le Waterstaat gehouden schouwen over wegen en voetpaden; zij gaven hun goedkeuring aan door gemeenten getroffen gemeenschappelijke regelingen. Gemeenteraden konden besluiten tot de aanleg of verbetering van een weg. De CdK liet zich dan adviseren door de (hoofd)ingenieur van Provinciale Waterstaat en GS stelden provinciale subsidies voor. Burgers richtten zich tot GS met klachten over de toestand van wegen. Het provinciale reglement op de buurtwegen (Provinciaal Blad 1823 nr. 126) bepaalde dat voor graafwerk, het leggen van bruggen en sluizen in wegen en het plaatsen van hekken en dergelijke op wegen de goedkeuring van GS nodig was. Zie ook de rubrieken 2 en 6, voor wegen op dijken ook 18.4 en 20. Zie verder de archieven van Provinciale Waterstaat, toegang 0244, en Rijkswaterstaat, toegangen 0108 en 0875.