N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.