De in 1823 gebouwde toogbrug, die in de tijd van de bekende tuinarchitect Petzold in 1877 werd voorzien van 90 gietijzeren pilaren en een zandstenen leuning. Omdat de basisaanleg van het park uit de tijd van J.D. Zocher jr. stamt, werd er bij de restauratie in de jaren 1992-1993 voor gekozen de brug ook te restaureren naar deze tijd.

Ahasverus van den Berg, predikant aan de Grote kerk in Arnhem beschrijft in zijn Geografie van Veluwe uit 1796 Dieren als volgt:
V En dan kom ik ? A. Dan komt gij te Dieren, een matig dorp met een steenen straat V. Is Dieren niet zeer vermaard? A. Zijn vermaardheid heeft het als Kommanderij van de Duitsche Orde.

In 1218 wordt door graaf Adolf van den Bergh voor het welzijn van zijn ziel en die van zijn voorouders zijn hof geschonken aan het hospitaal van Maria, het Huis van de Duitse Orde, sedert 1434 eigendom van de Balije te Utrecht.
In 1647 werd het gekocht door Prins Willem II. In 1792 werd er voor het laatst door een Oranje gebruik van gemaakt en wel door Prinses Wilhelmina met haar zoon Frederik die op weg waren van Brunswijk naar Den Haag. In de winter van 1794-795 verbleven Franse troepen op het slot. Door onzorgvuldigheid met vuur werd het gebouw in de as gelegd. In 1824 werd een nieuw landhuis gebouwd door Marie Cornélie gravin van Wassenaar Twickel, waarover Jacob van Lennep schrijft in Nederland in den goeden ouden tijd '……Ras beschouwen wij het belachelijke gebouw, aldaar op last van de freule van Wassenaar-Twickel opgericht en dat als een toonbeeld van slechten smaak te pronken staat' Het is niet duidelijk of zij zich deze beschrijving heeft aangetrokken maar in 1848/1849 werd een nieuw landhuis gebouwd naar ontwerp van de engelse architect Haskett. In 1944 brandde het af en in 1965 werd het gesloopt.

In 1218 wordt door graaf Adolf van den Bergh voor het welzijn van zijn ziel en die van zijn voorouders zijn hof geschonken aan het hospitaal van Maria, het Huis van de Duitse Orde, sedert 1434 eigendom van de Balije te Utrecht. In 1647 werd het gekocht door Prins Willem II. In 1792 werd er voor het laatst door een Oranje gebruik van gemaakt en wel door Prinses Wilhelmina met haar zoon Frederik die op weg waren van Brunswijk naar Den Haag. In de winter van 1794-795 verbleven Franse troepen op het slot. Door onzorgvuldigheid met vuur werd het gebouw in de as gelegd. In 1822 werd een nieuw landhuis gebouwd door Marie Cornélie gravin van Wassenaar Obdam, Vrouwe van Twickel, waarover Jacob van Lennep schrijft in Nederland in den goeden ouden tijd '……Ras beschouwen wij het belachelijke gebouw, aldaar op last van de freule van Wassenaar-Twickel opgericht en dat als een toonbeeld van slechten smaak te pronken staat' Het is niet duidelijk of zij zich deze beschrijving heeft aangetrokken maar in 1848/1849 werd een nieuw landhuis (foto) gebouwd naar ontwerp van de Engelse architect Hesketh. In 1944 brandde het af en in 1965 werd het gesloopt. Vanaf 1831 tot aan haar overlijden werd het huis bewoond door de stiefmoeder van Marie Cornélie, Sophie Wilhelmine Barones Van Heeckeren van Kell (1772 - 1847), derde echtgenote van Jacob Unico Willem Graaf van Wassenaer Obdam (1769 - 1812). Eind 1823 werd begonnen met de aanleg van het park in de romantische Engelse landschapsstijl naar een ontwerp van J.D. Zocher jr. In 1877 heeft de architect Petzold enige veranderingen binnen het park aangebracht.

Achterzijde van het Hof met de vijver en een tuinman bezig te hooien.
In 1218 wordt door graaf Adolf van den Bergh voor het welzijn van zijn ziel en die van zijn voorouders zijn hof geschonken aan het hospitaal van Maria, het Huis van de Duitse Orde, sedert 1434 eigendom van de Balije te Utrecht. In 1647 werd het gekocht door Prins Willem II. In 1792 werd er voor het laatst door een Oranje gebruik van gemaakt en wel door Prinses Wilhelmina met haar zoon Frederik die op weg waren van Brunswijk naar Den Haag. In de winter van 1794-795 verbleven Franse troepen op het slot. Door onzorgvuldigheid met vuur werd het gebouw in de as gelegd. In 1822 werd een nieuw landhuis gebouwd door Marie Cornélie gravin van Wassenaar Obdam, Vrouwe van Twickel, waarover Jacob van Lennep schrijft in Nederland in den goeden ouden tijd '……Ras beschouwen wij het belachelijke gebouw, aldaar op last van de freule van Wassenaar-Twickel opgericht en dat als een toonbeeld van slechten smaak te pronken staat' Het is niet duidelijk of zij zich deze beschrijving heeft aangetrokken maar in 1848/1849 werd een nieuw landhuis (foto) gebouwd naar ontwerp van de Engelse architect Hesketh. In 1944 brandde het af en in 1965 werd het gesloopt. Vanaf 1831 tot aan haar overlijden werd het huis bewoond door de stiefmoeder van Marie Cornélie, Sophie Wilhelmine Barones Van Heeckeren van Kell (1772 - 1847), derde echtgenote van Jacob Unico Willem Graaf van Wassenaer Obdam (1769 - 1812). Eind 1823 werd begonnen met de aanleg van het park in de romantische Engelse landschapsstijl naar een ontwerp van J.D. Zocher jr. In 1877 heeft de architect Petzold enige veranderingen binnen het park aangebracht.