308 Henrick Zeelmanss en Derick, zijn echte wijf, hebben bekend schuldig te wezen Jan van Vorden 75½ Rijnse gl., die zij betalen zullen het ene derdendeel daarvan binnen de mei nu naast toekomende en het andere derdendeel Sunt Victor daarnaastvolgende en het derde derdendeel en dat leste zullen zij betalen op de hoogtijd van Kerstmis; geschiedde dat zo niet, dat God behoede, zo mag Jan dat verhalen met peinding aan hun huizing aan de Oort, geheten den Gryp, en voorts uit alle goed dat zij nu hebben en namaals krijgen mogen;

307 Arnt Jeger en Griete, zijn echte wijf, hebben opgedragen Pelgrum van Tuyll tynnegieter een hof, voortijds van Roloff Komen, gelegen buiten de Rijnpoort tussen hof en erfenis van Beernt Coenraetss ab una en hof voortijds van Wilhem van Huen ab alia, met een einde aan de gemene straat en met de andere einde opten stad graven [enz.]; et si defectus fuerit sub expandatione van huis en hof dat zij nu ter tijd bewonen, gelegen aan de Velperpoort, ab una [Swene Glrymert] en ah alia Griete Offermanss;

306 Geryt van Groess[en] en Willem, zijn vrouw, Johan van Groess[en] en Yken, zijn vrouw, Andriess van Groess[en] en Weyndell, zijn zuster, en Zybert Jacopss [faber] als een momber van Alyt, zijn vrouw, Barre van Delen en Hille, zijn vrouw, en Broniss Gaykenss hebben gezamenlijk opgedragen Pelgrum van Tuyll alle alzulke gerechtigdheid en toezeggen als zij hadden aan have van Wilhem van Huen Janssen Arnt Jeger, gelegen bij de Rijnpoort tussen have van Beernt Coenraetss ab una en Hermen van Wamell ab alia;

304 Goessen van Scherpenzeell heeft verlijd en bekend schuldig te wezen Sweder van Doedinckweerden, judex tot Doetinchem, 25 Rijnse gl., die hij hem beloofd heeft te betalen binnen de toekomende mei, nl. dat het ten uitgaande mei wel betaald zal wezen zonder langer vertooch; waar het zaak dat in de betaling voorzegd enig gebrek of hinder waar of kwam, heeft Goessen voorzegd verlijd dat zulk gebrek ter kennisse der waarheid de richter indertijd te Arnhem Sweder voorzegd of diens erven altijd mag doen peinden aan en uit alle goederen, reed en onreed, roerende en onroerende, niet daarvan uitgescheiden, als Goessen nu ter tijd in de vrijheid van Arnhem heeft of namaals krijgen mag;