2003_378 -
855 Hooggeboren doorluchtige vorst, genedige lieve heer: Ons komen dagelijks zo veel gebreke en aangreep aan, die hier in en uit en ook uit Wageningen en anders geschieden in Veluwe over landzaten en uitheemse luiden dat wij ons voortaan ontzien hier van Uwen genade wege in bevel te reizen en te wezen en ook voortaan niemand geleide of gelove durven toe te zeggen van Uwen genade wege, ten waar anders daarmede bestalt en degene, die zulks op ons zelfs hand met Uw raad, wil en gewalt hun hantering bedrijven, geen ontstelen daarin voor ogen nemende, waar het Uwe genade eer of achterdeel of ons bevel of bericht aangaat of niet; en zonderling is gisteren omtrent 4 uur tegen de avond hier uit Arnhem getreden Ailbert van der Lawick met een deel knechten en hebben 3 eerbare mannen, als het scheen, bij de hals genomen vóór de Rijnpoort tussen de poort en de Kraan op de steenweg, waar zij gingen wanderen en rukten hen hun tassen van de zijd, namen hen hun geld en deelden het, als dat veel burgers zagen, waarbij die burgers zo veel verslagen zijn; en wij mede dat "wyss" niet genoeg kunnen bestrijden; Uwe genade en Wessell van de Loe, Uwe genade ambtman in Lymers, en Kristoffell van Wylaick weten wel wie die 3 mannen en wat luiden dat zij zijn, zo die in Cristoffell van Wylaken herberg, nu zijn L. zoon, geweest; Dit geven wij Uwen vorstelijke genade ootmoedelijk en in den besten te kennen, opdat Uwe genade zulke raads daarop wil doen geven zo dat die 3 eerbare mannen vrij, los, ledig weder hier te Arnhem - en ook [hun] beste goed - komen mogen en dat zulke en dergelijke baldadige [besteling] door Steven van Wylaick en Aelbert van der Lawiek en anderen afgesteld en voortaan [zuiver] mochten blijven of hier zal niemand voortaan op gelove of geleide komen of doch sus deze stad met komanschap of anders durven verzoeken;
laatste wijziging 17-07-2020