N.B. Zie ook inv.nos. 1, 102-108 en 110.
Akte van overeenkomst tussen de Rekenkamer, de Heer van Doorwerth, de Broederschap en enige particulieren betreffende het verbeteren en beplanten met bomen van de weg door Oosterbeek langs de Koude Herberg, genaamd de Utregtseweg, 1741; met bijlagen, waaronder een kaart.
Kaarten van de situatie bij de aftakkingen van de Neder-Rijn en van de stroomregulerende werken in de Waal en de IJssel, 1681-1785.
Het Gelders Archief stelt een bronvermelding op prijs: Gelders Archief: [toegangsnummer] - [inventarisnummer], [indien bekend: naam maker/fotograaf], Public Domain Mark 1.0 licentie.
Het Gelders Archief stelt een bronvermelding op prijs: Gelders Archief: [toegangsnummer] - [inventarisnummer], [indien bekend: naam maker/fotograaf], Public Domain Mark 1.0 licentie.
N.B. De kaarten zijn geordend volgens de rubriekenindeling van de inventaris. Deze kaarten zijn in het verleden uit de dossiers gelicht. In het rubriekenarchief van GS berusten echter
Grote Weg der 1e Klasse (nr. 6), Grebbe-Wageningen- Arnhem, 1819-1826 en z.j.
N.B. Zie ook inventarisnummers 9673 en 10120.
Het Gelders Archief stelt een bronvermelding op prijs: Gelders Archief: [toegangsnummer] - [inventarisnummer], [indien bekend: naam maker/fotograaf], Public Domain Mark 1.0 licentie.
N.B. De landrentmeester-generaal, de opvolger van den hertogelijken landrentmeester, inde de batige sloten van de rekeningen der subalterne rentmeesters en van andere rekenplichtige ambtenaren en deed daarvan verschillende betalingen ten dienste van den landsheer, sinds 1581 van de Landschap. Vóór de oprichting van de Rekenkamer beheerde hij ook de domeinen in de Over- en Nederbetuwe, voor zoover niet verpand, die sindsdien onder het beheer van den Nymeegschen rentmeester zijn gesteld. Zie over dit rentambt ook de noot aan het hoofd van B, I in de 3de Afdeeling. Afgezien van de hierboven vermelde inkomsten en uitgaven van den landrentmeester-generaal zij er hier op gewezen, dat deze de domeingebouwen te Arnhem beheerde en de uitvoering en instandhouding van verschillende werken van algemeen nut bekostigde, waaromtrent men hier stukken zal aantreffen.
Stukken betreffende den Kanonsdijk tusschen Zutphen en Brummen, 1760-1793.
N.B. Het gedeelte van den Kanonsdijk, waarover de weg Arnhem-Zutphen loopt, tusschen de herberg het Kanon en de Assenstraat, is bij landdagsbesluit van 27 April 1771 onder het beheer van de Rekenkamer gesteld, omdat het door het ambtsbestuur van Brummen onvoldoende werd onderhouden. Tevens werd aan de Rekenkamer toegestaan, daar een weggeld te heffen. De desbetreffende inkomsten en uitgaven werden door den landrentmeester-generaal verantwoord.
Het Gelders Archief stelt een bronvermelding op prijs: Gelders Archief: [toegangsnummer] - [inventarisnummer], [indien bekend: naam maker/fotograaf], Public Domain Mark 1.0 licentie.
N.B. De landrentmeester-generaal, de opvolger van den hertogelijken landrentmeester, inde de batige sloten van de rekeningen der subalterne rentmeesters en van andere rekenplichtige ambtenaren en deed daarvan verschillende betalingen ten dienste van den landsheer, sinds 1581 van de Landschap. Vóór de oprichting van de Rekenkamer beheerde hij ook de domeinen in de Over- en Nederbetuwe, voor zoover niet verpand, die sindsdien onder het beheer van den Nymeegschen rentmeester zijn gesteld. Zie over dit rentambt ook de noot aan het hoofd van B, I in de 3de Afdeeling. Afgezien van de hierboven vermelde inkomsten en uitgaven van den landrentmeester-generaal zij er hier op gewezen, dat deze de domeingebouwen te Arnhem beheerde en de uitvoering en instandhouding van verschillende werken van algemeen nut bekostigde, waaromtrent men hier stukken zal aantreffen.
Stukken betreffende den Kanonsdijk tusschen Zutphen en Brummen, 1760-1793.
N.B. Het gedeelte van den Kanonsdijk, waarover de weg Arnhem-Zutphen loopt, tusschen de herberg het Kanon en de Assenstraat, is bij landdagsbesluit van 27 April 1771 onder het beheer van de Rekenkamer gesteld, omdat het door het ambtsbestuur van Brummen onvoldoende werd onderhouden. Tevens werd aan de Rekenkamer toegestaan, daar een weggeld te heffen. De desbetreffende inkomsten en uitgaven werden door den landrentmeester-generaal verantwoord.
Het Gelders Archief stelt een bronvermelding op prijs: Gelders Archief: [toegangsnummer] - [inventarisnummer], [indien bekend: naam maker/fotograaf], Public Domain Mark 1.0 licentie.
N.B. Zie ook hoofdstuk 2.1.7: Gedrukte kaarten en atlassen.
N.B. K.B. 13 maart 1821 nr. 73. Route: Nijmegen, Arnhem (langs de Grote weg nr. 2), Dieren en de Kanonsdijk, Zutphen, Deventer, Holten (langs de grote weg nr. 1), Delden en Oldenzaal.
N.B. Zie ook hoofdstuk 2.1.7: Gedrukte kaarten en atlassen.
N.B. Soeverein Besluit 28 september 1814 nr. 11. Route: Amersfoort, Voorthuizen, Apeldoorn, Deventer, Holten, Goor, Delden en Hengelo. Vanaf 1821 Grote weg der 1e klasse nr. 1 Van Amsterdam naar de Hannoverse Grenzen K.B. 13 maart 1821 nr. 73. Route: Amersfoort, Hoevelaken, Voorthuizen, Apeldoorn, Deventer, Holten, Goor, Delden en Oldenzaal. Zie ook 2.2 Dienstkring Apeldoorn.
N.B. Aanwinst 1906.4.
N.B. Aanwinst 1906.4.
N.B. Aanwinst 1906.4.
N.B. Aanwinst 1906.4.
N.B. Aanwinst 1906.4.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.
Stukken betreffende de zorg voor de waterlozing door de heulen in de Slaperdijk bij de Rode Haan naar de Eem bij Amersfoort, gezamenlijk met de andere colleges der Exonererende Landen, de conflicten daarover met het Heemraadschap van de Rivier de Eem en het College van de Slaperdijk en de pogingen om tot de aanleg van een afwateringskanaal door de Vallei en de oprichting van een waterschap voor de hele Vallei te komen, 1802 – 1925.