808 Lubbert ter Ynden dedit Nyesen uxori 50 Arnhemse Rilnse gl. in dote de communibus;

807 Arnoldus Coenradi dixit se pandasse [ex] parte van Arnoldus Pyl profesto Walborgen in maio aan huizing en hofstede van Gadert Gademanni, gelegen ad portam Sabelspoort, voor 7 mouder weits en 1 schepel en 8 Reynaldus gl. en 2 oude schilden cum damnis;

806 Wij, burgemeesters, tuigen dat voor ons gekomen is in onze tegenwoordigheid Henric Lap en heeft bekend dat hij verhuurd heeft Jacob van Twil[l]er zijn huis, waarin Jacob voorzegd nu ter tijd woont, achter en voor, van nu te Pasen toekomende voor 6 jaar, elk jaar voor 36 Arnhemse Rijnse gl., de ene helft daarvan te betalen jaarlijks op alle Sente Victor en de andere helft op alle Pasen; daarvoor zal Henric voorzegd het huis houden dakdicht en wanddicht; hierop heeft Jacob voorzegd geleend Henric Lappe 200 Arnhemse Rijnse gl. in dezer mate dat hem Henric voorzegd daarvoor jaarlijks aan de huur korten zal 9 der pachtgulden voorzegd alzolang als Henrick voorzegd dat geld onder heeft; en deze huur van deze huize mogen zij malkander opzeggen alle jaar, maar zij moeten het de een de ander een jaar tevoren opzeggen en dat jaar mag daar Jacob den nog rustelijk in wonen; en teindens dat jaar zal Henric Jacob voorzegd die 200 gl. wedergeven en betalen; en geschiedde des niet, zo mag Jacob daarna in dit huis wonen blijven zonder huur hent ter tijd toe dat hem Henric voorzegd dat geld al betaald heeft; [zie verder: feria quinta post Victoris 1428 fol. 36v]

805 Kersten Loye dixit se pandasse heri [ex] parte Kirstiani Kyvita aan huis en hofstede en aan alle goederen van Aelbertus Hilbrantss in parochia Arnhemen[se] voor 14 gl. naar vermogen van een schepenbrief, waarvan 7 betaald zijn, cum damnis;