De volontaire, Mej. dra. A.J. MARIS, beschreef de onder Aanhangsel I aan dezen inventaris toegevoegde stukken betreffende verschillende functionarissen in de Groote Kerk. Veel werk heeft zij gehad aan het vervaardigen van een groot aantal regesten, welke, na door mij te zijn geuniformiseerd, in de algemeene regestenlijst zijn opgenomen; voor de topografie der stad Arnhem is de inhoud van de meeste dezer regesten van belang.
Als eindpunt van de inventarisatie van het archief is het jaar 1852 genomen; het feit, dat in genoemd jaar de invoering van de Gemeentewet plaats vond, motiveert het aannemen van deze grens. Het archief van Arnhem over de jaren 1852-1859, dat evenals het oude gedeelte in het Rijksarchiefdepot in Gelderland bewaard wordt, is in handschrift beschreven.
De inventarisatie van het oud-archief van Arnhem is geschied volgens de regelen, in de Handleiding tot het ordenen van archieven vastgesteld.
Tenslotte heb ik gemeend bij Inv. no. 5825 te mogen verwijzen naar reeds gedrukte regesten, opgenomen in den Inventaris van het Huis Bergh. Het procesdossier, onder no. 5825 vermeld, komt ook daar voor, en het leek mij overbodig, om met alle daar reeds gedrukte regesten den inventaris van Arnhem te belasten.