Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Regesten

Regesten

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
1.864  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
1389 Comparuerunt Jan van den Borgart en Denyss Paeuw met recht gebaad ter instantie van Joachym van Mouwyck om getuigenis der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd et juraverunt ad S.cta dat zij met Derick Heymerick zal. als vrienden en magen en gekozen huwelijksluiden van beide zijden, daarover onthaald en gebeden, een wettelijk huwelijk en echtschap eendrachtelijk ter ere Gods gededingd en gemaakt hebben tussen Joachym van Mouwyck en Gertruyt Voets, doch eer zij in echtschap bij de ander kwamen ter goeder tijd in huwelijksvoorwaarden nabeschreven: in den eersten dat Joachym van Mouwyck voorzegd Gertruyt Voets voorzegd hebben en behouden zal tot zijn echte wijf en beddegenoot en zullen aan malkander brengen alle alzulke erfenissen, renten en goederen als zij nu op datum 's briefs hebben, rede en onrede, niet uitgescheiden, beheltlick dat Joachym zijn voorzoon Henrick eens uitrichten en betalen zal voor zijn zal. moeders versterf 50 rijder gl. en niet meer, die Joachym voorzegd zijn zoon bewezen heeft in de schependom van Genth, te weten 1 rijder gl. jaarlijks van Jan van Tryst uit een stuk lands, geheten 's Hertogen hoff, nog 1 gouden rijns gl. van Jan Lyppyt uit een stuk lands geheten den Snypert; nog 1 oude schild uit een hofstad, gelegen aan den Reeck, nu ter tijd toebehorende Jan Coster, alles in de schependom van Genth gelegen; voorts zijn huwelijksvoorwaarden dat Joachym en Gertruyt voorzegd malkander tuchtigen mogen ter lester dood toe in alzulke erfenissen, renten en goederen als zij nu hebben en namaals werven en verkrijgen mogen, niet uitgescheiden; en waar het zaak dat Joachym voorzegd aflijvig werd er Gertruyt, zijn echte huisvrouw voorzegd zonder echte nalatende geboorte, door het beiden verworven en geproceerd, en Joachyms voorzoon Henrick nog in den leven waar, dat Gertruyt voorzegd dezelve alsdan zal onderhouden of het haar eigen kind waar ten ware zaak dat Henrick zich tegen zijn stiefmoeder Gertruyt voorzegd
Datering:
Op donderdag post Penthecostes 1560
Folio:
298r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
397
 
 
 
 
 
Regest
1327 Wij, burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem, doen kond en bekennen in deze open brief dat voor ons als overste huismeesters des hospitaals van Sente Peter, binnen Arnhem gelegen, verschenen en gekomen is Derisken Prynsen, weduwe van zal. Derick van Berck, en heeft aan een ongedeelde somme overgeteld en geleverd heer Henrick Thonyss, provisor indertijd des hospitaals voorzegd, 200 goud gl., waarmede afgelost zijn van het kapittel van Sente Walburgen 200 goud gl., en hiervan zal de provisor indertijd des hospitaals voorzegd Derisken Prynsen voorzegd jaarlijks en alle jaar uitrichten en betalen 12 goud gl., kommervrij te leveren lijfrente, haar leven lang gedurende en langer niet, waarvan de eerste betaaldag wezen en verschijnen zal op Zondag letare Jherusalem genoemd halfvasten Ao. 1561 eerstaan en zo voort en na haar dood zullen Engelbertus van der Borch en zijn erven volkomen macht, last en bevel hebben een arme man of vrouw van Derisken Prinsen, weduwe, voorzegd en Engelbertus voorzegd geslacht, in de stad en vrijheid van Arnhem woonachtig, de huismeesters en provisor indertijd des hospitaals voorzegd te presenteren, die dagelijks en alle dagen ten eeuwigen dage toe een maaltijd hebben en genieten zal in het hospitaal voorzegd, gelijk de andere praveners aldaar hebben en genieten, en daartoe huisvesting en jaarlijks en alle jaar een hemd en een paar goede pantoffels of een paar hoger schoen [enz.]; waar het zaak dat gebrek of hinder waar of kwame in de betaling der 12 goud gl. ’s jaars zulk gebrek mag ter kennisse ’s briefs de richter indertijd te Arnhem Derisken Prynsen, weduwe voorzegd of haar gemachtigde doen peinden aan en uit vierdehalve morgen lands dat het hospitaal voorzegd liggende heeft in Arnhemmerbroek, waar naast geerfd is Andryss Leyendecker op de ene zijde en de heren van Pruymen op de andere zijde, met de ene einde schietende aan land en erfenis der heren van Monychuysen en met de andere einde in de Rijn, en uit 7 schaarweiden,
Datering:
26-03-1560
Folio:
289r-289v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
397
 
 
 
 
 
Regest
1307 [N.B.: aanhef akte afgescheurd, maar gelezen moet worden:] Comparuerunt Claess Nyestad snyder, Frederick die becker, Jan van Ratyngen, Frederick Smyt en Peter Jordenss met [recht gebaad ter instantie] van de weduwe van zal. Thonyss Stevenss om getuigenis der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd en met opgerichte vingers gestaafs eeds gezworen lijflijk Gode ten hilligen als nabeschreven volgt: - in den eersten heeft Claess Nyestad snyder getuigd dat Barth Geritss in zijn huis toegesproken heeft Thonyss Stevenss dat hij meegaan zou en helpen met de malder gerst meten, des Thonyss niet gaarne gedaan had, doch heeft Barth Thonyss met de arm geslagen dat hij meegaan zou; - heeft Thonyss zijn arm om een post geslagen en had niet gaarne meegegaan; dan had liever te huis gegaan en, als Barth Thonyss van de post geslagen had, zei Thonyss: “Laet my myn sacke Int huyss leggen”; hij wilde meegaan en zijn alzo met de anderen in de Oeverstraat gegaan; - heeft Frederick die becker getuigd en gezegd dat hij gezien heeft dat Barth en Thonyss voorzegd in de Oeverstraat bij de ander stonden en hadden malkander bij de arm en dat hij gehoord heeft dat Thonyss zei dat hij gaarne naar huis gaan wilde, waarmee zij harde woorden kregen en hadden en, als Thonyss vernam dat Barth zo hard aanhield en naar zijn mes tastte, heeft Thonyss Barth aangegrepen en onder de voet geworpen, waar Jan van Ratyngen bij kwam, die de bierboom, die hij op zijn schouder droeg, daar tussen geschaten heeft en dat hij en Jan voorzegd van de ander getagen en van de ander gescheiden hebben en, als Frederick voorzegd met Thonyss wegging, is Barth Jan van Ratyngen en Frederick Smyt, die Barth hielden, ontsprongen en Thonyss met macht nagelopen, en als Thonyss zag dat Barth hem naliep, riep Thonyss dat zij Barth houden zouden; - hebben Jan van Ratyngen en Frederick Smyt getuigd en gezegd dat dit alzo woe Frederick die becker getuigd en gezegd heeft, waarachtig geschied is;
Datering:
23-09-1560
Folio:
285r-285v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
397
 
 
 
 
 
Regest
1306 Tuigt Lambert die Vryese, bosbewarer tot Monychuysen, met recht gebaad ter instantie van Arnt van Amstell, gemachtigde des kloosters van Monychuysen, dat het zich begeven heeft dat Jan en Thonyss, Zebuiss die doetgreverss kinderen, vóór kerstmis verleden geweest zijn in Monychuyser bos, die op de bomen geklommen en de takken daaraf gehouwen hebben, dat hij hen verboden heeft, zeggende dat zij dat laten zouden, zo zij in der heren van Monychhuyss dienst waren en hun brood nog in de avond hadden, waarop zij geantwoord dat het geen schade waar, en zich niet gestoord aan des bosbewaarders woorden en zijn met het hout weggegaan; en dat hij diezelve Zebuiss kinderen daarna bevonden heeft dat zij hout uit de bongart van Monychuysen gehaald hadden, en als zij de bosbewarer gezien, hebben zij dat hout laten liggen en gaan lopen; dat zij duk en vaak in verleden jaar gedaan en hout uit Monyckhuyzer bos gehaald hebben en dat hij geweest is in hun huis en dezelve aangezegd dat zij dat hout, dat zij uit Monyckhuyser bos gehaald hadden, wederbrengen zouden, des zij niet gedaan hebben; - tuigt broeder Wyer dat hij gezien heeft dat Jan in den Tornss zoon, Henrick, een tuinpost te Monychuysen uit de “diependaell” gehaald en te huis gedragen heeft, waarop broeder Wyer gezegd: “gy dieff, laet den post liggen”, waaraan hij zich niet gekeerd heeft, dan te huis gedragen heeft; datzelve broeder Wyer de bosbewarer voorzegd te kennen gegeven heeft; - zo tuigt de bosbewarer voorzegd dat hij geweest is in Henrick van den Tornss huis en de post wedergeeist, die Henrick niet volgen heeft willen laten; - tuigt Jan Henrickss dat hij is komen gaan van Arnhem naar Monychuysen, waar hem in het gemoet gekomen zijn 3 of 4 manspersonen, hout dragende; hebben zij Jan Henrickss gevraagd of hij van Monychuysen waar, waarop Jan Henrickss gezegd: Ja; hebben zij weder gezegd dat hij de monniken zeggen zou dat zij weder te gast komen wilden;
Datering:
Ipso Agnetis 1559
Folio:
284r-284v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
397
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal