, dat hij Peter van den Gruuthuus beleend heeft met het goed dat eertijds Godert ten Else in leen hield.
Oorspronkelijk, met het zegel van den eersten oorkonder en fragmenten van de zegels Engelbert van Aller en Sander Tenghenegel in groene was; Engelbert van Brienen heeft niet gezegeld