Na een onderbreking van 3 jaar werd op 1 juni weer een driedaags Internationaal archiefsymposium (IAS) georganiseerd. Gastlocatie voor deze editie was het Archives Nationales Luxembourg. Ruim 50 deelnemers wisselden met elkaar kennis uit en spraken over de stand van zaken van een aantal actuele archiefontwikkelingen.
Dag één: Noodzaak nood- en calamiteitenplannen
Dag één van het symposium stond in het teken van de watersnoodramp van juli 2021 in Limburg, de Belgische Ardennen en het Duitse Rijnland. Er werden verschillende beelden gedeeld van de omvang van de vernielingen van archiefinstellingen. Ook is stilgestaan bij de schade en mogelijkheden tot herstel en restauratie van de beschadigde archieven. Aan de hand van een waterinsijpeling in 2019 in het depot van het Nationaal Archief van Luxemburg werd doorgesproken over de noodzaak en het effect van nood- en calamiteitenplannen. De dag werd afgesloten met enkele actualiteiten vanuit diverse archiefdiensten waaronder, de modernisering van de Archiefwet.
Dag twee: Digitalisering en inrichting studiezaal
De ochtend van de tweede dag stond in het teken van de toegenomen digitalisering binnen de archiefdiensten. Directeur Fred van Kan ging in op de stappen die het Gelders Archief heeft gezet om een volledig digitaal aanbod van archiefstukken te bieden. Het Landsearchiv Baden-Wurttemberg volgde door een overzicht te geven van hun ontwikkelingen rondom digitalisering en het gebruik van nieuwe media. Daarnaast zorgde de Covid-19 pandemie ervoor dat bezoekers niet altijd fysiek geholpen konden worden. Het Landsearchiv Baden-Wurttemberg ging in op de manieren waarop ze toch hulp hebben kunnen bieden, bijvoorbeeld via de telefoon. Aansluitend werd naar aanleiding van het nieuwe gebouw van het Nationaal Archief van Luxemburg de digitale strategie van het archief toegelicht. In de middag werd de totstandkoming van het nieuwe archiefgebouw verder toegelicht en ging het over de inrichting van de studiezaal. De dag werd afgesloten met een bezoek aan de bouwlocatie op het terrein van de oude staalfabriek van Esch-Belval. Hier ging het gesprek verder over de ontwikkelingen van de archiefgebouwen van de Rijksarchieven van België, het Landesarchiv NRW te Detmold en Museum ANNO in Zwolle met de nieuwe studiezaal van Collectie Overijssel.
Dag drie: Virtuele mogelijkheden archiefmateriaal
Op de laatste dag werd een blik gegeven op ontwikkelingen rond het digitaal gebruik van archiefstukken. Zo wordt met behulp van oude kaarten en historische gegevens de Antwerp Time Machine ontwikkeld. Hierdoor ontstaat een ruimtelijk laboratorium voor geschiedkundige gegevens waarbij digitale documenten gebruikt worden voor lokaal erfgoed en virtual reality toepassingen. In Luxemburg-stad ontwikkelt men met behulp van oude kaarten een digitale atlas van de stad. Hierdoor zijn over de periode 1560 tot en met 2017 kaarten, luchtfoto’s en historische documenten te bekijken uit het Luxemburgse archief. Tot slot werd de dag afgesloten met een overzicht van verschillende virtuele tenttoonstellingen die ontwikkeld zijn vanuit de Universiteit van Luxemburg. Archiefstukken worden hierin als tentoonstellingsmateriaal gebruikt.
Het was goed om te zien dat de ontwikkelingen de afgelopen jaren op verschillende vlakken doorgang hebben kunnen vinden. Ook was het goed om te zien dat in internationaal verband dezelfde uitdagingen bestaan en dat samenwerking en kennisuitwisseling oplossingen biedt voor deze uitdagingen.
Tekst: Dennis van Noort, adviseur informatiebeheer en toezichthouder
Westervoortsedijk 67-D
Openingstijden studiezaal