Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Heerlijkheid Nederhemert 1

0417 Heerlijkheid Nederhemert 1

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0417   Heerlijkheid Nederhemert 1
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
4. Bijlagen
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
Inventaris
01. 1217-1399
02. 1400-1420
03. 1421-1435
04. 1437-1460
05. 1461-1480
06. 1481-1530
07. 1531-1550
08. 1551-1575
09. 1576-1610
10. 1611-1630
11. 1631-1690
452A Ick onderschreven bekenne mits desen ontfange te hebben vuijtt handen van Aelbert Cornelissoon een somma van een en sestig gulden thien stuiver en datt van geleverde biere aen de timmerluijden van den Aelster moolen, beginnende van den 9 Julij Ao. 1631 tot 9 november inclues des selviste iaers, bedanckende mij voerder goeder betalinghe. Actum den 17 Aprilis Ao. 1631 in Bommel olden stijl. (w.g.) Jacob Eliassoon., 1631 april 17.
N.B. Fysiek niet aanwezig.
453 Adriaen Gerartszoon Hoogenwerff te Herpt, Hans Mats, soldaat onder baron de Looquieren en Angeff, als man van Ariaentgen Gerritsdochter, Ghijsbert Adriaenszoon te Heusden, man van Thonisken Gerritsdochter, alle kinderen van Gerrit Adriaenszoon Hoogenwerff, in zijn leven wonende te Herpt, en diensvolgens erfgenamen van hunne grootouders Gerrit Gerritszoon en Joost Gerritsdochter, in hun leven wonende in de heerlijkheid Hemert, dragen over aan Johan Torck heer tot Nederhemert, enz. de helft van twee percelen land, genaamd het Hoogh, groot 3 hond, en den Hemert, groot 1 hond, gelegen in het dorp van Hemert. Ten overstaan van Anthonis Adriaenssoon Kuijsten en Jan Staes Adriaens, schepenen in Nederhemert, 1631 juli 8. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels der schepenen afgevallen, getekend door Adriaens de Graeff.
454 Jan Goderssoon bekent schuldig te zijn aan Adriaen Adriaenssoon te Hemert 165 gulden. Ten overstaan van Jan Staeszoon van Hemert en Seger ..., schepenen te Hemert, 1632 januari 25. 1 charter
N.B. Op perkament, nog aanwezig het tweede uithangende zegel in groen was.
455 Johan Torck vrijheer tot Nederhemert enz., beleent Cunera, dochter van Adriaen Tuijnders, met vijf hond weiland, gelegen omtrent den Hemertschen molen binnendijks, 1632 maart 1. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in rood was van den leenheer, getekend door den leengriffier A. Adriaens de Graef.
456 Johan Torck, vrijheer tot Nederhemert, enz. beleent Seger Adriaen Tuijnderssoon met de helft van drie honden hopland, waarvan de wederhelft door zijn broeder Cuijndert in leen gehouden wordt, 1632 maart 1. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend door A. Adriaens de Graeff, leengriffier.
457 Johan Torck vrijheer tot Nederhemert, heer van Delwijnen en Monnickenlandt, amptman tot Bommel, Tielre en Bommelreweerden, kapitein en gouverneur tot Bommel, beleent Cuijndert Adriaen Tuijnderssoone met de helft van drie honden hopland, gelegen in de heerlijkheid Nederhemert op d' oversteijnd in Jan van Wels hof, ten Zutphensche rechten te verheergewaden met een pond goed geld, 1632 maart 1. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend door A. Adriaens de Graef, leengriffier.
458 Willam van Brakel, heer tot Oude Wulven, bekent ontvangen te hebben van Lubbert Turck, heer tot Hemert, Sinderen, Kerckwijck, etc. 150 Rinsche gulden, waarvoor hij jaarlijks op Kersavont zal betalen een rente van 9 Rinsche gulden. Ten overstaan van Jan Aertsz, schout en Dirck Korstensz, Heijnrick de Wildt Heijnrickszoon, natuerlick en Aelbert Hermansz, schepenen tot Lecxmondt, 1634 april 11. 1 charter
N.B. Op perkament, van de vier uithangende zegels nog aanwezig in groen was dat van Aelbert Hermansz.
459 Een huis met hof en erve, toebehorende aan Jan de Best in het kerspel Winssen, wordt gerechtelijk verkocht wegens een schuld van ƒ 1000 aan Henrick Pels, brouwer te Nijmegen en opgedragen aan Michiel van Sijbrich, die het weder overdraagt aan Henrick Pels. Ten overstaan van Johan van Balveren, als stadhouder van Sweder van den Boetselaer, amptman en richter tussen Maas en Waal en gerichtslieden, 1637 augustus 3, 1637 december 28, 1638 januari 6 en 1638 januari 6. 4 charter
N.B. Vier aaneengezegelde perkamenten brieven met de uithangende zegels van den stadhouder en de gerichtslieden.
462 Johan Glummer, raet plaatsvervangend stadhouder der lenen van Gelre, geeft toestemming aan Lubbert Turck, drost tot Wageningen, als gevolmachtigde van zijn broeder Johan Turck, heer tot Nederhemert, om zijn landgoed het Munnickenlant, groot ongeveer 500 Hollandsche morgen, gelegen in de Bommelreweert, leenroerig aan Gelre, te mogen belasten met 1250 Carolus gulden, ten behoeve van Adrian Cockingen, 1638 maart 1. 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd en zonder zegel.
Blijkens aantekening is deze schuld 6 juni 1643 afgelost.
463 De Staten van Holland en West-Friesland belenen jr. Lubbert Turck, bij doode van zijn vader jr. Johan Turck, heer van Nederhemert, Delwijnen, Monickenlandt, etc. amptman van Bommel, van Thielre en Bommelrewaarden, met de heerlijkheid Hemert, het dorp en een rijswaard, de Schuijnreweerdt geheten.
Lubbert Turck minderjarig zijnde, wordt hulde en eed voor hem gedaan door Joost de Man. Als daartoe gemachtigd door jr. Lubbert Turck, drost tot Wageningen, kapitein, als oom en bloedtvoocht, benevens jr. Johan Masschareel, vrijheer tot Balgoy, Kent, heer tot Opijnen, en Arent de Bie tot Wadesteijn, dijkgraaf in Bommelreweerdt, als bij testament gestelde momboirs over den minderjarige, 1639 mei 5. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in rood was der Staten.
Op de achterzijde der akte staat vermeld, dat 26 februari 1644 jr. Lubbert Turck zelf den eed heeft gedaan.
464 Carll Bentinck, raet plaatsvervanger van den stadhouder der lenen van Gelre, beleent Adriaen de Graeff, als gevolmachtigde van Armgart van Wielich, douagiere tot Nederhemert, Delwijnen, Monnickelandt, etc. ten behoeve van haar minderjarigen zoon Lubbert Turck met het huis Hemert en toebehoren en 10 morgen land, 1639 september 24. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in groen was van Gelre.
465 Lubbert Torck vrijheer tot Nederhemert, heer tot Delwijnen en Monnickenlandt, kapitein van een compagnie Nederlandse soldaten, in dienst van de H.M. Heeren Staten, beleent Dirck van Hemert, als schoonvader van Adriaens Salomons, soone van wijlen Salomon Adriaens, met een halve morgen hopland, gelegen in Grietgen van Tiels hoff, ten Zutphensche rechten te verheergewaden met een pond goed geld, 1640 januari 31. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door A. Adriaens de Graef, leengriffier, het zegel van den leenheer ontbreekt.
466 Gerit Jacobs en Aeltgen Damen, echteluijden, verkopen aan jr. Adriaen van Drueten en joffr. Mechteld van Roorda, echteluijden, de helft van 4 morgen weiland, genaamd de Schutlakensche Camp, gelegen te Winssen. Ten overstaan van Sander van Munster en Willem de Haert, erfpachters van Maas en Waal, 1640 november 20. 1 charter
N.B. Op perkament, van de 4 uithangende zegels zijn nog aanwezig in groen was, die van Gerit Jacobs en van Willem de Haert. i
467 Johan Torck, heer tot Nederhemert en Munnickenlandt, geeft uit tot een achterleen van den leenhof van Munnickenlandt, met authorisatie van de Staten van Gelre, 5 morgen land, in het Munnickenlandt aan de Maas gelegen, aan Corstiaen van Dorn, onder verplichting van jaarlijks 3 dagen met wagen en peerden te dienen en op Corsmisdach 15 gulden te betalen. Ten overstaan van Dierick Sweeren van Wel en Godert Joosten, leenmannen van Nederhemert, bij gebrek aan leenmannen van Munnickenlandt, 1614 november 1. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels ontbreken.
468 Melchior de Roover en joffr. Theodora de Cock van Delwijnen schenken aan hun neef Adriaen van Drueten enige stukken land, gelegen te Winssen, Aefferden en Drueten, zomede enige erfrente, gaande uit goederen, gelegen te Deest en Pufelick. Ten overstaan van Henrick Blancken, der rechten doctor, en Johan van Dam, gerichtsluijden van Maas en Waal, 1642 september 2. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door de schenkers en gerichtsluijden, met de uithangende zegels in rood was der schenkers en die in groen was der gerichtsluijden.
469 Diederick van Bemmel, als stadhouder der lenen van Gelre, beleent Lubbert Turck heer tot Hemert, kapitein, met het huis Hemert met toebehoren en 10 morgen land, 1642 december 30. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in rood was van Gelre.
471 Peter Petersen, Lambertijen Lamberts, zijne moeder, en Cornelisken Philips verkopen aan Henrick Cornelissen de Haerdt en Geertgen Gijsberts, echtelieden, een huis met toebehoren en omtrent 5 morgen bouwland, gelegen in het kerspel Winssen. Ten overstaan van Geert Verwoert en Willem de Haert, erfpachters, 1643 juli 7; getransfigeerd aan de akten van 14 februari 1644 en 1 september 1647. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der verkopers en erfpachters.
471 Peter Petersen, Lambertijen Lamberts, zijne moeder, en Cornelisken Philips verkopen aan Henrick Cornelissen de Haerdt en Geertgen Gijsberts, echtelieden, een stuk land genaamd Fierkensland, groot omtrent 3 morgen, gelegen in het kerspel Winssen, ampt Maas en Waal. Ten overstaan van Willem van WIjck en Willem de Haerdt, erfpachters van het ampt, 1644 februari 14; getransfigeerd aan de akten van 7 juli 1643 en 1 september 1647. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der verkopers en erfpachters. i
472 Adriaen van Drueten en joffrou Heijlwich van Drueten, weduwe van jr. Willem van Asperen van Vueren, geassisteerd met jr. Peter van Asperen, in dezen haar gekozen momber voor zich zelve en als voogdesse van hare kinderen, sluiten een overeenkomst omtrent enige goederen, nagelaten door hunnen broeder Johan van Drueten, gelegen te Ravensway, ampt Neder Betuwe, te Aefferden, Winssen en Drueten, ampt Maas en Waal en in het gericht Sandwijck. Met de handtekening van de partijen en van Peter van Asperen., 1644 september 7. 1 stuk
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op papier.
473 Diederick van Bemmel, stadhouder der lenen van Gelre, beleent Rutger van Rantwick heer tot Hemert, ritmeester en major van een regiment peerden, als echtgenoot en momber van Maria Turck, met het huis Hemert en toebehoren en 10 morgen land, 1646 januari 13. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Gelre.
474 Diederick van Bemmel, stadhouder der lenen van Gelre, beleent Jordaen Francquen, rentmeester, als gevolmachtigde van Maria Turck, vrouwe van Neder Hemert, weduwe en douagiere van Rutger van Randtwick, ritmeester en majoor, enz., als moeder en mombersse van haren posthumen en minderjarigen zoon Rutger: 1. met het huis te Bemmel metten cingelgrave en den windmolen, 2. met een tiende, genaamd den Coornweertsen Rijsweert, gelegen in den kerspel van Groot Driel, 3. vernieuwt zij den eed van het huis te Hemert met toebehoren en 10 morgen land. Van de twee eerste lenen heeft de moeder het vruchtgebruik, 1647 januari 28. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Gelre.
475 Wilhelm Frederick, grave van Nassau, enz. stadhouder van Friesland, beleent als landcommandeur van de balije der Duitse Orde te Utrecht, Jordan Francken, als gemachtigde van Maria Torck, vrouwe tot Nederhemert, weduwe van Rutger van Randwijck, ten behoeve van haar minderjarigen zoon Rutger met den Cattekerschen tiend, den Holtackerschen tiend, den halve Bourgamschen tiend, een tiend op Berchen, den Duitschen tiend met de kerkegift tot Bemmel en den smallen tiend tot Bemmel, ten Zutphensche rechten met een pond goed geld te verheergewaden, leenroerig aan het Duitse huis te Utrecht, 1647 februari 4 (oude stijl). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was der balije, getekend door Cornelis de Vianen, secretaris.
471 Henrick Cornelissen de Haerdt en Geertgen Gijsberts, echteluijden, verkopen aan jr. Adriaen van Drueten en joffer Mechteld van Rhoorda een huis met toebehoren en de volgende stukken bouwland: de Schorsshoeven, groot 5 morgen 2 hond, het Fierkensland, groot 3 morgen, het Middelstuk, groot 2 morgen en 4 hont en de Stegen, groot 2½ morgen. Ten overstaan van Geurdt Verwoert, scholtes, en Claes de Haerdt, erfpachters, 1647 september 1; getransfigeerd aan de akten van 14 februari 1644 en 7 juli 1643. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der verkopers en erfpachters.
477 Adriaen de Graeff, als stadhouder der lenen van den huijze en heerlijkheid Nederhemert, beleent Geraert Damans, inwoner van Hemert met 2/3 van 3 hont land, gelegen in de heerlijkheid Hemert op het nedersteijnd in Grietgen van Tiels hoff, door overgifte van Pieter Gijsbert Heijmanssoon. Belast met enige dijklasten en 2/3 van een tijns, groot 16 stuiver 2 penningen jaarlijks, 1649 december 15. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Wilhelm Thomas baron de Quadt en Wickrad, getekend door Adriaens de Graef.
478 Ariaen de Graef, stadhouder der lenen van de huijse en heerlijkheid Nederhemert, beleent Johan Beelaers, out borgemeester van Heusden, ten behoeve van zijn kleinzoon Pieter Beelaers, onmondige nagelaten zoon van den advocaat Geraert Beelaers, met 5 hondt land, gelegen in de heerlijkheid Hemert in het dorp, 1651 maart 22. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend door Adriaens de Graef, leengriffier.
479 Een huis en hoefken land, groot omtrent 5 hont te Winssen, toebehorende Hermen Jans, wordt gerechtelijk verkocht wegens schulden en opgedragen aan Jasper Gerits, die het weder overdraagt aan Geurt Rijcken. Ten overstaan van Sweder van den Boetzelaer, amptman en richter tussen Maas en Waal en gerichtsluijden, 1652 april 4, 1653 maart 2 en 1653 maart 2. 3 charter
N.B. Drie perkamenten brieven, aaneengezegeld met de uithangende zegels in rood was van den amptman en van de gerichtsluijden in groen was.
Op de achterzijde van de eerste akte is geschreven de overdracht van dit goed door Goert Rijcken aan joffer Mechteld Roorda, weduwe jr. Adriaen van Drueten, 4 Julij 1654. i
480A Uittreksel uit het Dingsignaat van de heerlijkheid Nederhemert, deel 1653-1658, 1653 - 1658. 1 stuk
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op papier.
481 Melchior ten Hove, plaatsvervangend stadhouder der lenen van Gelre, beleent Wilhem Thomas Quadt vrijheer tot Wickraedt, tot Hemert en heer tot Delwijnen, als voogd van zijne kinderen, verwekt bij zijne overledene vrouw Maria Torck, met het huis Hemert met toebehoren en 10 morgen land, 1655 augustus 17. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Gelre getekend door Otto Dibbets, leengrifier.
482 Ridderschap, edelen en Staten van Holland en West-Friesland, als representerende de Staten van die landen, belenen Wilhelm Quaet, zoon tot Wickeraedt, na doode van zijne moeder Maria Torck, vrouwe tot Wickeraedt, tot Nederhemert en Delwijnen, met het dorp en heerlijkheid van Hemert met toebehoren en de Schuijnenwaerdt. Zijn vader Willem Thomas Quadt doet hulde en eed, 1655 september 7. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende geschonden zegel in rood was van de Staten.
483 Wilhelm Thomas baron de Quaet, vrijheer tot Wickrait en Nederhemert, heer tot Delwijnen, enz., beleent Nicolaes de Graef, dijckgraef en secretaris der heerlijkheid Hemert, met de helft van een morgen land, gelegen in het dorp Hemert, hem aangekomen van wijlen Adriaen Adriaens de Graeff, zijn vader, 1660 november 13. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel van den leenheer, getekend door Adriaen de Graeff, leengriffier. i
484 Wilhelm Thomas baron de Quaet, vrijheer tot Wickraidt en Nederhemert, heer tot Delwijnen, enz., erffdrossaert en erfhoofmeester des furstendoms Gelre, enz., beleent Johannes de Graeff met ½ morgen land, gelegen in het dorp Hemert, belend ten zuiden Domine Bernhardus Adolphus Scriba, predikant te Hemert, enz., hem aangekomen van zijn vader zaliger Adriaen Adriaensz de Graeff, 1660 november 13. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door den leengriffier Adriaen de Graeff, het zegel van den leenheer is afgevallen.
485 Wilhelm Thomas baron de Quaet, vrijheer tot Wickraidt en Nederhemert, beleent Adriaen de Graef, rentmeester en stadhouder der lenen van het huis Hemert, met een stuk hopland, gelegen in de heerlijkheid Hemert aan de zuidzijde van de Maas, belast met een erftijns van 16 stuiver, hem aangekomen van wijlen zijn vader Adriaen Adriaensse de Graeff, 1660 november 13. 1 charter
N.B. Op perkament, het zegel van den leenheer is afgevallen, getekend door Adriaen de Graeff, leengriffier.
486 Wilhelm Thomas baron de Quaet, vrijheer tot Wickraidt en Nederhemert, heer van Delwijnen, erfdrossaert en erfhoofmeester van Gelre, beleent Adriaen Gerarts van Dieden met twee lenen, te zamen groot 5 hond land, gelegen in de heerlijkheid Nederhemert aan de zuidzijde van de Maas in de Voosse campen, als oom en bloetvoocht van Dirck de Bie, onmondigen zoon van zaliger Isaacq de Bie, door overgifte van Jacob Janss de Wilt, 1660 november 13. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend door Adriaen de Graef, leengriffier.
487 Wilhelm Thomas baron de Quaet, vrijheer tot Wickerait en Nederhemert, heer tot Delwijnen, etc., erfdrost en erfhoeffmeester des furstendoms Gelre, enz., voor zich zelf en in qualiteit van heer van Hemert, benevens de schepenen, buermeesters en setmeesters van Nederhemert, hebben te zamen gecommitteerd en geauthoriseerd Johan Staesse van Hemert en Aert Dircxs van Genderen, benevens Adriaen de Graeff als rentmeester, om de kwestie af te doen wegens de kribben, door den heer van Aelst gelegd. Gepasseerd ten overstaan der schepenen in de heerlijkheid Nederhemert Arent van den Bieshovvel en Cornelis Willems Vonck, 1660 november 29. 1 charter
N.B. Op perkament, met de zegels in groen was der schepenen.
488 Wilhelm Thomas baron van Quaet, Wickeraet ende Nederhemert, heer tot Dellewijnen, erffdrossart en erffhoffmeester des furstendoms Gelre, enz. beleent Nicolaes de Graeff door overgifte van diens broeder Johannes de Graeff met de helft van een morgen land in het dorp Hemert aan de zuidzijde van de Maas, 1669 maart 2. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend door den leengriffier Adriaen de Graeff.
489 Wilhelm Thomas baron van Quaet, Wickeraet ende Nederhemert, heer tot Dellewijnen, erffdrossart en erffhooftmeester des furstendoms Gelre, enz. beleent Aert Dircksen van Genderen met 1½ hond land, gelegen in het dorp Hemert op den Dam. Ten overstaan van Mouris van Hemert en Nicolaes de Graeff, leenmannen, 1669 maart 2. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer en getekend door Adriaen de Graef, leengriffier.
490 Geraert van Dieden, richter tot Hemert, draagt op 6 morgen 1 hont wei of hooiland, gelegen in het dorp Hemert aan de zuidzijde van de Maas met laste van thuijn, straet, sloot ende somerdijck, vrij van thijns. Aan Walter Schot, heer van Munnekelandt, kolonel en kapitein van een regiment voetknechten. Ten overstaan van Henderick Jacobs Happert en Dirck Udemans, schepenen te Nederhemert, 1671 juli 4. 1 charter
N.B. Op perkament, gezegeld in bruin was door de schepenen en getekend door Nicolaes de Graeff, secretaris.
491 Gerart Casijn van der Hell tot de Wiltbaen, stadhouder der lenen van Gelre, beleent Johan Frederick Quaet van Wijckraet met het huis te Hemert met toebehoren en 10 morgen land, 1674 juli 31. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Gelre, getekend door Johan Opten Noorth, leengriffier.
492 Huwelijksvoorwaarden tussen Otto Frederik von Vittinghoff, genaamd Scheell, vrijheer van Grienewalt, Schederen en Eckhoff, majoor van de garde dragonner van Z.H. den Prince van Orangien; zoon van Georg von Vittinghoff, genaamd Scheell en Emerentia von Siburgh; bruidegom ter eenre en Margaretha van Randwijck; dochter van Frederick Hendrick van Randwijck, heer van Rossum, Heessel en Gameren, burchgraeff des Rijcx ende richter der stad Nijmegen, enz. en Stephania Torck de Hemert vrijvrouwe van Beeck; bruid ter andere zijde. Als huwelijksvrienden voor den bruidegom treden op: Gerard von Vittinghoff, genaamd Scheell, Laurens von Vittinghoff, genaamd Scheell, vrijheer van Lassen en Weissenseh, Heinrich Sas, George von Siburgh, Johan van Gent, heer van Winssen, zijn respectieve broeder, oom, zwager, neve en dedinghsvrundt, en voor de bruid Jacob van Randwijck, ambtman enz. tussen Maas en Waal, vrijheer van Beeck, Walraet van Steenhuijs, vrijheer van Heumen, Malden en Oplo, ambtman van Grave en van het land van Cuijck, Willem Bertram Quadt, vrijheer van Wickraet, Walraven van Heeckeren, heer van Nettelhorst, landdrost van Zutphen enz., haar broeder en neven, 1681 december 9. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend en gezegeld door bruidegom, bruid en huwelijksvrienden.
493 De Staten van Holland en West-Friesland belenen Johan Frederick Quaedt met de heerlijkheid van Hemert, het dorp en een rijswaard, de Schuijnenwaerdt, hem aanbestorven door overlijden van zijne moeder Maria Torck, in leven vrijvrouwe van Wickeraet, Delwijnen, etc., en door renunciatie van zijn broeder Wilhem Bertram Quaedt, 1683 maart 26. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was der Staten.
494 Dom. Bern. Adolphus Scriba, predikant te Hemert en Adriaen de Graaff, drost en rentmeester, als gevolmachtigden van Johan Frederick baron de Quaet zu Wieckraet, vrijheer tot Nederhemert, heer tot Delwijnen, enz., blijkens akte d.d. Maestricht, Junij 1683, verklaren, dat deze ingevolge dispositie van wijlen zijn vader d.d. 2 november 1669 schuldig is een somma van 5000 Rijcxdaelders of 12500 gulden Hollandts aan zijn broeder Lutharius Stephanus baron de Quaet zu Wieckraet, erffdrost en erfhoeffmeester van Gelre, waarvoor laatstgenoemde tot gehele afbetaling zal ontvangen een rente van 4% 's jaars. Ten overstaan van Peter Mrcelissen en Govert Aertsen Groenevelt, schepen te Nederhemert, 1683 juli 13/23; getransfigeerd aan de akte van 2 april 1686. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door de schepenen en den secretaris A. de Graaff, met drie uithangende zegels in rood was (geschonden). i
0417 Heerlijkheid Nederhemert 1
Inventaris
11. 1631-1690
494
Dom. Bern. Adolphus Scriba, predikant te Hemert en Adriaen de Graaff, drost en rentmeester, als gevolmachtigden van Johan Frederick baron de Quaet zu Wieckraet, vrijheer tot Nederhemert, heer tot Delwijnen, enz., blijkens akte d.d. Maestricht, Junij 1683, verklaren, dat deze ingevolge dispositie van wijlen zijn vader d.d. 2 november 1669 schuldig is een somma van 5000 Rijcxdaelders of 12500 gulden Hollandts aan zijn broeder Lutharius Stephanus baron de Quaet zu Wieckraet, erffdrost en erfhoeffmeester van Gelre, waarvoor laatstgenoemde tot gehele afbetaling zal ontvangen een rente van 4% 's jaars. Ten overstaan van Peter Mrcelissen en Govert Aertsen Groenevelt, schepen te Nederhemert, 1683 juli 13/23; getransfigeerd aan de akte van 2 april 1686. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door de schepenen en den secretaris A. de Graaff, met drie uithangende zegels in rood was (geschonden).
Datering:
1683 juli 13/23; getransfigeerd aan de akte van 2 april 1686
Omvang:
1 charter

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
laatste wijziging 12-07-2012
1 gedigitaliseerd
totaal 5 bestanden
495 Bernardus Adolphus Scriba, predikant en Adriaen de Graaff, drost en rentmeester te Hemert, gevolmachtigden van Johan Frederick baron de Quaet zu Wieckraet, vrijheer van Nederhemert, blijkens notariële akte d.d. Maestricht 22 november 1683 en onderhandse akte van 24 juni 1683, bekennen in die hoedanigheid schuldig te zijn aan de erfgenamen van Adriaen de Graaf, in leven rentmeester van Nederhemert, 760 gulden, voor welke som jaarlijks 30 gulden en 8 stuiver rente betaald zal worden. Als onderpand is gesteld 4 morgen weiland, te Nederhemert aan de zuidzijde van de Maas gelegen. Ten overstaan van Anthonis Godersen en Jan Handrixen, schepenen te Nederhemert, 1684 september 7. 1 charter
N.B. Op perkament, met de geschonden uithangende zegels in bruin was der schepenen, getekend door A. de Graeff, secretaris.
496 Johan Fredrick baron de Quadt zu Wieckradt, vrijheer van Nederhemert, heer tot Delwijnen en Kerckwijck, verkoopt aan Elisabet van Weerdenburgh, weduwe van Peter Valentijns Croes, een wel ter neringh staend huis en erve, gelegen op het fort Hemert voor aan de poort van het voorzegde fort, waar het wapen van Nassau uithangt, thans bewoond door de koopster. Ten overstaan van richter en schepenen der heerlijkheid Nederhemert Heijman Petersen van Grient en Anthonis Vosch, 1686 februari 27. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door J. v. Schaack subst. secretaris, de zegels ontbreken.
494 Johan Frederick baron de Quadt van Wickradt, vrijheer van Nederhemert, heer tot Delwijnen, kapitein, bekent ontvangen te hebben van Otto Frederick baron de Vittinghoff, genaamd Scheel, vrijheer van Grunewaldt, Schedern en Echthoff, majoor van de garde dragonner van Z.H. de Prince van Orangien en Margareta baronne de Randwijck, echteluiden, een somma van 5000 rijcxdalders of 12500 gulden Hollandts, onder belofte deze som op 1 juli 1687 terug te betalen met een rente van 4% 's jaars, of zo hij die som langer behoudt, tegen 5% 's jaars. Ten overstaan van Adriaen de Graeff, drossart en richter, Heijman Gerardtsen en Arien Petersen de Greef, schepenen te Nederhemert, 1686 april 2; getransfigeerd aan de akte van 13/23 juli 1683. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door J.F. en L.S. de Quadt zu Wickradt, den drossart en schepenen, met drie uithangende geschonden zegels in rood was.
498 Hendrick Copes voor zich zelf en voor Gijsbert van Hamel, executeurs van het testament van den heer Walther Schoth, zich sterk makende voor genoemden heer voor de ene helft - en Gerardus Hurnius, als gevolmachtigde van Deliana Heurnius, weduwe kapitein Pieter Levingston en zich sterk makende voor den predikant Justus Heurnius, gelijk ook voor N. Moelinch, amvoijé van desen staet aent Hoff van den koning van Denemercken, de heer Johan Sommervail, als man en momber van Susanna Maria Hessels, juffr. Anthonija Hessels en sinjeur Anthonije Vereijt, klerk ter griffie van 's Hertogenbosch, als zich sterk makende voor Marta Levingston, weduwe van luitenant generaal J.H. Lauder, allen als erfgenamen van Hendrina van Loon, huisvrouw van kolonel Schot voor de andere helft - verklaren ieder, voor zoveel hun aanbelangt, geen recht meer te hebben op 7 mergen, 4 honden weiland, genaamd het Stuijvesant, gelegen in de heerlijkheid Nederhemert op het Hoogh, ten behoeve van luitenant Johan Tunniers en Willem de Jockers, burgemeester te Heusden. Ten overstaan van Dirck Aerts Udemans en Dirck Geritsen van Genderen, schepenen te Nederhemert, 1686 juni 10. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen en van den richter, getekend door Adriaen de Graaff, secretaris.
499 Dirck van Hemert, richter, Jeremias van Schaack en Joost Anthonissen van Well, schepenen te Nederhemert, verklaren, dat Jan van Cleef, gezworen bode, van wegen Florens Otto Henry des R.R. grave van Bijlandt, vrijheer tot Reet, heer tot Oy en Persingen, gerechtelijk heeft gemaand, Johan Fredrick baron de Quaet zu Wickraet, vrijheer van Nederhemert, heer tot Delwijnen en Kerckwijck, voor gebrek aan voldoening van het vonnis van 9 maart 1688, waarbij eerstgenoemde is gericht in goederen van laatstgenoemde. Dat deze goederen gerechtelijk zijn verkocht en opgedragen aan docter Aelbrecht van Nussenborgh, als gemachtigde van den graaf van Bijlandt, 1688 juli 24; getransfigeerd aan de akte van 20 februari 1689. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen, getekend door J. v. Schaack, secretaris.
499 De gezworen bode verklaart voor Gerardt van Dieden en Jeremias van Schaack, schepenen, dat hij kennis gegeven heeft van dezen verkoop op 4 augustus 1688 aan den drossaerd Adriaen de Graaff, als gemachtigde van Johan Fredrick baron de Quaet, 1689 februari 20; getransfigeerd aan de akte van 24 juli 1688. 1 charter
N.B. Op perkament, ongezegeld met de handtekening van J. v. Schaack, secretaris.
501 Nicolaes Brinchman en Elisabeth van Weerdenburch, echtgenoten, verkopen aan sinjeur Adriaen Drooch, brouwer tot Heusden, een wel ter neringh staende huis en erve, gelegen op het fort Hemert voor aan de poort, alwaar het wapen van Nassau uithangt, tegenwoordig bewoond door Antonie Pasch. Ten overstaan van Jeremias van Schaack en Joost Anthonisz, richter en schepen van Nederhemert, 1689 mei 4. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was van den richter en schepen, getekend door den subst. secretaris J. van Schaack.
502 Albrecht van Nuijssenburgh, als gevolmachtigde van Otto Henry des Heijligen Roomschen Rijcx grave van Bijlandt, vrijheer tot Rheet, Oij, Persingen, Spaldorp, Spaltercamp, enz., heeft krachten een koop- en verwinsbrief d.d. 25 juli 1688, ten laste van Johan Fredrick baron de Quaet zu Wieckraet, heer tot Nederhemert, Delwijnen en Kerckwijck, in possessie genomen den Arckensweert, groot omtrent 50 morgen, tot Nederhemert aan de noordzijde van de Maas gelegen. Ten overstaan van Dirck van Hemert, richter, en Gerart van Dieden en Jeremias van Schaack, schepenen te Nederhemert, 1689 mei 4. 1 charter
N.B. Op perkament, getekend door A. de Graaff, secretaris, de zegels der schepenen ontbreken.
503 Gerard van Dieden, Heijman Peterss van Grient, Anthonis Godessoon, Gijsbert van Hemert, Jan Handricxen, Govert Aertsen Groenevelt, Jeremias van Schaik en Joost Antonissoon van Wel, schepenen in Nederhemert, verwijzen Johan Frederick baron de Quaet zu Wickraet, heer van Nederhemert, enz., om aan Adriaen de Graaff, drossaerd, te betalen een som van 6192 gulden 4 stuiver 8 penningen, 1690 juni 11. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen.
504 Jr. Gijsbert van Hemert en Jeremias van Schaack, schepenen te Nederhemert, verklaren, dat de gezworen bode, uit kracht van schepenvonnis van 11 juni 1690, van wegen den drossaerd Adriaen de Graaff, gerechtelijk gemaand heeft Johan baron de Quaet zu Wickraet, heer van Nederhemert, Delwijnen enz. Dat Adriaen de Graaff gericht is in goederen van baron de Quaet, welke goederen 6 juli 1690 gerechtelijk verkocht zijn en opgedragen aan Adriaen de Graaff, 1690 juli 23; getransfigeerd aan de akte van 29 augustus 1690. 1 stuk
N.B. Op papier.
504 De gezworen bode verklaart voor jr. Gijsbert van Hemert en Jeremias van Schaack, schepenen te Nederhemert, dat hij op 28 juli 1690 van de verkoop van goederen van baron de Quaet kennis heeft gegeven aan Johan Fredrick baron de Quaet, 1690 augustus 29; getransfigeerd aan de akte van 23 juli 1690. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen, getekend door J. v. Schaack, secretaris.
506 Adriaen de Graaff, stadhouder der lenen van Nederhemert, beleent Christoffel Samuel de Meijer, sinjeur ten dienste dezer lande, als gevolmachtigde van zijne moeder Maria van Balveren, douagière de Meyer, nu hertrouwd met den luitenant-kolonel van der Meulen, met twee lenen, als: 4 morgen land, den Ham genaamd, en 3 morgen land, den Braeck genaamd, gelegen te Aelst, leenroerig aan het slot van Hemert. Door overgifte van Barta van Balveren, douagière van Alexander Torck, in ruil voor het aan Maria van Balveren bovengenoemde toekomende deel in het huis en adelijk gesaet van Nergena op de Veluwe, 1690 september 9. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van den leenheer, getekend A. de Graaff, leengriffier.
507 Gerard van Dieden en Jeremias van Schaack, schepenen te Nederhemert, verklaren, dat de gezworen bode van wegen Otto Fredrick van Vittinghoff, genaamd Scheel, vrijheer van Groenewalt, overste luitenant ten dienste van Z.M. van Groot Brittannië, gerechtelijk gemaand heeft, krachtens schepenbrief van 16 augustus 1690, graaf van Bilandt, als bezitter der onderpanden van den heer van Nederhemert hergekomen. Dat deze goederen gerechtelijk verkocht zijn op 24 september 1690 en opgedragen aan Otto Fredrick van Vittinghoff, 1690 december 3; getransfigeerd aan de akte van 4 februari 1691. 1 charter
N.B. Op perkament, aaneengezegeld met de uithangende zegels der schepenen in groen was, aan de transfixbrief van 4 februari 1691.
508 Gerardt van Dieden en Jeremias van Schaack, schepenen te Nederhemert, verklaren, dat de gezworen bode van wegen Mattheus de Vael, als gesubst. gevolmachtigde van Otto Fredrick van Vittinghoff, genaamd Scheel, vrijheer van Groenewalt, overst luitenant ten dienste van Z.M. van Groot Brittannië, uit kracht van schepenbrief wegens onbetaalde schulden gerechtelijk gemaand heeft, en gericht is in goederen van Johan Frederick de Quaet zu Wieckraet, vrijheer van Nederhemert, heer tot Delwijnen en Kerckwijck, kapitein ten dienste dezer landen. Dat deze goederen gerechtelijk verkocht zijn en opgedragen aan Mattheus de Vael, 1690 december 3; getransfigeerd aan de akte van 4 februari 1691. 1 charter
N.B. Op perkament, aaneengezegeld met de uithangende zegels in bruin was der schepenen, aan de transfixbrief van 4 februari 1691. Getekend door J. v. Schaack, secretaris.
12. 1691-1789
13. Album - plakboek
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden

Kenmerken

Datering:
1217-1997
Auteur:
P.N. van Doorninck
Categorie:
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)