
N.B. De provincie beheerde tot de instelling van het Rijksarchief in Gelderland in 1877 behalve het eigen archief ook de archieven van de gewestelijke bestuursorganen van vóór 1813. Deze laatste taak werd door het Rijksarchief overgenomen. Voorts hield de provincie toezicht op de archiefzorg bij lagere bestuursorganen. Deze taak werd materieel aanvankelijk uitgeoefend door de provinciale archivaris, later door een provinciaal inspecteur der archieven. Als zodanig trad de Rijksarchivaris op, voor het uitvoerende werk (inspecties ter plaatse, advisering en inventarisatie) bijgestaan door een chartermeester in provinciale dienst. De Archiefwet 1918 S. 378 gaf de situatie een wettelijke basis, uitgewerkt in het KB tot regeling van het provinciale toezicht van 6 juni 1919 S. 557.
N.B. De provincie beheerde tot de instelling van het Rijksarchief in Gelderland in 1877 behalve het eigen archief ook de archieven van de gewestelijke bestuursorganen van vóór 1813. Deze laatste taak werd door het Rijksarchief overgenomen. Voorts hield de provincie toezicht op de archiefzorg bij lagere bestuursorganen. Deze taak werd materieel aanvankelijk uitgeoefend door de provinciale archivaris, later door een provinciaal inspecteur der archieven. Als zodanig trad de Rijksarchivaris op, voor het uitvoerende werk (inspecties ter plaatse, advisering en inventarisatie) bijgestaan door een chartermeester in provinciale dienst. De Archiefwet 1918 S. 378 gaf de situatie een wettelijke basis, uitgewerkt in het KB tot regeling van het provinciale toezicht van 6 juni 1919 S. 557.
Kenmerken
- Zonder categorie