1. a. Opbrengststaten van de Ooijse tiend over de jaren 1784-1793.
b. Stukken betreffende de overdracht door Chr.R. van Bijlandt c.s. aan F.A. van Randwijck van de Ooijse tienden, 1783, 1800-1802.
c. Concept- aankondiging van publieke verkoop van het tiendgewas in de heerlijkheid Ooij, 1806.
d. Tiendrol van de Ooijse tiend, c. 1820.
e. Akte van verkoop door G.Ch. van der Staal tot Piershil aan J.H. Ketjen van de tienden in de heerlijkheid Ooij, 1846.
f. Stukken betreffende een proces van de erven van J.H. Ketjen contra tiendweigeraars van de tienden in de heerlijkheid Ooij, 1860. Met twee retroacta 1485, 1542.
g. Stukken betreffende de veiling in opdracht van de erven van J.H. Ketjen van de tienden onder Ooij en Persingen, met proces-verbaal van toeslag aan de Nederlandsche Tiend Maatschappij te 's-Gravenhage, 1902.
h. Veilingcondities en akte van inzet in opdracht van de erven van J.H. Ketjen van de tiendvrije bouwhof "de Strucke" en van het bouw- en weiland "de zes Morgen" met proces-verbaal van toeslag aan H.E. Scheidius te Oosterbeek, 1902.
2. a. Akte waarbij T.Ch.W.L. van Bijlandt en Marienweert beleend wordt met o.a. de heerlijkheden Ooij en Persingen, 1786. Afschrift.
b. Akte, waarbij O.W.H. van Bijlandt wordt beleend met de heerlijkheden Ooij en Persingen, 1790. Afschrift. Met een extract uit de minuten ter griffie van het Gerechtshof te Arnhem.
c. Akte van scheiding tussen de erven van O.W.H. van Bijlandt, waarbij o.a. de tienden in de heerlijkheid Persingen worden toebedeeld aan F.M. van Bijlandt, douairière van Brakell, 1824. Afschrift.
d. Akte van verkoop door O.W.A. van Bijland van Marienweert aan W.C. Böthlingk c.s. van o.a. de tienden in de voormalige heerlijkheid Persingen, 1879. Met een verklaring van de bewaarder van de Hypotheken te Nijmegen.
e. Akte van verkoop door J.H. Ketjen aan P.C. Bijleveld en W.C. Böthlingk van een zestiende deel van de tienden in de voormalige heerlijkheid Persingen, 1890.