Thema’s die aan de orde komen zijn:
De boomgaard. Het bedrijf was oorspronkelijk een agrarisch bedrijf; de boomgaard was voor erbij. Oude rassen. Kersen: Meikersen en Varikse zwarte. Appels zoals Goudreinet, Yellow Transparant, Zigeunerin, Sterappels, Bellefleur en Gamerse Zure. Peren zoals Gieser Wildeman, IJsbouten, Brederode’s, Conference en Doyenne du Comice.
Kersenpluk. Tijdens de pluk kwamen er plukkers. De helft van de opbrengst was voor hen. In die zes weken werd geld verdiend voor een nieuwe fiets of kleren voor de kinderen. De mensen waren arm. De kersen werden op een lange ‘dis’ uitgegoten en met de hand gesorteerd in verschillende kistjes. Er waren manden van 5 kilo en ‘bussels’ van 10 kilo voor de tweede soort. Regen en mist waren een ramp. Dan hadden de plukkers een slechte oogst.
Bestrijdingsmiddelen. In de lente werd o.a. DDT gespoten. Alle fruittelers waren dan knalgeel. Later bleek dat heel giftig; je raakt het niet kwijt. Er werd ook organisch kwik gebruikt; werkte fantastisch maar mocht ook niet meer. Op het ogenblik is het biologisch maar dat werkt soms maar een paar uur en moet je vaak spuiten hetgeen veel geld en tijd kost.
Veiling. Fruit werd vroeger aan huis verkocht en was men afhankelijk van een koopman die langs de deur kwam. Later ging het fruit naar de veiling. In cafés waren verkopingen waarbij fruit op het hout werd verkocht. Dat ging met een notaris en een afslager. Na afloop was er een borreltje, waar veel mensen op af kwamen. Tegenwoordig wordt fruit opgekocht door groothandelaren die het door heel Europa brengen.
Overige thema’s. Het agrarisch bedrijf. Oorlogsperiode. (Geluidsbestand ontbreekt)