a. Deze Landdag is bijeengeroepen door het Hof van Gelre en Zutphen. Aanvankelijk waren de bannerheren, ridderschappen en steden reeds opgeroepen om op 10 april bijeen te komen, ook te Nijmegen. Van de Landdag vanaf 10 april, die vooral de in de Staten-Generaal te Delft behandelde zaken tot onderwerp had moeten hebben, zijn tot nog toe geen recessen bekend. Van de vergadering van 10 april is waarschijnlijk weinig terechtgekomen, aangezien de te Delft gedane voorstellen pas op de Landdag van 2 mei (zie hieronder) ter sprake gekomen zijn. De Landdag van 10 april was overigens bedoeld als prolongatie van een eerdere vergadering, die blijkbaar op een mislukking was uitgelopen wegens een te geringe opkomst.

b. Bij de beschrijving voor 10 april verzocht het Hof de stad Venlo om de overige steden en de edelen uit het Overkwartier op te roepen: een maatregel die verband hield met de toenemende slechte bereikbaarheid van het Overkwartier in verband met de oorlogssituatie rond deze tijd. Zie voor het herhaaldelijk uitstellen van deze Landdag wegens oorlogsomstandigheden, in casu plunderingen door troepen die op de Veluwe zijn neergestreken, de correspondentie van het Hof, 0124 Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 670, brieven nrs. 3950, 3951 en 3952, resp. van 10, 11 en 12 april 1581.

c. Voor de hier gebruikte gegevens betreffende de bovengenoemde, aan 23 april voorafgaande Landdagen, verwijzen wij naar de database, opgesteld door M.J. van Gent: Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584. Database met gedigitaliseerd beeldmateriaal (Den Haag 2006); digitale publicatie; zie website Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (HING). Zie in de database-Van Gent met name de documenten nrs. 478, 479, 480, 1231 en 1849.