15 WALTERUS, abt, en convent van St. Salvator Mundi te Prumia maken hunne hoorigen in den hof te Arnheim tot wastinsigen en regelen het huwelijksrecht en het betalen van de keurmede. Oorspr. (Inv. no. 4507), met de geschonden zegels van den abt, met tegenzegel, het convent, en de stad Arnhem, met tegenzegel, in witte was

16 Richter en schepenen in Arnhem oorkonden, dat GERTRUDE, bijgestaan door haar man HENRICUS DE JAMERLO, door THEODERICUS, ridder, heer van Steenbeke, beleend wordt met een drietal hoeven bij Lopene aan beide zijden van den Rhenus en met een der twee molens te Arnhem, waarbij zij verklaart, behalve haar rechten op den anderen molen, nog 2 hoeven bij Arnhem en het goed genaamd Boventorph aan genoemden THEODERICUS te hebben overgedragen. Afschrift d.d. 1639 in Inv. no. 4579

17 Schout, schepenen en raden van de stad Arnem oorkonden, dat ZUANELDIS, weduwe van LUDULPHUS, schipper of veerman te Arnem, met haar vier dochters verklaard heeft, het veerschip te Arnem van deken en kapittel van St. Petrus te Traiectum tegen een jaarlijksche som van 10 pond en 30 denariën te hebben gepacht op voorwaarde, dat zij die pacht niet zal overdragen aan niet-keurmedigen van de kerk van St. Petrus. Oorspr. (Inv. no. 2418); het stadszegel is verloren

20 Richter, schepenen, raad en de geheele gemeente van Daventria verklaren zich te zullen houden, aan de in den brief opgenomen uitspraak van heer REYNOLDUS, graaf van Geldria, in hun geschil met de burgers van Harderwich over het betalen van tolgeld aan den Cotertolne. Afschrift (Inv. no. 4631), van het jaar 1583