
N.B. Wegenleggers werden gebruikt als kadastrale boekhouding voor de wegen. Ze gaven een overzicht van de wegen in een gemeente. Met behulp van in het veld verzamelde gegevens, vastgelegd op de zogenaamde opgaven en reepkaarten, werden de leggers ingevuld. Van elke weg werden onder andere de volgende gegevens vastgelegd: de naam, de richting, de lengte en breedte, de aanwezige werken als bruggen, duikers, veren en dergelijke, de rechten van eigendom en beheer/verplichtingen tot onderhoud, de tol,- brug- en veergelden, het recht van het aanbrengen van beplantingen.
Legger A betrof de wegen die gemeenten met elkaar verbonden. Legger B betrof de wegen die binnen een gemeente lagen en de openbare veldwegen. De leggers moesten door elke gemeente dubbel worden aangelegd en werden, met de ingekomen bezwaarschriften, ingezonden aan GS. GS waren bevoegd leggers te wijzigen en vast te stellen. Eén exemplaar bleef in het archief van de provincie, het andere werd teruggezonden aan de gemeente. Zo nodig zond de gemeente jaarlijks haar gewijzigde legger in aan GS. Deze stelden de wijziging vast en verwerkten die in de legger die bij de provincie berustte.
Opgaven, reepkaarten, verzamelstaten en niet-ingebonden leggers zijn het gevolg van het wegenreglement van 1857 (Provinciaal Blad nr. 103). De ingebonden leggers vloeien voort uit het wegenreglement van 1889 (Provinciaal Blad nr. 59). Reepkaarten zijn langstrokige kaarten van wegen. De bundels bevatten ook processen-verbaal betreffende de schouw over wegen en voetpaden en overname en onderhoud van polderwegen door gemeenten. Zie ook inventarisnummers 9543-9569.
N.B. Wegenleggers werden gebruikt als kadastrale boekhouding voor de wegen. Ze gaven een overzicht van de wegen in een gemeente. Met behulp van in het veld verzamelde gegevens, vastgelegd op de zogenaamde opgaven en reepkaarten, werden de leggers ingevuld. Van elke weg werden onder andere de volgende gegevens vastgelegd: de naam, de richting, de lengte en breedte, de aanwezige werken als bruggen, duikers, veren en dergelijke, de rechten van eigendom en beheer/verplichtingen tot onderhoud, de tol,- brug- en veergelden, het recht van het aanbrengen van beplantingen.
Legger A betrof de wegen die gemeenten met elkaar verbonden. Legger B betrof de wegen die binnen een gemeente lagen en de openbare veldwegen. De leggers moesten door elke gemeente dubbel worden aangelegd en werden, met de ingekomen bezwaarschriften, ingezonden aan GS. GS waren bevoegd leggers te wijzigen en vast te stellen. Eén exemplaar bleef in het archief van de provincie, het andere werd teruggezonden aan de gemeente. Zo nodig zond de gemeente jaarlijks haar gewijzigde legger in aan GS. Deze stelden de wijziging vast en verwerkten die in de legger die bij de provincie berustte.
Opgaven, reepkaarten, verzamelstaten en niet-ingebonden leggers zijn het gevolg van het wegenreglement van 1857 (Provinciaal Blad nr. 103). De ingebonden leggers vloeien voort uit het wegenreglement van 1889 (Provinciaal Blad nr. 59). Reepkaarten zijn langstrokige kaarten van wegen. De bundels bevatten ook processen-verbaal betreffende de schouw over wegen en voetpaden en overname en onderhoud van polderwegen door gemeenten. Zie ook inventarisnummers 9543-9569.
Kenmerken
- Zonder categorie