80 De heer en Mr. Gerhard Umbgrove, oud-burgemeester dezer stad, en vrouwe Lucretia Judith Wilbrennink e.l., vrouwe Catharina Judith Bongart, zo voor haar zelve en als weduwe en boedelhouderse van wijlen de heer Evert Wilbrennink, rentmeester dezer stad, de heer en Mr. J.B. Wentholt, ontvanger van de convoijen en licenten binnen deze stad, en vrouwe Reiniera Wilbrennink e.l., Juffr. Johanna Wilbrennink en voorts de Hr. en Mr. Jan Wilbrennink, kinderen en erfgenamen van gemelde rentmeester Evert Wilbrennink, vrouwe Alida Elisabeth Tulleken, weduwe en boedelhouderse van wijlen de Hr. en Mr. Gerhard Wilbrennink, de heer en Mr. Gijsbert Tulleken junior, burgemeester dezer stad, en vrouwe Johanna Wilbrennink e.l., kinderen en erfgenamen van wijlen de Hr. Gerhard Wilbrennink, Juffr. Judith Bongart, de heer Hyeronimus van Someren van Vrijenes en vrouwe Elisabetha Bongart e.l., de heer Evert Wilbrennink en vrouwe Margarita Timmer e.l., [de eerste] voor zich zelf alsook als een medeerfgenaam van wijlen deszelfs broeder Dns Henricus Wilbrennink en als gemachtigde van zijn broeder de Hr. Paulus Wilbrennink, oud-burgemeester der stad Harderwijk, en vrouwe Aleijda Catharina Schoneman e.l., als van de heer Aelt van Holthe, burgemeester der stad Harderwijk, en Paulus Wilbrennink, oud-burgemeester vnd., als voogden van de onmondige Gerhard van Holthen, nagelaten zoon door wijlen de heer Doctor Adriaan van Holthe en vrouwe Judith Margarita Wilbrennink ehelijk verwekt, uit kracht van volmacht, op 11-02-1754 voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Harderwijk gepasseerd gelijk ook als gemachtigde van deszelfs neven de Hr. en Mr. Andreas Feijth en vrouwe E.G. Schrassert e.l., de Hr. J.H. van Raij, V.D.M. in Silwolde, en vrouwe Maria Feijth e.l. ingevolge volmachten, op 08-12-1753 voor burgemeesters, schepenen en raden der stad Elburg en op 10-12-1753 voor F.W. van Motzfelds en J.H. Bögel, resp. drosten der Hoogheid Wisch gepasseerd,