De tweede Hubrecht was gehuwd met Jutte van der Leck en overleed in 1347, opgevolgd door zijn zoon Jan, die in 1377 ongehuwd stierf. Deze was nauw verbonden aan Willem van Beieren, graaf van Holland, en verkreeg bij zijn moeders dood van hem de heerlijkheid van de Leck; hij noemt zich sindsdien heer van Culemborg en van der Leck, en vierendeelt zijn "zuilen" wapen met den zwarten Leeuw van de Leck. Aan de Leck waren verbonden de belangrijke Rijntol te Emmerik en de heerlijkheden Werth en Wertherbruch, leenroerig aan Munster.
Jan werd in 1377 opgevolgd door zijn broeder Gerrit, die in 1371 gehuwd was met Bertha van Egmondt, weduwe van Walraven van Brederode. De derde broeder, Peter, werd door zijn huwelijk in 1361 met Jenne, erfdochter van Meer, heer van Boxmeer c.a.
Hubrecht verkreeg in 1396 de gerichten van Overzijderveld en Zogewijk. Hij noemde zich meestal heer van Culemborg, van der Leck en van den Werde. Hij werd door den hertog van Gelre benoemd tot ambtman van Zaltbommel, Bommeler- en Tielerwaarden, Beesd, Renoy en Heerewaarden, de graaf van Holland beleende hem in 1406 met Tull, Honswijk, Everdingen en Goilberdingen, alle leenroerig aan Hagestein.
Daar Gerrits vrouw een dochter was van Eleonora van Borsselen, de eenige zuster van Franck van Borsselen, graaf van Oostervant etc., zijn vele van diens bezittingen een tijdlang in handen geweest van de heeren van Culemborg, o.a. Borsselen en St. Maartensdijk in Zeeland en Hoogstraten in België. De heerlijkheid Ewijk is bij zijn moeders overlijden rechtstreeks aan Jaspar gekomen.
In 1461 kwam een belangrijke gebiedsvergrooting tot stand door den aankoop van beide helften van de heerlijkheid Lienden en Ter Lede met de Oudenweert c.a., afkomstig uit den geliquideerden boedel van den elect Walraven van Meurs, alsmede van het Erfschenkambt van Gelre, verbonden aan den z.g. Schenckhof te Kesteren.
Na het overlijden van gravin Anna van Waldeck, geb. Baden in 1649, kwamen de Guliksche goederen, die zij van haar moeder geërfd had, aan haar zoons, zoodat alle Culemborgsche en Pallandtsche goederen in het geslacht Waldeck kwamen.