0124-650 Brieven uit en aan het Hof
211 Minuut-missive van den raad aan de regentes in antwoord op die van 5 mei l.l. De onwillige dorpen in de Nederbetuwe hebben te Tiel voor den raad verklaard bereid te zijn s'keizers penningen uit te zetten en de zetcedullen aan den amptman over te geven, verzoekende uitstel tot oogsttijd, als wanneer zij ook de resteerende Kleefsche penningen zouden betalen, waarop hun geantwoord was, dat men dit uitstel niet kon accordeeren, maar dat de amptman hierin naar discretie zou handelen. Die van Rumpt en Gellicum, die zich bij de executie van de Kleefsche penningen tegen den Amptmen verzet hadden, hebben om vergiffenis gesmeekt en zich met hun armoede geexcuseerd. Ook zij verzochten uitstel tot den oogst, waarop hun 'tzelfde geantwoord is als aan die van de Nederbetuwe. Eveneens is gehandeld ten opzichte van Geldermalsen. Claes Vijgh, amptman der Nederbetuwe, is wegens onwilligheid om te executeeren, in zijn officie geschorst. Ten opzichte van de heeren van het Overkwartier zijn nog geen maatregelen genomen, daar men vreest hem te vertoornen. Bij den raad komen klachten in over het verplaatsen van den tol van Wijk naar Rhenen. De raad verzoekt, dat H.M. daarin zal mededeelen, wat haar goeddunkt.
Zie antwoord van 21 juni 1546
Zie antwoord van 21 juni 1546
laatste wijziging 04-08-2011