Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Heerlijkheid Nederhemert 1

0417 Heerlijkheid Nederhemert 1

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0417   Heerlijkheid Nederhemert 1
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
4. Bijlagen
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
Inventaris
01. 1217-1399
02. 1400-1420
03. 1421-1435
04. 1437-1460
05. 1461-1480
06. 1481-1530
07. 1531-1550
08. 1551-1575
322 Gerijt van Malssen, als stadhouder der Leenen van Althena, beleent jr. Frederick Turck heer tot Hemert na doode van zijn broeder jr. Goert Turck met het dorp van Hemert met toebehoren en een rijsweerdt, de Scuneweerdt, 1551 juni 10. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in groen was van Gerijt van Malssen.
323 Wij, Peter Adriainszoon en Jan Adriainsz van Kuijck, leenmannen des huijss van Hemert tuigen en duin kondt einen ijglicken dat voor onss in eijgen persoonen gecoimen ind gecompareert is die Eirentfeste ind fromme Jonckher Frederik Torck heer tot Hemert ind Sijnderen, en heft voor ons als mannen van leen vors. geprotesteert en protesteert mits desen als dat hij sulcke leenguederen bij sijne broider Gadert Torck achtergelaiten ontfanckt als in recht leenvolger en successor feudaill. Dess toirkonde hebben wij mannen vorsz. onsen zegel elck hijr angehangen, 1551 december 23. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was.
324 Frederick Torck heer to Hemert en Sijnderen geeft privilegies aan de schutterij te Hemert, 1552 juli 20 (Margrite Virginis). 1 stuk
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op papier.
325 Gerrit Berntsz bekent schuldig te zijn aan Peter Adriainz, als Heilichgeistmeister tot Hemert, ten behoeve des heiligen geist, een erfthijns van 4 Brabantse gulden, jaarlijks te betalen op Kersdach, uit twee morgen land, gelegen in de heerlijkheid Hemert. Ten overstaan van Jan van Well en Anthonis Marcelisz, schepenen te Hemert, 1552 september 28. 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
326 Johan van Wijetenhorst heer ter Horst, Johan van Rossem heer tot Broeckhuijsen, Wolter van Baexen, amptman to Bomel, Tielre en Boemelreweerden, Diederick van der Lijp genaamd Horn, heer to Afferden, Reijner van Aeswijn, heer to Braickell en Frederick van Doern sluiten een overeenkomst tussen Walraven van Arckell, heer tot Hoiclom, Amerzoijen en Werdenburch en Frederick Torck heer tot Heemert en Sijnderen, omtrent de waterkering tussen Amerzoijen en Hemert, 1552 december 29. 1 charter
N.B. Op perkament, met 6 uithangende zegels in groen was, die van Walraven van Arckell en Reijner van Aeswijn zijn afgevallen. i
327 Clais Janszoon bekent schuldig te zijn aan Aerdt van Gammeren 3 gulden erfthijns, jaarlijks te betalen op St. Peter, uit een geseijt met timmering, gelegen in de heerlijkheid Hemert, losbaar met 50 gulden. Ten overstaan van Jan van Hemert en Gijsbert Janszoon, schepenen te Hemert, 1553 juli 12; getransfigeerd aan de akte van 15 februari 1554. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, de zegels zijn afgevallen.
328 Jr. Frederick Torck heer tot Hemert en Sinderen protesteert tegen het vonnis van arbijters, geprononceerd te 's Hertogbosch op 17 augustus 1553, tussen hem met zijne consorten ter eenre en jr. Floris van Grevenbroeck, als man en momber van joffrau Corneelis van Harff ter andere zijde. Ten overstaan van Bastiaen van Gameren en Gijsbert Janszoon, schepenen in Hemert, 1553 augustus 18. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangende zegel van den eersten schepen alleen aanwezig.
327 Aerdt van Gameren draagt 3 gulden erfthijns over aan het capittel te Hemert. Ten overstaan van Aerdt van Gameren en ....., schepenen te Hemert, 1554 februari 15; getransfigeerd aan de akte van 12 juli 1553. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, de uithangende zegels zijn afgevallen.
329A Joncker Joest Torck heeft verkocht en opgedragen aan joncker Frederick Torck heer tot Hemert en Zinderen, voor 100 pond gever penningen, alzulk erve en goed, part en deel, als hij liggende heeft binnen de heerlijkheid Hemert, hem aanbestorven van zijn broeder Goedert Torck, heer tot Hemert en Bochoven. Ten overstaan van Aert Hannaertszoon van Gameren en Gijsbert Janszoon, schepenen in Hemert, 1554 oktober 24. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was der schepenen.
330 Mr. Pieter Pieterssoon de Os, magister en rector van het Groote Gasthuis te 's Hertogenbosch bij de gevangenpoort, draagt op aan mr. Theodoricus Diricssoon, priester, deken der kerk van Hemert, ten behoeve van jr. Fredericus, zoon van jr. Lubertus Turck heer van Hemert en Zinderen, een jaarrente van 14 Rijns gulden, verschijnende met Kerstmis, gevestigd op het huis, erf en tuin van Aleydis, weduwe van Johannes Oem heer van Buchoven, ridder, gelegen te 's Hertogenbosch in de buurtschap de Oudenhuls, en op ene woning, genaamd de Ruwenberch, gelegen in de parochie van Gestel onder Herlaer in het gehucht de Ruimel, toebehorende aan Theodoricus de Aa. Ten overstaan van Henricus de Eijnhouts en Franciscus de Balen, schepenen te 's Hertogenbosch, 1554 december 5. 1 charter
N.B. Op perkament, in het Latijn, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen.
331 Gerit Berntszoon, schepen, bekent schuldig te zijn aan Aert van Gameren een erfthijns van 6 gulden, jaarlijks te betalen op Korsdach, uit 2 morgen land, gelegen in de heerlijkheid Hemert, genaamd den Orboren, losbaar met 100 gulden. Ten overstaan van Gherit Berntszoon en Aert Zegerszoon, schepenen te Hemert, 1554 december 19. 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
332 Jr. Willem en Joost Torck, broeders, geven volmacht aan hunnen broeder Frederick Torck heer tot Hemert en Sijnderen, om voor hen op te treden in het geschil met joffrau Cornelia van Herff, weduwe van Floris van Grevenbroeck. Ten overstaan van Claes Janszoon en Gijsbert Janszoon, schepenen te Hemert, 1554 december 31. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
333 Jan Willemszoon, cum suis hebben verkocht aan Jan Handrickx voor 100 pond een geseet met timmeringe, gelegen in de heerlijkheid Hemert, belast met een erfthijns van 3 gulden aan den heer van Hemert en een erfthijns van 1 gouden Wilhelmus schild aan Jan Luijck. Ten overstaan van Aerdt Hannaerts van Gameren en Peeter Adriaanszoon, schepenen te Hemert, 1555 januari 20; getransfigeerd aan de akte van 1592 mei 14. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
334 Jr. Joest Torck bekent schuldig te zijn aan jr. Willem Torck een erftijns van 6 gulden, jaarlijks te betalen op St. Peeter ad Cadhedram, uit een geseet met timmeringe in de heerlijkheid Hemert, losbaar met 100 gulden. Ten overstaan van Aert Hannaerts van Gameren en Peeter Adriaensz, schepenen te Hemert, 1555 april 10. 1 charter
N.B. Op perkament, de zegels der schepenen zijn afgevallen.
Op de keerzijde staat vermeld, dat op 9 maart 1568 deze erftijns is afgelost aan joffer Berta Piecks, weduwe jr. Wijllem Torck.
335 Adriaen Janszoon bekent schuldig te zijn aan Dierick Dierickszoon, priester en deken te Hemert, ten behoeve ener officie in de kerk te Hemert, gefondeerd door heer Willem die Borchgreeff, een erfthijns van 3 gulden, jaarlijks te betalen op Korsdach, losbaar met 50 gulden. Ten overstaan van Peeter Adriaenszoon en Adriaen Dirxszoon, schepenen in Hemert, 1555 november 14. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
0417 Heerlijkheid Nederhemert 1
Inventaris
08. 1551-1575
335
Adriaen Janszoon bekent schuldig te zijn aan Dierick Dierickszoon, priester en deken te Hemert, ten behoeve ener officie in de kerk te Hemert, gefondeerd door heer Willem die Borchgreeff, een erfthijns van 3 gulden, jaarlijks te betalen op Korsdach, losbaar met 50 gulden. Ten overstaan van Peeter Adriaenszoon en Adriaen Dirxszoon, schepenen in Hemert, 1555 november 14. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
Datering:
1555 november 14
Omvang:
1 charter
laatste wijziging 12-07-2012
336 Baudewijn Roelofsz verkoopt aan heer Dirck Dirckszoon deken en canonick te Hemert, voor 100 pond, 1½ morgen land, genaamd de Roelofscamp, gelegen in de heerlijkheid Hemert. Ten overstaan van Peter Adriaensz en Adriaen Dircksz, schepenen te Hemert, 1556 september 27. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
337 Richter, burgemeijster, schepenen ind raedt der stad Waegeninghen, verklaren, dat jr. Frederick Turck heer to Hemert en Sijnderen burger der stad Wageningen is, 1557 maart 27 (saterdach post Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende stadszegel in groen was. i
338 Verklaring van Aert van Gameren en Claes Jansz, schepenen te Hemert, dat Frederick Torck heer tot Hemert en zijne broeders Willem en Joost Torck in de keizerlijke krijgsbenden gediend hebben, 1557 april 7. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
339 Goedert Marsschen, Aert van Gameren, Huijdeman Gijsberts, Gherit Aertsz, Claes Jansz, .... Jansz, Aert Zegerss van Emmechoven en Adriaen Dirckss Cock, schepenen te Hemert, in volder bancken ter gedinge geseten, wijzen uit, dat Gregorius Marsch met zijne mede-erfgenamen gehouden is te betalen de tijns, die ze schuldig zijn aan ...., 1557 juni 16. 1 charter
N.B. Op perkament, met 4 uithangende zegels in groen was, de 4 andere zegels afgevallen.
339A Inventarius van den sterffhuys Adriaen Diericxs zaliger van schulden en onschulden, reet en onreet, dess ende hoe dat het bevonden sal worden. Opgemaakt en ondertekend door Arijaen de Greeff en Peter Arijaens schepen., 1559 januari 20. 1 stuk
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op papier.
340 Claes Janszoon, schepen te Hemert, verkoopt aan Dirck Borchgreeff, deken tot Hemert, een erfrente van 6 gulden, jaarlijks te betalen op St. Petersdach, uit een geseet met timmeringe te Hemert, losbaar met 100 gulden. Ten overstaan van Peter Adriaensz en Claes Jansz, schepenen te Hemert, 1559 maart 14. 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
341 Heer Dirck Dirksz, deken tot Hemert, en Jan van Cuijck treden op als arbitatruers en minliken peijsmaickers tussen jr. Joest Turck en joffer Maria van Wijtenhorst, weduwe Frederick Turck heer tot Hemert en Zinderen over den eigendom van enige landerijen. Als getuigen treden op Adriaen de Greeff den Jonghen en Peter Adriaensz, schepenen te Hemert, 1559 juni 29. 1 charter
N.B. Op perkament, van de zes uithangende zegels is dat van joffer van Wijtenhorst afgevallen.
342 Jan Wilhelmsz, priester, als rector indertijd van een vicarie, gefundeerd door meister Niclaes Snalinck op O.L. Vrouwen Altaar in Wedegons Cappelle, heeft met consent van heer en meister Jan van Mons, deken der Collegiate kerk van St. Marten te Bommel, heer en meister Roeloff Andriesz, heer Giilis die Groot, heer Hanrick van Doesburch en heer en meister Naijdo die Raet, priesters en cannonicken der voorzegde kerk, met consent der schepenen van Zaltboemel, allen als collatoirs der voorzegde vicarie verkocht voor 400 pont aan Maria van Wuijtenhoirst, weduwe Frederick Turck heer van Hemert, een huis en erve, gelegen aan het kerkhof te Zaltboemel. Ten overstaan van Gherit Gieliss en Jan Woutersse, schepenen te Zaltboemel, 1559 december 11. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangende zegel van Gherit Gieliss ontbreekt, het tweede zegel in groen was aanwezig. i
343 Jan Schellart, als drossart en stadhouder der lenen van Althenae, beleent jouffr. Marie van Wijtenhorst, weduwe van Frederick Turck heer tot Hemert, Sinderen, etc., als momber van haar oudsten zoon Lubbert Turck, krachtens testament van sondach Reminiscere (19 maart) 1559, behoudens hare tochte, met het dorp Hemert en toebehoren en den rijswaard, de Schuijnerwerdt, 1560 maart 11. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangende zegel in groen was van den stadhouder van lenen.
Op de keerzijde staat vermeld: 15 maart 1568 heeft Heijnrick Stael voor jouffr. van Wijtenhorst den eed vernieuwd aan den koning van Spaengien. i
344 Broeder Herman Pegh van Hasselt, pater, suster Anna van Herde, alde procuraterssche, van wegen suster Aelertz van Herde, materssche, en suster Elizabeths Nassertz, procuraterssche indertijt des convents van St. Elijzabeth te Huessen, ordinis St. Francisci met Henrick van Vierssen, hun momberm verkopen aan Peter van Stepraide de alinge thienden grof en smal in den kerspel van Elst in de mailschap van Rijckerswoirt en to aemb int Nijheslach in den ampt van Overbetuwe, belast met een uitgang aan het convent van Mommersloch te Coelen. Ten overstaan van Henrick heer to Ghendt, erffkemerlinck van Gelder, amptsman en richter in den OVerbetuwe, Johan van Boetbergen en Herman Schull, gerichtslieden, 1561 juni 7; getransfigeerd aan de akte van 9 juni 1561. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den amptman, de gerichtslieden en het convent van St. Elyzabeth.
344 Broeder Gerit van Zutphen, generalis pater en minister ordinis St. Francisci bevestigt de verkoop van de alinge thienden grof en smal in den kerspel van Elst in de mailschap van Rijckerswoirt en to aemb int Nijheslach in den ampt van Overbetuwe.
Op de keerzijde der eerste acte staat vermeld: De Rijckerweertsen thiendt is bij abuijs op ten naem van zaliger Peter van Stepraedt en zijn zaliger huijsfrouw geschreven, want de voirsthiendt bij mijn zaliger moeder van Zallandt is betaelt en oock op oir l. naem gecoft is geweest., 1561 juni 9; getransfigeerd aan de akte van 7 juni 1561. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met uithangend zegel in groen was.
345 Joest Turck bekent schuldig te zijn aan Maricken, weduwe Johan Maesz, een erftijns van 15 Carolus gulden uit goederen in het gericht van Delwijnen en Zuijllichem, losbaar met 250 Carolus gulden. Ten overstaan van Gerrit van Berckel en Aernt van W.teren, schepenen in Zuijllichem, 1561 juli 4; getransfigeerd aan de akten van 24 september 1596 en 23 januari 1602. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
346 Filips II, koning van Castilie, als hertog van Gelre, beleent Lubbert Torcx, onmondige zoon van Frederick Torck en Maria van Wittenhorst, krachtens hun testament van sondach Reminiscere (19 maart) 1559 met het huis Hemert en toebehoren en 10 morgen land. Johan de Ruijter doet hulde, 1562 april 5. 1 charter
N.B. Op perkament, zegel van Filips II afgevallen.
Op de keerzijde staat aangetekend, dat Lubbert Torck op 28 april 1576 zelf eed en hulde heeft gedaan.
347 Aert Gerrits van Tiel, als getrouwd hebbende Bertgen Willems dochter, vroeger weduwe van Hanricx de Haer, bekent schuldig te zijn aan Splinter van Voorn, als rentmeester van jr. Diederick van Wijlich heer van Monicklant, enz. 1281 keizers Carolus gulden te betalen in 7 termijnen. Ten overstaan van Frederic van Doern en Adriaen die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuilichem, 1563 augustus 30. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
348 Joost Turck verkoopt aan Hendrick Stael voor 100 pont gever penningen een hofstad en geseet met toebehoren, gelegen in het dorp van Hemert aan de Wijel, belast met een jaarlijkse erftijns van drie gulden, ten behoeve van den heer van Hemert. Ten overstaan van Jan van Wel Janszoon en Adrijan Staeszoon, schepenen te Hemert, 1364 december 21. 1 charter
N.B. Op perkament, met geschonden uithangend zegel in groen was van Adrijan Staeszoon, het andere zegel is afgevallen. i
349 Henrick Bulion en jouffrou Elizabeth van Hemert bekennen verkocht te hebben aan Gaerdt van Ratijngen een erfjaerrente van 3 gold Gelresche rider gulden, te betalen op St. Gertrudendach joffrou, uit een huis met toebehoren, gelegen op St. Thonus kerkhof te Nijmegen. Ten overstaan van Wilhem van Hoecklom en Sweder van Rijngenberch, schepenen te Nijmegen, 1565 maart 13 (dijnxdach na Invocavit); getransfigeerd aan de akte van 18 oktober 1620. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
350 Mechtelt, weduwe van Jan Hendrickss bekent schuldig te zijn aan Hendrick Hendrikss Cuijper een erftijns van 7½ gulden, jaarlijks te betalen op Vrou Lichtmis, uit een gezeet mitter timmeringe, gelegen in de heerlijkheid Hemert, losbaar met 125 gulden. Ten overstaan van Peter Adriaens en Aerdt van Emmechoven, schepenen te Hemert, 1565 juni 29; getransfigeerd aan de akte van 21 december 1575. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
350 Adriaen Damiss, schepen te Hemert, voor zich zelf en als gevolmachtigde van Joostken en Willemken Hendrickss, zomede Peter Vrancken, als erfgenamen van Hendrik Hendrickss Cuijper, verkopen de aangehechte tijnsbrief voor 100 pond aan Aernt die Greeff. Ten overstaan van Lucas Staeszoon en Adriaen Damiss, schepenen te Hemert, 1575 december 21; getransfigeerd aan de akte van 29 juni 1565. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
351 Gerit Bernszoon, schepen te Hemert, belooft te betalen aan Aernt Toniszoon, als manhuijsmeester te Hemert, een thijns van 1 gulden 's jaars op Korsdach, uit 2 mergen land, gelegen te Hemert, genaamd den Oirberluck, losbaar met 16 gulden en 10 stuiver. Ten overstaan van Gerit Bernss en Marcelis Anthoniszoon, schepenen te Hemert, 1566 januari 4. 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd en zonder zegels.
352 Johan van Witenhorst heer totter Horst, Johan van Wijtenhorst, drost tot Montfoert, Daen Schellaerdt van Obbendorp heer to den Dorenweerdt, van wegen Maria van Wijtenhorst vrouwe to Hemert en Zijnderen met hare kinderen, onze lieve dochter, zuster en moeder; ter eenre - en Johan van Reness, heer Peter van Steenbergen, deken to Zutphen en Henrick van Steenbergen, van wegen Caerls van Steenbergen en joffr. Geertruijdt van Reness, zijn huisvrouw, onze lieve soen, broeder ende vader; dochter, suster ende moder, ter andere zijde - sluiten een overeenkomst omtrent de aanwasschen der Zijndersche en Nijenbeeksche weerden, 1566 februari 24 (Mathei). 1 charter
N.B. Op perkament, gezegeld door partijen en beider vrienden. Alle zegels zijn afgevallen, behalve dat van Maria van Wijtenhorst. i
353 Meus Janzen, Jan Janzoon en Arien Tonijssen bekennen schuldig te zijn aan jr. Diderich van Wijlach heer tot Dierffoirth en Monickeland erffhaeffmeijster des fuyrstendombs Cleeff, een erfthijns van 7 Carolus gulden, jaarlijks te betalen op St. Petrus ad Cadhedram, losbaar met 127 gulden, gaande uit verschillende landerijen, in de heerlijkheid van Peoderoen gelegen, ten overstaan van Engbert Westennengh, scholtis, Meus Janzoon en Melis Henrickxen, schepenen in de heerlijkheid Poederoen, 1566 april 2. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van scholtis en schepenen. i
354 Jr. Joost Turck bekent verkocht te hebben aan Hanrick Stael een huijs, hofstadt en gheseet met toebehoren, gelegen in het dorp van Hemert aan de Wiel. Ten overstaan van Ghijsbert Jansz en Ghijsbert van Werdenburch, schepenen in Zuijlicum, 1566 november 10. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen, ondertekend Balen. i
355 Cornelis Ghijsbertsz bekennen schuldig te zijn aan Splinter van Voern, als rentmeester van jr. Dirck van Wijlich, Cleeffscher erfhoffmeester, amptman en heer van Monniklant, een thijns van 6 Carolus gulden jaarlijks op St. Jacopsdach te betalen, uit een huis en hofstad in den gerichte van Brackel, losbaar met 100 Carolus gulden. Ten overstaan van Claes Pieck tho Beesd en Renoy en Ghijsbert Jansz, schepenen in Zuijlichem, 1566 november 21. 1 charter
N.B. Op perkament, van de twee zegels is nog aanwezig uithangend in groen was dat van Ghijsbert Jansz, ondertekend Balen. i
356 Adriaen Geritsz bekent schuldig te zijn aan Goris Marssoen een erfthijns van 5 gulden, jaarlijks te betalen op Korsdach, uit een geseet met timmeringe, losbaar met 88 gulden. Ten overstaan van Marcelis Jansz en Marcelis Anthoniszoon, schepenen te Hemert, 1566 december 2. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
357 Ariaen Ariaenszoon Briennen met Mary Gijsberts, zijne huisvrouw, bekennen schuldig te zijn aan Splinter van Voorn, als rentmeester van jr. Dirck van Wijlich, Cleeffscher erffhooffmeester, enz., een thijns van 9 gulden jaarlijks op St. Jacob te betalen, losbaar met 150 gulden. Ten overstaan van Jan de W.... Diericksz en Adriaen van Rijswijck, schepenen in Woudrichem, 1567 januari 24. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
358 Aeriaen Gherits Bruren, schout van de Monicklandt, bekent schuldig te zijn aan Splinter van Voorn, als rentmeester van jr. Dirck van Wijlick, Cleeffscher erffhooffmeester, etc. een thijns van 18 gulden jaarlijks op St. Jacob te betalen, uit een huis en hofstad binnen Woudrichem, losbaar met 300 gulden. Ten overstaan van Adriaen van Rijswijk en Wouter Gijsberts Botterman, schepenen van Woudrichem, 1567 mei 20. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
359 Splinter van Voorn, als rentmeester van Monicklant, verklaart, dat jr. Diederick van Wijlich, als heer van Monickenlandt, hem ter voldoening van hem aankomende gelden, overgegeven heeft negen rentebrieven. Ten overstaan van Adriaen van Rijswijck en Meerten Jansz, schepenen van Woudrichem, 1568 maart 10. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen. i
360 Engbert Westenengh, scholtes, Mellis Henricksen en Derck Derck Gisbertsen, schepenen in de heerlijkheid Poederoen, verklaren op verzoek van Splinter van Voorn, rentmeester van het Monicklant van wegen jr. Diederick van Wijlach, Cleeffscher erffhoeffmeijster en amptman, enz., dat Meeus Jan Segersen, Jan Jan Segersen en Adrian Toenissen, wonende te Poederoen, genoegzaam gegoed zijn tot betaling van 127 Carolus gulden, zijnde de hoofdsom van een erfthijns van 7 gulden, die zij verschuldigd zijn wegens achterstallige pacht, 1568 maart 10. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den scholtes en de schepenen. i
361 Adriaen Dijcgreeff, Evert Bernszoon, Adrian dije Cock, Cornelis van Ghils, Aernt van Emichoven, Dirck van Hemert, Claes Janszoon, Woert en Marcelis Anthoniszoon, schepenen in Hemert, wijzen uit dat de tijnsbrief, in questie zijnde en bij testament vermaakt aan Ons Lijeff Vrou door zaliger Mari Jan Joosten, moet uitgereikt worden aan heer Jasper Willemsz, als deken van Ons Lijeff Vrou, 1568 juni 2. 1 charter
N.B. Op perkament, de 8 uithangende zegels zijn afgevallen, uitgenomen het laatste.
362A Adriaen Joerdenss bekent schuldig te zijn aan Hendrick Staill, tot behoef van joffrou Maria van Wittenhorst vrouwe van Hemert en Sinderen, een erftijns van 3 gulden, jaarlijks te betalen op Sint Bartholomeusdach, gaande uit een geseet met huijsinge daarop staande gelegen in de heerlijkheid Hemert in het dorp, losbaar met 50 gulden. Ten overstaan van Aernt van Emmichoven en Jan Claess, schepenen in Hemert, 1569 september 10; getransfigeerd aan de akte van 11 mei 1592. 1 charter
N.B. Fysiek stuk niet aanwezig.
Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen.
363 Maria van Wijtenhorst, weduwe en vrouw tho Hemert en Sijnderen, beleent Frederick Adrians, als voogd van Arian Berents, met een hofstadt en geset metten bongart, binnen de heerlijkheid Hemert, tot Zutphensche rechten, te verheergewaden met een pond goed geld, 1571 februari 12. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegel in rood was van Maria van Wijtenhorst.
364 Henrick Billijw verkoopt aan Barbara, huisvrouw van Bastiaen Bijell, een jaarrente van 13½ keizersgulden, uit zijn huis en hofstad, gelegen op het St. Anthonis kerkhof te Nijmegen, naast Henrick Viegh aan de ene zijde en de Duvengas aan de andere zijde, te betalen jaarlijks op St. Clais avont en aflosbaar met 225 keizersgulden. Ten overstaan van Johan van Welderen en Johan van Berck, schepenen in Nijmegen, 1573 december 5 (saterdach na St. Andries). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen.
364A Adriaen .... en Cornelis Staeszoen, als heijligeestmeesters inder tijd tot Hemert, hebben verkocht en opgedragen aan Hendrick Stael ten behoeve van Maria van Wittenhorst, weduwe en vrou tot Hemert, voor 100 pond, een erftijns groot 4 gulden, gaande uit twee morgen land genaamd de Oirbaerlinck, gelegen inde heerlijkheid van Hemert binnendijks. Ten overstaan van .... Staeszoen van .... en Berndt Anthoniss Boon, schepenen in Hemert, 1574 juli 14. 1 charter
N.B. Op perkament, geschonden, alleen het tweede uithangende schepenzegel is in groen was aanwezig.
364B Peter Jacobss als aude vaeder en momber van Claes, onmondig kind van Magdalena Claeszoon, weduwe Matheus Peterss, verkoopt en draagt over aan Hendrick Stael, ten behoeve van Maria van Wittenhorst weduwe en vrou tot Hemert, voor 100 pond een stuk hopland, gelegen in de heerlijkheid Hemert in het dorp, ten oosten en westen de vrouw van Hemert. Ten overstaan van Joost van Hemert en Berndt Anthoniss Boon, schepenen in Hemert, 1574 juli 18. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was der schepenen. i
290 Pieter die Vaeder, schepen als man van Mariken Maurissen heeft verkocht aan joffrou Maria van Wittenhorst 6 gulden erfthijns, voor 100 gulden. Ten overstaan van Jan Jansz Wijfflit en Peter die Vaeder, schepenen te Hemert, 1575 juni 20; getransfigeerd aan de akte van 10 december 1539. 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen, getekend door J. Bijesheuvel.
09. 1576-1610
10. 1611-1630
11. 1631-1690
12. 1691-1789
13. Album - plakboek
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden

Kenmerken

Datering:
1217-1997
Auteur:
P.N. van Doorninck
Categorie:
laatste wijziging 05-01-2024
805 beschreven archiefstukken
312 gedigitaliseerd
totaal 652 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)