Uw zoekacties: Oud archief Arnhem

2000 Oud archief Arnhem

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden.

Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer.

Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden.

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen.

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien.

2000 Oud archief Arnhem

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inleiding

1. Auteursrechten en andere rechten

2. Openbaarheid en citeren

3. Voorwoord

4. Overzicht der opeenvolgende besturen

5. Verhouding van de stad tot gewest en kwartier

6. Geschiedenis van het archief

7. Toelichting tot de inventarisatie

laatste wijziging 17-04-2024

9.145 beschreven archiefstukken

1.468 gedigitaliseerd

totaal 324.187 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inventaris

1. Stad Arnhem

Toon details van deze beschrijving

2. Gezworen Gemeente
N.B. Voor de ontwikkeling van het college der Gemeenslieden en Gezworen Gemeente zie men de inleiding op 2003 Gilden en gasthuizen in Arnhem.

Toon details van deze beschrijving

3. Grondvergaderingen

Toon details van deze beschrijving

4. Aanhangsel

Toon details van deze beschrijving

5. Aanvulling
N.B. Afkomstig uit de handschriftenverzameling van Bibliotheek Arnhem. Signatuur 300 189 B 40 (voorheen signatuur: A136).

Toon details van deze beschrijving

6. Bijlagen

Toon details van deze beschrijving

5.1. Regesten
N.B. De aanwezige zegels zijn van groene was, voor zooverre niet bij de beschrijving is aangegeven, dat zij van witte of roode was zijn vervaardigd.

Toon details van deze beschrijving

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

501 LAMBERTUS WALTERUS' ZOON en ARNOLDUS DE TYLA WILHELMUS' ZOON, schepenen in Tyla, oorkonden, dat ARNOLDUS, zoon van ARNOLDUS JOHANNES' ZOON, overgedragen heeft aan heer WILHELMUS DE PUFLIC, priester, ten behoeve der vicarissen in de parochiekerk te Arnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, genaamd „natyns", gaande uit een huis in de Waterstraet te Tyla, voor een eeuwige memorie ter nagedachtenis van heer AELBERTUS gezegd ZUERMONT, priester. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 138

502 WOUTER VAN HERWEN, CLAES SMYT, HENRIC SMYT, JOHAN VAN HOUTHUSEN, DIRC STICKER, JOHAN VAN DER STRATEN, BERNT LENSEN ZOON, DIRC VAN DER WEYDEN, JOHAN VAN ELST, de dobbelsteenenmaker (terninckmaker), DIRC SPAERKEN, VRANCK VAN WESEL, EVERT VAN BUEREN, RUYSCH, de smid, GERYT PLICHT, JOHAN PELMER, HENRIC TER HAEVEROERT en ENGELBERT HENRIC KREMERS ZOON erkennen beloofd te hebben aan den hertog van Gelre enz., aan diens ambtman te Arnhem, JOHAN VAN WIJCK, en aan burgemeesters, schepenen en raad dier stad, dat zij zich nimmer tegen hen zullen verzetten en niet dan met hun toestemming gilde of vergadering zullen houden, op straffe van verlies van eer en burgerschap. Oorspr. (Inv. no. 3668), met de zegels van den eersten oorkonder en van HENRIC VAN HERWEN

503 JOHAN VAN KRANENBORCH, ARNT JACOPS ZOON, de bakker, ARNT VAN PANNERDEN, ROLOFF SPECHT, WILLEM BIERMAN, AELBERT SCHEERE, WILLEM RADEMAKER. AELBERT VAN WELE, JOHAN ROLOFS ZOON, PETER HEUKT, STEVEN KREMER, ARNT SCHOUTE, GERYT HETYNCK, JACOP VAN BUNSWEERDE, JOHAN VAN WARTHUSEN, PETER VAN REYE, ARNT JACOPS ZOON, de timmerman, DERIC ROST, VRANCK, de rademaker, en LAMBERT LEMMAYEN ZOON erkennen beloofd te hebben aan den hertog van Gelre enz., aan diens ambtman te Arnhem, JOHAN VAN WIJCK, en aan burgemeesters, schepenen en raad dier stad, dat zij zich nimmer tegen hen zullen verzetten en niet dan met hun toestemming gilde of vergadering zullen houden, op straffe van verlies van eer en burgerschap. Oorspr. (Inv. no. 3668), met de geschonden zegels van bovengenoemden JACOP VAN BUNSWEERDE en van JOHAN WIJNRIC

504 LAMBERT JACOPS ZOON en ARNT SCRIVER WYNANTS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat LAMBERT JACOPS ZOON voorgenoemd en GRIETE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GERYT STAPELRIEM, priester, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit eenige aan beide zijden van de Sente Clarenstrate gelegen huizen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 104 verso

505 ARNT TEN HAVE en WYNANT VAN DOERNINC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DYEDEL MUNTER en JACOP BRUYNMAN, haar zoon, overgedragen hebben aan OTTE VAN BYMMEN een rente van 5 pond 's jaars, gaande uit haar huis, gelegen naast het Hoge Vosshael.
a. Oorspr. (Inv. no. 6187); de zegels der oorkonders zijn verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 163

506 JOHAN VAN WIJCK, richter te Arnhem, te Brummen en van Veluensoem, oorkondt, dat GERRIT VAN ARNHEM, burger te Zutphen, en HADEWICH, zijne dochter, overgedragen hebben aan WILLEM NOERDINC WILLEMS ZOON een rente van 4 pond 's jaars, gaande uit het geheele goed ter Horst, toebehoorende aan WENEMAR HORSTKEN c.s., in het kerspel Reden. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 135 verso

507 1406 November 22. De notaris JOANNIS WIJSBROIR transsumeert ten verzoeke van heer FREDERICUS DE WIJLRE, monnik van St. Salvator te Prumia en vicaris der parochiekerk te Arnhem, den brief d.d. 1406 April 26 (Regest 499), waarvan de inhoud hierin is opgenomen. Afschrift in Inv no. 6078, fol. 88

508 SANDER TENGNEGEL en GODERT VAN DEN GRUUTHUUS, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat LUDEKEN VAN DEN CRUCE en HILLE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan GERIT BUDELMAKER den jonge een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis, gelegen naast den weg naar HEYSTERS huis, met zijn toebehooren in het Broek. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 58

509 WOUTER VAN HERWEN en GERSELYS VAN ALLER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JUTTE VAN MARME overgedragen heeft aan LUBBERT VAN SILVONDEN, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 5 schellingen kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis van VREDERIC VOUT, voor het houden van memoriën voor REMBOLT TYMMERMAN, LIZABETH, diens vrouw, en voor haarzelf. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 137

510 WOUTER VAN HERWEN en JOHAN VAN DEN WALLE, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat BESSEL KEYENBERCH overgedragen heeft aan heer DERIC JOHANS ZOON, priester, 1 oud schild 's jaars, gaande uit haar huis te dier stede. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 102 verso

511 REINALT, hertog van Gelre enz., belooft de stad Arnhem schadeloos te zullen houden wegens haar medebezegeling van den brief, waarbij hij een derde deel van den tol te Lobede voor 2000 oude schilden aan zijn, neef den graaf van Cleve en van der Marcke, verpand had. Oorspr. (Inv. no. 1130), met het zegel van den oorkonder in roode was; het randschrift is geschonden

512 JOHAN VAN WIJCK, richter te Arnhem en van Veluwenzoem, oorkondt, dat WILLEM NOERDUNCK overgedragen heeft aan heer ZEGHER DIE GROIT, priester, ten behoeve der vicarissen in St. Walburge en in de oude kerk tArnhem de rente van 4 pond 's jaars, vermeld in de brieven d.d. 1345 Juli 31 en 1406 November 1 (Regesten 98 en 506). Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 136

513 GERCELYS VAN ALLER en WYNAND VAN DOERNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILLEM VAN OLDENZEEL overgedragen heeft aan meester EVERT KYVIT, priester en vicaris in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit het huis, dat vroeger van GERYT RADEMAKER was. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 137 verso

514 WOUTER VAN HERWEN en GERCELYS VAN ALLER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat MECHTELT, weduwe van WYNANT VAN GHYSE, overgedragen heeft aan heer LAMBERT SCRIVER, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, de rente van 2 pond 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1375 Juni 13 (Regest 302). Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 58

515 DERICK PLOECH en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat RUTGER PITSART en MECHTELT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan AELBERT VAN WELE een schuur met erf aldaar tegen een rente van 12 kleinpenningen 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 62

516 WYNANT VAN DOIRNICK en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat LUYTE VAN WELLE, ALBERT VAN WELE, haar zoon, en SWEEN, diens echtgenoote, overgedragen hebben aan GERYT VAN GROESSEN GERYTS ZOON een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar met zijn toebehooren in Arnhemmerbroick. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 166

517 GERCELYS VAN ALLER en SANDER TEGNEGEL, schepenen tArnhem, oorkonden, dat GOEDERT VAN DEN GRUYTHUYS en HILBERICH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan KERSTIAEN KYVIT een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huisjes, gelegen in de Wilhackenstege naast het huis, dat vroeger van WILHACK was. Afschrift in In Inv. no. 6157, fol. 58 verso

518 GERCELYS VAN ALLER en SANDER TENGNEGEL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DYRIC MATHIJS' ZOON en LYZABET, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan KERSTIEN KYVIT een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huisje in de Wilhackenstege naast het huis, dat vroeger van WILHACK was. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 59

519 WYNANT VAN DOERNICK en JOHAN VAN DEN WALLE, schepenen tArnhem, oorkonden, dat JOHAN DIE MAN en ALIJT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan WOLTER KYVIT een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit hun huis in de Rijnstrate en het daartoe behoorende land in Arnhemerbroicke. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 97 verso

520 JOHAN GRUTER GHERYTS ZOON en SANDER TENGNEGEL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GOISWIJN VAN ROKEL en GERBORICH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GHERIT STAPELRYEM, priester, ten behoeve van DAEM VAN HERSCAMP, een rente van 3 engelsche nobels 's jaars, gaande uit hun huis aan de Nyen Market, geheeten Schouwenberch, en twee daarachter gelegen huizen. Afschrift in Inv no. 6157, fol. 67 verso

521 SANDER TENGNEGEL en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat AERNT JACOPS ZOON en JUTTE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GHERIT STAPELRIEM, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit hun huis naast den weg van GERIT STEGEMAN. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 59 verso

522 SANDER TENGNEGEL en GHIESBERT TER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK VAN DER WEYDEN en GHEERTRUYT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GHERIT BOUMAN, priester, provisor van de vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit hun huis aan de Nyen Marckt. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 59 verso

523 FREDERICUS VAN WIJLRE, vicepastoor te Arnhem, als leenheer uit naam van de heeren van Proemen, beleent heer CLAES VAN HARLEM, procurator van het convent van St. Marienborn bij Arnhem, met het goed Heyenoerde, na opdracht door heer GOESEN VAN DEN GRUYTHUYS, pastoor te Horsom. Ongedateerd afschrift (16e eeuw) (Inv. no. 6143)

524 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Mechelen beloven aan de kooplieden uit Arnhem vrij geleide voor het bezoeken van twee vrije jaarmarkten, welke hun door den hertog van Bourgoingnen enz. zijn toegestaan.
a. Oorspr. (Inv. no 3238), met het geschonden stadszegel ter zaken.
b. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XXXII verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 68 verso

525 GERCELYS VAN ALLER en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KYRSTIAEN KYVIT overgedragen heeft aan heer GERIT STAPELRIEM, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 10 schellingen kleinpenningen 's jaars, gaande uit een huis te dier stede. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 60

526 DERICK PLOECH en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK PLOECH voorgenoemd overgedragen heeft aan heer REYNER VAN MEYNERSWIC, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem; een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit zijn huis naast den gang bij den stadsmuur, voor het houden van memoriën voor wijlen juffer JOHAN, zijne echtgenoote. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 60 verso

527 DERICK PLOECH en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat jonkvrouwe GRIETE VAN ARNHEM overgedragen heeft aan heer REYNER VAN MEYNERSWIC, priester, ten behoeve der priesters in de oude kerk tArnhem, een rente van 4 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit haar erf in den boomgaard van St. Claren, voor het houden van memoriën voor wijlen WILLEM VAN ARNHEM. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 60 verso

528 DERICK PLOECH en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRIC BIERWISCH overgedragen heeft aan heer GHERIT BOUMAN en heer REYNER VAN MEYNERSWIC, priesters, provisoren der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1400 December 15 (Regest 456). Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 61 verso

529 REYNALT, hertog van Gulich en van Gelre enz., bevestigt alle privilegiebrieven, welke de stad Arnhem van zijn voorvaderen had ontvangen.
a. Oorspr. (Inv. no. 1050), met het zegel van den oorkonder in roode was en de zegels van de medezegelaars WILLEM, zoon tArkel en heer JOHAN VAN LOEN, heer tot Heynsberch en tot Lewenberch, neef van den hertog; van alle zegels zijn de randschriften geschonden.
b. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XX verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 42 verso

530 WYNANT VAN DOIRNICK en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARNT PANNERT en METTE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan meester JACOP ZULLE, priester, een rente van 1½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis in de Conyncstrate en het daartoe behoorende land in Arnhemerbroic. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 98

531 GERCELYS VAN ALLER en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN MYNSCHART voorgenoemd overgedragen heeft aan heer REYNER VAN MEYNERSWIC, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 8 schellingen 's jaars, gaande uit het huis van JUTTE OLCO'S DOCHTER. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 60

532 SANDER TENGNEGEL en GHERIT DIE GRUTER DERICHS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRIC VAN ELDEN genaamd BORCHGREVE en RIKELANT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan DERICK STAPPERT een rente van ½ schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 59

533 DERICK, PLOECH en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat meester EVERT KYVIT, priester, overgedragen heeft aan heer GHERIT BOUMAN, pastoor te Batman, ten behoeve der priesters in de oude kerk, een rente van 3 pond 's jaars uit de helft van het huis, genaamd ter Sluys, en van 30 schellingen kleinpenningen 's jaars uit een ander huis.
a. Oorspr (Inv. no. 6166), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 61

534 WILHELM, deken, en convent van St. Salvatoirs munster te Proeme verklaren, dat zij het leengoed Heyenoirde te Arnhem, toebehoorende aan het klooster van St. Marienborn bij Arnhem tot een „edel tinsgoed" maken en van manschap bevrijden, behoudens een tins van 8 oude vlaamsche grooten 's jaars, te vertinsen in den hof te Nyenbeeck. Ongedateerd afschrift (16e eeuw) (Inv. no. 6143)

535 GERCELYS VAN ALLER en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat OTTO VAN BYMMEN en GHEERTRUUT, zijne zuster, overgedragen hebben aan meester EVERT KYVIT, priester, ten behoeve der priesters in de oude kerk tArnhem, een rente van 5 schellingen kleinpenningen 's jaars, gaande uit een huis in de Weverstrate, voor het houden van memoriën voor AVE, OTTO'S overleden echtgenoote, en haar kinderen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 62

536 GHERCELYS VAN ALLER en DERYCK PLOECH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARMGART JEGER overgedragen heeft aan heer EVERT KYVIT, priester, ten behoeve der priesters in de oude kerk tArnhem, 1 pond 's jaars van de rente van 2 pond en 10 schellingen kleinpenningen 's jaars, welke zij heeft uit een huis, gelegen tSente Claren, voor het houden van memoriën voor haarzelf en voor heer GHERYT JEGER, haar zoon. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 65 verso

537 SANDER TENGNEGEL en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat CEELMAN DAEMS ZOON en GHEERTRUYT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JACOP DIE ROEDE, priester, ten behoeve der priesters in de Groote Kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aan de Nyen Merckt. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 64

538 WYNANT VAN DOERNICK en JOHAN DIE GRUTER DERICHS ZOON, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat DIEDEL MUNTER overgedragen heeft aan heer JACOP DE ROEDE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 5 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit haar huis naast den Cleynen Voshael en een daartoe behoorend land in Arnhemerbroec, voor het houden van zielmissen voor haarzelf en haar nabestaanden.
a. Oorspr. (Inv. no. 6188), met het zegel van den tweeden oorkonder; dat van den eersten oorkonder is verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 66

539 REYNALT, hertog van Gulich en van Gelre enz., en WILLEM, zoon tArkell, erkennen schuldig te zijn aan de stad Arnhem 500 malder rogge. Oorspr. (Inv. no. 1138), met het zegel van den eersten oorkonder in roode was en dat van den tweeden in groene was; de randschriften zijn geschonden

540 REYNALT, hertog van Gulich en van Gelre enz., en WILHEM, zoon tot Arkel, verklaren, dat de steden Nymegen, Ruremunde, Arnhem, Zutphen, Doysborch, Gelre en Goch den verbondsbrief, opgemaakt tusschen hen en hun neef graaf ADOLPH VAN CLEVE EN VAN DER MARKE, op hun verzoek mede bezegeld hebben. Oorspr. (Inv. no. 5450), met het zegel van den eersten oorkonder in roode en dat van den tweeden oorkonder in groene was

541 SANDER TENGNEGEL en JOHAN DIE GRUTER DERICHS ZOON, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat EVERT DUCHTERIC en LUYTGART, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan WYNANT VAN ARNHEM heer GHERYTS ZOON een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis naast het huis Loyesteyn. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 63

542 JOHAN MYNSCHART en JOHAN DIE GRUTER DERYCKS ZOON, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat meester EVERT KYVIT, priester, overgedragen heeft aan meester JACOP ZULLE, priester, de rente van 2 oude schilden 's jaars uit het huis van EVERT VAN VASEN, vermeld in den brief d.d. 1385 April 14 (Regest 354), waarvan de inhoud hierin opgenomen is.
a. Oorspr. (Inv no. 6177); de zegels der oorkonders zijn verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 80 verso

543 SANDER TENGNEGEL en GOEDERT VAN DEN GRUUTHUUS BERTOLTS ZOON, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat EVERT DUCHTERIC en LUYTGART, zijne echtgenoote, met toestemming van RIQUYN, hun dochter, overgedragen hebben aan KIRSTIAEN KYVIT een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis, gelegen naast Loyesteyn, onder bepaling, dat EVERT en RIQUYN, hun thans afwezige zoons, deze overdracht zullen bevestigen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 63

544 GOESEN VAN DEN GRUUTHUUS en WYNANT VAN DOERNIC, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat heer HENRIC STEGE en heer GOESEN VAN DEN LOET, provisoren der vicarissen in de oude kerk aldaar, in erftins uitgegeven hebben aan ALART WILLEMS ZOON 3 huisjes te dier stede voor 1½ oud schild 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 64 verso

545 JOHAN MYNSCHART en GIESBERT VAN DER HOEVEN, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat GOESEN VAN DEN GRUUTHUUS met medewerking van heer GOESEN VAN DEN LOET en heer JACOP DIE ROEDE, priesters en procuratoren der vicarissen in de oude kerk tArnhem, overgedragen heeft aan ALEID LUBBERTS DOCHTER VAN SYLVONDEN een huis, dat vroeger van heer NOHEEL was. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 65

546 GOEDERT VAN DEN GRUUTHUUS BERTOLTS ZOON en RlQUYN PLOECH, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat EVERT DUCHTERIC, LUYTGART, zijne echtgenoote, en RIQUYN, hun dochter, overgedragen hebben aan KYRSTIAEN KYVIT een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis, gelegen naast Loyesteyn, en het daartoe behoorende land in Arnhemerbroec, onder bepaling, dat EVERT en RIQUYN, EVERT DUCHTERICS thans afwezige zoons, deze overdracht zullen bevestigen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 63 verso

547 WYNANT VAN DOERNIC en RIQUYN PLOECH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN VAN ROKEL en ALIJT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GOESEN VAN DER LOET, ten behoeve van ALEYDE VAN MEYNERSWIJC, een rente van 2 pond 's jaars, gaande uit een huis in de Overstrate. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 99

548 AERNT SCRIVER en GHERCELYS VAN ALLER, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat HENRIC VAN HERWEN overgedragen heeft aan heer GHERYT STAPELRYEM, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 15 schellingen 's jaars, gaande uit het huis van REMBOLT BOET, voor het houden van memoriën voor hemzelf. Afschrift in Inv. no. 6157, fol 62 verso

549 GHERCELYS VAN ALLER en SANDER TENGNEGEL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat SANDER TENGNEGEL voorgenoemd overgedragen heeft aan heer DERYCK JOHANS ZOON, priester, procurator der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 gulden 's jaars, gaande uit een huis in de Nyerstat, voor het houden van memoriën voor zijne echtgenoote.
a. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 62 verso.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 73

550 SANDER TENGNEGEL en RIQUYN PLOECH, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat JOHAN VAN DELEN en diens vrouw LUTE overgedragen hebben aan JOHAN DIE GRUTER GHERYTS ZOON en GHERCELYS VAN ALLER, burgemeesters der stad Aernhem, ten behoeve der stad, een huis c.a., gelegen tusschen de straat en de Helle, uit welk huis een rente van 1 pond kleinpenningen gaat, nochtans zonder overdracht van de tot het huis behoorende 1½ schaarweide. Oorspr. (Inv. no. 2350), met de zegels der oorkonders, waarvan de randschriften zijn geschonden

551 WINANT VAN DOERNIC en JOHAN VAN BRYENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KIRSTIAEN KYVIT overgedragen heeft aan heer JACOP ZULLE, priester, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van JOHAN DANIELS ZOON. Oorspr. (Inv. no. 6236), met de zegels der oorkonders; het tweede zegel is geschonden

552 GHERCELYS VAN ALLER en SANDER TENGNEGEL, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat MECHTELT, weduwe van AERNT MUYS, overgedragen heeft aan NESE, weduwe van JACOP VAEC, de helft van haar huis bij den stadsmuur met de helft van een daartoe behoorende schaarweide in Arnhemerbroec, tegen een rente van 2½ oud schild 's jaars.
a. Oorspr. (Inv. no. 6189); de zegels der oorkonders zijn verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 89

553 1415 April 11. Deken en kapittel van St. Peter tUtrecht erkennen in eeuwigdurende erfpacht gegeven te hebben aan DERICK PLOECH de helft van het veer te Aernhem tegen 15 oude schilden en 4 oude tournoysen 's jaars, op voorwaarde, dat hij o.a. de personen en de goederen, tot bovengenoemde kerk behoorende, alsmede de bewoners van den hof ter Brokerhoff zonder betaling van veergeld zal overvaren, terwijl na DERICKS overlijden diens oudste wettelijke erfgenaam hem in het veer zal opvolgen. Geïnsereerd in den brief d.d. 1415 Juni 21 (Regest 555)

554 SANDER TENGNEGEL en AERNT VAN DEN GRUUTHUUS GOESENS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRIC DIE ROEDE, en TRESE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GHERYT STAPELRYEM, priester, ten behoeve der vicarissen in de kerk aldaar, een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis te dier stede. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 66 verso

555 Burgemeesters, schepenen en raad van Aernhem oorkonden, dat DERICK PLOECH verklaart in erfpacht ontvangen te hebben van deken en kapittel van St. Peter tUtrecht de helft van het veer (te Arnhem) op de voorwaarden, vermeld in den brief d.d. 1415 April 11 (Regest 553), welke in dezen is geïnsereerd. Oorspr. (Inv. no. 2418), met de resten van het zegel van DERICK PLOECH; het stadszegel van Arnhem is verloren

556 GADERT VAN DEN GRUUTHUYS BART(OLTS) ZOON verklaart geen rechten meer te hebben op een rente van 2 pond 's jaars, gaande uit een huis in de Overstrate, welke rente hij verkocht had aan JOHAN VAN ROEKEL. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 99 verso

557 REYNALT, hertog van Gulich en van Gelre enz., geeft aan de inwoners van stad en kerspelen Hattem, Voirichten, Heerde, Oene, van den Nyenbroick en van der Wolde een dijkrecht in het kerspel Hattem, van Hulssberger kolke tot beneden in den IJssel toe. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 71

558 JOHAN MYNSCHART en WYNANT VAN DOERNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat CERRYS KEYENBERGH overgedragen heeft aan meester JACOB ZULLE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk thArnem, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit zijn huis aldaar, voor het houden van memoriën voor BESSEL, zijne moeder. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 101

559 SANDER TENGNEGEL en GHIJSBERT VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN KELREWEERT en JUTTE, diens echtgenoote, WYNANT HERMANS ZOON en MARRIE, diens echtgenoote, overgedragen hebben aan HENRIC VAN GHENT een rente van 3¼ gulden 's jaars, gaande uit het huis van DANIËL GHERITS ZOON. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 106 verso

560 GERCELYS VAN ALLER en SANDER TENGNEGEL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat OTT en JOHAN VAN ALLER, gebroeders, overgedragen hebben aan JOHAN VAN DOLRE ten behoeve van TRUDE sHOGEN een huis, gelegen aan den weg langs Kortenberghs erf, tegen een rente van 1 gouden fransche kroon 's jaars.
a. Oorspr (Inv. no. 6181); de zegels der oorkonders zijn verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol 87

561 SANDER TENGNEGEL en GIESBERT VAN DER HOEVEN, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat JOHAN HENRICS ZOON en diens vrouw ALEIT overgedragen hebben aan AERNT WINCKELMAN en diens zoon REYNER een rente van 3 oude schilden en 2 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis, dat JOHAN van AERNT gekocht heeft, uit welk huis reeds een rente van 2 pond kleinpenningen gaat. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders

562 SANDER TENGNEGEL en GIESBERT VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN HENRICS ZOON beloofd heeft te zullen betalen aan AERNT WINCKELMAN een som van 100 guldens. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de geschonden zegels der oorkonders

563 WYNANT VAN DOERNIC en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN MYNSCHART voorgen. overgedragen heeft aan heer GERYT STAPELRIEM, priester, ten behoeve der vicarissen van de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis van GERYT DE WYTTE, voor het houden van memoriën en zielmissen voor wijlen GHEERTRUDE, zijne echtgenoote. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 105 verso

564 JOHAN VAN BRIENEN en STEVEN DIE GRUTER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KYRSTEN KYVIT overgedragen heeft aan heer GERYT LEMKEN, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van ¾ gulden 's jaars van de rente van 1½ gulden 's jaars, gaande uit het huis van JOHAN CORTHALS. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 79 verso

565 WINANT VAN DOIRNIC en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat meester JACOB ZULLE, priester, overgedragen heeft aan meester EVERT KYVIT, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit het huis van JOHAN BRABANDER. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 82 verso

566 HENRICK VAN MIDDACHTEN en DERICK VAN ARNHEM, ridders, HENRICK VAN RANST, heer tot Kessell, PETER VAN STEENBERGEN, OTT VAN CAMPHUSEN, ENGELBERT VAN ALLER, CLAES VAN ALLER, JOHAN VAN GELRE, bastaard, ALART VAN WYE, WILLEM VAN ALLER, HENRICK VAN BRIENEN, GIESBERT VAN HEERDE, ARNT VAN TUYLE, HENRICH VAN BYLER, LUBBERT VAN ACHTVELT, HEYN VAN DER SCHUER, WOLTER VAN MEKEREN, EVERT KENNEKEN, ARNT THEN VOIRDE, EVERT VAN VERMUEDEN, ENGELBERT BENTINCK, knechten van het land van Veluwen, en burgemeesters, schepenen en raad der steden Arnhem, Harderwijck, Wagenyngen, van der Elburgh en van Hattem sluiten een verbond, om met de andere kwartieren na 's Hertogs overlijden in de opvolging te voorzien en om voor elkanders rechten te waken.
a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 3.
b. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. LXXIII.
c. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 146 verso

567 HENRICUS GRYMBART DE WESTERHOULT, deken van de kerk van St. Andreas te Colonia, als richter aangewezen door den abt van het klooster van St. Martinus aldaar, bewaarder van de privilegiën van de universiteit in die stad, herroept en vernietigt eenige uitspraken tegen richter, schepenen en raad van Arnhem, omdat zij YRMGARDIS DE MEER, moeder van ARNOLDUS DE MER van Clivia, student te Colonia, door beslag op haar persoon en goederen te leggen, gedwongen hadden tot de kerk terug te keeren. Oorspr. (Inv. no. 4616), met het geschonden zegel en tegenzegel van den oorkonder

568 SANDER TENGNEGEL en AERNT VAN DEN GRUUTHUUS GOESENS ZOON, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat WILLEM SLUTER en STIJN, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan STEVEN GRUTER een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar.
a. Oorspr. (Inv. no. 6202); de zegels der oorkonders zijn verloren.
N.B. In dorso staat o.m.: „in die Vilacke Stegh".
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 94

569 ARNT VAN DEN GRUYTHUUS GOESENS ZOON en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KYRSTIAEN KYVIT en LIJSBETH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan meester JACOB ZULLE, priester, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit het huis van KATHERIJN GIESKEN, en een rente van 1 oud schild 's jaars uit het daarnaast gelegen huis van JOHAN BRABANT. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 81 verso

570 MARIA, hertogin van Gulich en van Gelre, gravin van Zutphen, JOHAN SCHELART VAN OBBENDORP, WlLHELM, heer tot Syntzich, WERNHER VAN PALANT, heer tot Breydenbeent, ANDRIES VAN LYESSINGEN, heer tot Tzevell, GOISSWIJN BRENT VAN VERNICH, WILLEM VAN VLATTEN, GODART VAN DEN BONGARDE, ridders, en WYNANT VAN ROIR, knaap, verklaren, naar aanleiding van de overeenkomst tusschen den hertog van Gulich enz. ter eenre en de ridders, knechten en steden van het land van Gelre en het graafschap Zutphen anderzijds, dat de hertog niemand kwalijk gezind zal zijn en geen inbreuk zal maken op de vrijheden en privilegiën enz.
a. Oorspr. (Inv. no. 5451), met de zegels der oorkonders; het zegel van de eerste oorkondster in roode was.
N.B. Gedrukt: NIJHOFF, Gedenkwaardigheden III, no. 388.
b. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 4 verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. LXXV.
d. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 150

571 LIJSBETH en JUTT VAN BAER, dochters van wijlen jonker FREDERYC VAN BAER, verklaren overgedragen te hebben aan heer GOESEN VAN DEN LUET, priester, ten behoeve der priesters in de oude kerk te Arnhem, eenige stukken land, gelegen achter Beechuysen, voor het houden van zielmissen voor haar ouders en voor haar zelf. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 107 verso

572 HENRICH VAN ALLER en KIRSTIAEN KIVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KIRSTIAEN KIVIT voorgenoemd en LIJSBETH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan DERICK STAPPART een rente van 3 oude schilden 's jaars, gaande uit hun huis aldaar. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 96 verso

573 WOUTER VAN HERWEN en ARNT VAN DEN GRUYTHUIS GOESENS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK PETERS ZOON, de timmerman, en METTE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan GOEDERT VAN DEN GRUYTHUUS BERTOLS ZOON een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 84

574 WYNANT VAN DOIRNIC en HENRICH VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat EVERT TEN OUDEWYER en WIBBERICH, zijne echtgenoote, in erfpacht gegeven hebben aan EVERT LAURENS' ZOON een erf in de Nyerstat voor 30 oude vlaamsche grooten 's jaars, en dat HENRICH CLAES' ZOON en LYEFFKEN, diens echtgenoote, verklaard hebben geen rechten meer te hebben aan een op dat erf getimmerden opstal. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 113 verso

575 DERICK DIE GRUTER en WYNANT VAN DOERNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat OTTE VAN BYMMEN in erfpacht heeft gegeven aan JOHAN EVERTS ZOON een naast zijn huis gelegen erf tegen 1½ oud schild 's jaars.
a. Oorspr. (Inv. no. 6194), met het zegel van den tweeden oorkonder; dat van den eersten oorkonder is verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 78

576 WYNANT VAN DOIRNICK en HENRICH VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WYNANT RIDDER overgedragen heeft aan WILLEM VAN DOIRNICK BORREN ZOON een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit zijn huis aldaar, genaamd Vosshael, en het daartoe behoorende land in het Broick. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 75

577 De notaris THEODERICUS POELMAN instrumenteert, dat heer GERARDUS LEMKEN, heer GOESWINUS DE LUET en heer JOHANNES DE ALLER, vicarissen in de parochiekerk te Arnhem, met toestemming van heer PETRUS VAN DEN GRUYTHUYS, kanunnik der St. Walburgis' kerk aldaar, als collator hunner vicarieën, verkocht hebben aan ANDREAS TEN BEEMT een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit tot die stichtingen behoorende huizen in de Nova Civitas te Arnhem. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 111

578 WYNANT VAN DOIRNICK en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer WILLEM THONYS, kanunnik van St. Walborgen thArnhem, heer ARNT BORCHGREVE, vicaris in de moederkerk aldaar, en KYRSTEN KYVIT als executeurs-testamentair van meester JACOB ZULLE, priester, overgedragen hebben aan heer GOESEN VAN DEN LOET, priester, ten behoeve van den pastoor en de vicarissen in de moederkerk, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit een huis aan de Nyen Meerckt. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 74 verso

579 DERICK PLOECH en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GERYT VAN HENGELL in erfpacht gegeven heeft aan JOHAN FOLLE een hof buiten de St. Johanspoerte voor 1 pond 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 140

580 JOHAN VAN BRIENEN en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer ARNT BORCHGREVE, priester en vicaris van het St. Margareten altaar in de moederkerk tArnhem, met toestemming van heer DERIC VAN ARNHEM, ridder, als collator, overgedragen heeft aan heer HENRICH HOLLANDER en heer WESSEL WEDEMHOFF, priesters, ten behoeve der vicarissen in genoemde kerk, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit een tot de St. Margareten vicarie behoorend huis opter Beken, om voor de koopsom dit huis, dat in den grooten brand verwoest was, te herbouwen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 94 verso

581 JOHAN VAN BRYENEN en KIRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat METTE, weduwe van ARNT MUYSS, overgedragen heeft aan meester JACOB ZULLE een rente van 2½ oud schild 's jaars, gaande uit de helft van een huis bij den stadsmuur.
a. Oorspr. (Inv. no. 6189); de zegels der oorkonders zijn verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 89 verso

582 WYNANT VAN DOERNICK en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat STEVEN VAECK, en de kinderen van JACOB VAECK onder zekere voorwaarden overgedragen hebben aan meester JACOB ZULLE, priester, deels voor de timmering van de moederkerk tArnhem en deels voor de vicarissen in die kerk om memoriën te houden voor hun vader, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit een huis aan het St. Johans kerkhof. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 73 verso

583 WYNANT VAN DOERNICK en KIRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer EVERT KYVIT, priester, overgedragen heeft aan ERMGARD VAN MEER een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit zijn huis aldaar.
a. Oorspr. (Inv. no. 6169), met de geschonden zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 83 verso

584 WYNANT VAN DOIRNICK en KERSTEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat EVERT TEN OUDENWYER en WIBBERYCH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer PETER VAN DEN GRUYTHUUS, kanunnik tSente Walburgen tArnhem, ten behoeve der vicarissen van de oude kerk aldaar, een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis, en een rente van 10 vlaamsche grooten 's jaars, gaande uit het huis van HENRICH BLOEMDAEL. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 76 verso

2000 Oud archief Arnhem

Inventaris

6. Bijlagen

5.1. Regesten
N.B. De aanwezige zegels zijn van groene was, voor zooverre niet bij de beschrijving is aangegeven, dat zij van witte of roode was zijn vervaardigd.

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

584

WYNANT VAN DOIRNICK en KERSTEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat EVERT TEN OUDENWYER en WIBBERYCH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer PETER VAN DEN GRUYTHUUS, kanunnik tSente Walburgen tArnhem, ten behoeve der vicarissen van de oude kerk aldaar, een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis, en een rente van 10 vlaamsche grooten 's jaars, gaande uit het huis van HENRICH BLOEMDAEL. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 76 verso

1421 Juni 2 [des Manendages na Sente Petronellen dach den Heyliger jonfrouwen]

In margine staat o.m.: „prope murum civitatis in Nova Civitate" en „Quitatum est a° 35 (1535) hyrtegen enen golden scild doet gerekent die wye vycarii gaven die Zyeltaeffel jairlix".

2000 Oud archief Arnhem

laatste wijziging 01-10-2007

585 JOHAN MYNSCHART en KIRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILLEM PANNERT en GEERTRUYT, zijne zuster, in erfpacht gegeven hebben aan JOHAN STOELMAKER, een erf naast WILLEM PANNERTS huis tegen 1 oud schild 's jaars.
a. Oorspr. (Inv. no. 6190), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 68 verso

586 HENRIC VAN ALLER en KIRSTEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer JOHAN VAN ALLER, priester, overgedragen heeft aan heer GHERYT LEMKEN, priester, een rente van 2 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis, dat vroeger van REYNKEN MUNTER was. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 113

587 DERICK DIE GRUETER en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat MARTIJN JOHANS ZOON en FOYSE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan meester EVERT KYVIT, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit hun huis aan het Sente Johans kerkhof. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 105 verso

588 RYNALT, hertog van Gulich en van Gelre enz., verklaart na overleg met ridders, knechten en vrienden der vier hoofdsteden van Gelre besloten te hebben, zijn neef WALRAVEN VAN MOERSS, heer tot Baer, als zijn zaakwaarnemer aan te stellen, nu hij tengevolge van den oorlog met den bisschop en de stad van Utrecht verhinderd is in het land van Gelre te komen. Afschrift in Inv. no. 4777

589 WYNANT VAN DOIRNICK en KYRSTEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRICH VAN GENT en ARNT VAN BOEGEN, kerkmeesters der stad Arnhem, overgedragen hebben aan ARMGARD VAN MEER, ten behoeve der vicarissen in de moederkerk aldaar, de helft van een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit een huis aan het St. Johans kerkhof, van welke rente de vicarissen reeds de wederhelft bezitten. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 74

590 JOHAN VAN ALLER, priester, en OTT VAN ALLER, gebroeders, verklaren overgedragen te hebben aan heer GHERYT LEMKEN, priester, ten behoeve der vicarissen in de kerspelkerk tArnhem, een rente van 1 gouden fransche kroon 's jaars, gaande uit het huis van TRUDE sHOGEN aan den weg langs Kortenberghs erf.
a. Oorspr. (Inv. no. 6181), met het zegel van HENRICH VAN ALLER, broeder van JOHAN; het zegel van OTT VAN ALLER is verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 87 verso

591 JOHAN MYNSCHART en JOHAN VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GERCELYS VAN ALLER en WOUTER VAN ALLER GERCELYS' ZOON overgedragen hebben aan heer JOHAN VAN ALLER, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 rijnschen gulden 's jaars, gaande uit het hospitaal tSente Peter aldaar, en een rente van ½ arnhemschen rijnschen gulden, gaande uit een stuk land in den Merssche, onder meer voor het houden van memoriën voor GERCELYS VAN ALLER GERCELYS' zoon. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 95 verso

592 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem erkennen verkocht te hebben aan WILLEM PELGRIMS, ten behoeve van de drie bastaarddochters van wijlen TYDEMAN TOP, een losrente van 25 oude schilden 's jaars, gedurende 12 jaren te betalen. Oorspr. (Inv. no. 1835); het stadszegel is verloren

593 DERICK DIE GRUTER en WYNANT VAN DOERNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILLEM PANNERT overgedragen heeft aan MECHTELT WYNTER een huis, gelegen naast JOHAN STOELMAKERS huis, tegen 1 oud schild 's jaars.
a. Oorspr. (Inv. no. 6190), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 69

594 DERICK DIE GRUTER en JOHAN VAN BRYENEN, schepenen te Aernhem, oorkonden, dat JOHAN VAN BRYENEN voorgenoemd overgedragen heeft aan HENRICH VAN BRYENEN 1 morgen land in Aernhemerbroeck in de Cruyss weide, niet geslagen tot eenig huis of erf. Oorspr. (Inv. no. 6237), met de zegels der oorkonders